Jurisprudentie: ‘Protocolgedoe’

woensdag 27 juli 2016
timer 6 min
Protocol negeren: soms gebeurt het, bewust of onbewust. Maar dit is zeker niet aan te raden, blijkt uit onderstaande tuchtrechtzaak.

Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg te Den Haag d.d. 10 mei 2016


De klacht

De klager verwijt verweerder - een tandarts - dat hij het gebit van klager heeft verwaarloosd, waardoor ernstige parodontitis is ontstaan. De tandarts is tekort geschoten in zijn zorgplicht. Als gevolg hiervan is klager een groot deel van zijn gebit kwijtgeraakt. De klager is 30 jaar in behandeling bij deze tandarts, net als zijn echtgenote. Ook zij klaagt bij het Tuchtcollege.

 

De beoordeling

In Nederland is in 1998 het zogenaamde paroprotocol, een behandelingsprotocol voor de behandeling van parodontitis, tot stand gekomen. In dit protocol werd afgesproken dat de tandarts (of mondhygiëniste) het parodontium van de patiënt in ieder geval eenmaal per jaar controleert en daarbij de DPSI-score (Dutch Periodontal Screening Index-score) noteert. Wanneer uit deze screening blijkt dat er sprake is van parodontitis zullen meer gegevens onderzocht en opgeschreven moeten worden. Volgens het College is het gebit van klager verwaarloosd. Zo is er geen gebruik gemaakt van een pocketsonde, had klager last van een slechte adem, zijn er geen controle röntgenfoto’s gemaakt en is onvoldoende komen vast te staan dat er pocketmetingen hebben plaatsgevonden. Verweerder heeft hiermee de grondregels van het vigerende protocol genegeerd. Uit röntgenfoto’s van opeenvolgende tandartsen blijkt fors verlies van kaakbot en een reeds langer aanwezig proces. Dat aan de parodontale toestand bij klager jarenlang verregaand onvoldoende zorg is besteed, is ernstig tuchtrechtelijk verwijtbaar. Volgens het College lijkt verweerder de ernst van de situatie te bagatelliseren. Hij wil zich duidelijk niet houden aan het ‘protocolgedoe’, zoals hij het ter zitting heeft verwoord. Deze houding baart het College ernstige zorgen. Het College kan zich niet aan de indruk onttrekken dat dit structureel ook bij andere patiënten in de praktijk is gebeurd omdat gebleken is dat verweerder sinds 1998 nooit een DPSI- meting op juiste wijze heeft uitgevoerd en vastgelegd. Verweerder heeft verklaard dat hij jaarlijks ongeveer 50 uren aan nascholing heeft gevolgd onder meer op het gebied van de paradontologie. Het College twijfelt sterk aan deze verklaring. Als verweerder dit inderdaad heeft gedaan, is hij kennelijk daarna toch bij zijn besluit gebleven om de geleerde vaardigheden niet in de dagelijkse praktijk te brengen.  Aan verweerder wordt de maatregel van schorsing opgelegd, voor de duur van 6 maanden.  [1]

 

Flinke uitbrander

Deze tandarts heeft een flinke uitbrander gekregen van het College nadat hij zich ter zitting had uitgesproken dat hij zich niet hoefde en wilde houden aan de regels van het protocol. Is het inderdaad zo’n ‘protocolgedoe’ voor tandartsen?

 

Protocollen zijn vaak cruciaal, dit blijkt uit veel civiele-, tucht- en strafrechtzaken. Bovenstaande uitspraak is hier weer een voorbeeld van. Hoe komt het dan dat anno 2016 protocollen nog worden afgedaan als ‘gedoe’?

