Veel kritiek op aangekondigde zzp-wet Vbar

vrijdag 24 november 2023

timer 3 min

Minister Karien van Gennip (Sociale Zaken en Werkgelegenheid) Foto: Martijn Beekman

De internetconsultatie over het wetsvoorstel Verduidelijking beoordeling arbeidsrelaties en rechtsvermoeden (Vbar) leverde tot 10 november meer dan 1.100 reacties op. Veel reacties waren kritisch, zoals van de kant van zzp’ers, beroeps