 

Er lijkt onder tandartsen nog onduidelijkheid te bestaan over de juridische status van zelfregulering. Er zijn tandartsen die denken dat het werken met protocollen vrijblijvend van aard is. [2] Toch zal het bij de meeste zorgaanbieders inmiddels bekend zijn dat de rechter bij de beoordeling van de professionele standaard in eerste instantie zal uitgaan van wat er in richtlijnen en protocollen is opgenomen. Afwijken mag – en moet zelfs in sommige gevallen – indien dit in het belang is van een goede patiëntenzorg. De norm waaraan de zorgaanbieder zich moet houden is de zorg die een redelijk bekwaam en redelijk handelend hulpverlener behoort te betrachten. [3] En hoe concreter de beschrijving in het protocol, hoe zwaarder de bewijslast als hiervan wordt afgeweken. [4]

 

Mondzorg loopt achter

Zorginstituut Nederland (ZiN) is een centraal orgaan dat de kwaliteit van de zorg bewaakt. In april 2014 is er een openbaar register ingesteld waar alle richtlijnen en standaarden voor de zorg in opgenomen moeten worden. De ontwikkeling van kwaliteitsstandaarden in de mondzorg loopt volgens ZiN achter op andere medische sectoren. [5] In 2015 heeft ZiN de mondzorgsector gevraagd om met een concreet plan van aanpak te komen om de kwaliteit van de zorg in de keten verder te verbeteren.

Het ZiN maakt in februari 2016 bekend dat er vier richtlijnen [6] op de meerjarenagenda zijn geplaatst en roept de alle relevante partijen in de mondzorg op om de ontwikkeling ervan binnen de afgesproken termijn ter hand te nemen. [7] Er komt één instituut voor de ontwikkeling van richtlijnen in de mondzorg. De bestaande organisaties NVPM (Nederlandse Vereniging Praktijkstandaarden Mondzorg) en stichting KiMo (Kennisinstituut Mondzorg) gaan na een langdurig proces samen verder als Vereniging KiMo en zullen de uitwerking van de richtlijnen op het meerjarenprogramma op zich gaan nemen. [8]

 

Doorzettingsmacht

ZiN heeft wettelijk de mogelijkheid om in te grijpen en kan zelf een standaard opstellen als de beroepsgroep dit onvoldoende doet of nalaat. Dit heeft de regering vooral bedoeld als ‘stok achter de deur’. Door het plaatsen van de richtlijnen op de meerjarenagenda is het aftellen nu begonnen en zal er moeten worden geleverd. Met publicatie in het register van de richtlijnen komt er in ieder geval meer duidelijkheid voor de beroepsgroep. Hopelijk gebeurt dit wel op tijd anders ontstaat er alsnog ‘protocolgedoe’, maar dan met ZiN.

 

Mai van Dijk – Fleetwood Bird, docent sectie  recht van de gezondheidszorg, Erasmus Universiteit Rotterdam



[1] RTG Den Haag, 10 mei 2016, nr.2015.234, ECLI:NL:TGZRSGR:2016:51.

[2] W.G. Brands, J.M. van der ven & M.A.J. Eijkman, ‘ Tandheelkunde en gezondheidsrecht 6: Het effect van zelfregulatie in de mondzorg’, Nederlands Tijdschrift voor Tandheelkunde 2013, afl. 120, p. 552.

[3] R.P. Wijne, Aansprakelijkheid voor zorggerelateerde schade , Den Haag: Boom Juridische uitgevers 2013, p. 206.

[4] www.kvdl.nl/nieuws/de-juridische-status-van-medische-protocollen-en-richtlijnen.

[5] De volgende kwaliteitsstandaarden moeten worden geüpdate/aangevuld en voor het register aangeboden worden:

Mondzorg jeugdigen (start: 2016, aanbieding voor register: 2017),

Antistolling in de mondzorg (start: 2016, aanbieding voor register: 2017),

Peri-implantitis (start: 2016, aanbieding voor register: 2017),

Implantaat gedragen prothese (start: 2016, aanbieding voor register: 2017),

Klachtenvrije verstandskies (start: 2017, aanbieding voor register: 2018),

Polyfarmacie ouderen (start: 2018, aanbieding voor register: 2019). Daarnaast worden van 2017 tot 2019 nog twee nader te bepalen kwaliteitsstandaarden incl. meetinstrumenten en informatiestandaarden ontwikkeld en aan het register aangeboden.

[6] Deze richtlijnen zijn: I Mondzorg voor jeugdigen, II klachtenvrije geïmpacteerde 3 e  molaar in de onderkaak, III update antistolling in de mondzorg, IV peri-implantitus.

Reactie toevoegen

Beperkte HTML

  • Toegelaten HTML-tags: <a href hreflang> <em> <strong> <cite> <blockquote cite> <code> <ul type> <ol start type> <li> <dl> <dt> <dd> <h2 id> <h3 id> <h4 id> <h5 id> <h6 id>
  • Regels en alinea's worden automatisch gesplitst.
  • Web- en e-mailadressen worden automatisch naar links omgezet.
  • Lazy-loading is enabled for both <img> and <iframe> tags. If you want certain elements skip lazy-loading, add no-b-lazy class name.

Meer artikelen met dit thema

Bart Smit, bestuursvoorzitter van HOOG Oost-Gelderland - Foto: HOOG
mic_external_onInterview

Bart Smit (HOOG) over de voortgang van het Integraal Zorgakkoord in de regio: ‘Huisarts wordt cruciale schakel tussen zorg en sociaal domein’

20 nov om 14:30 uurtimer6 min

Hoe werkt een regionale huisartsenorganisatie als het Gelderse HOOG aan uitvoering van het Integraal…

Lees verder »
Wouter Bos (Fotografie: Werry Crone/Menzis)
mic_external_onInterview

Wouter Bos (Menzis) stelt dat akkoorden als IZA niet meer werken: 'Zorg wordt alleen toekomstbestendig met meer dwang en drang en heldere beleidskeuzes’

19 nov om 15:46 uurtimer6 min

Wouter Bos, bestuursvoorzitter van zorgverzekeraar Coöperatie Menzis, plaatste onlangs in de Rode Hoed grote…

Lees verder »
Michel van Schaik (Foto: Rabobank)
mic_external_onInterview

Michel van Schaik (Rabobank) over de zorg en eerste lijn in 2040: ‘Bouw geen ziekenhuis of praktijk, maar een vitaliteitscampus’

19 nov om 10:00 uurtimer8 min

Michel van Schaik, directeur gezondheidszorg bij de Rabobank, blikt vooruit naar de zorg in 2040. Samen met…

Lees verder »
Rob van Damme - Foto: Praktijk Bast & Van Damme
person_outlineBlog

Wondere wereld: 'Handhaving van de wet DBA schiet doel voorbij'

15 nov om 10:30 uurtimer4 min

Ineens is het werkveld in rep en roer over de handhaving van de wet DBA vanaf 1 januari. ‘Toch wel bijzonder na…

Lees verder »
mic_external_onInterview

LACH Mondzorg-tandartsen over de handhaving van de DBA: ‘We kiezen uit overtuiging voor loondienst, maar of dat rendabel is?’

15 nov om 09:30 uurtimer5 min

Anderhalf jaar geleden openden tandartsen Cheryl Tjon, Bart Jansen en Paul Heijnen hun praktijk LACH Mondzorg…

Lees verder »
Foto: Shutterstock.
flash_onNieuws

Lunchwebinar MO Actueel: ‘Handhaving op de wet DBA. Wat betekent dat voor praktijkhouders, praktijkmanagers en zelfstandigen?'

8 nov om 10:32 uurtimer3 min

Tijdens het lunchwebinar MO Actueel op 26 november staat de vraag centraal: ‘Handhaving op de…

Lees verder »
mic_external_onInterview

Praktijkhouder Alexander Tolmeijer pleit voor aanpassing van de Wet VBAR: ‘Zzp’ers zijn de olie van de mondzorg’

23 okt om 13:45 uurtimer6 min

Alexander Tolmeijer, tandarts-praktijkhouder, jurist en directeur van adviesbureau Dentiva, voorziet onrust als…

Lees verder »

Waarom als praktijkhouder huwelijkse voorwaarden opmaken?

16 okt om 10:00 uurtimer4 min

Tijdens je leven structuur aanbrengen in de bestemming en het beheer van je vermogen na overlijden. Dát is…

Lees verder »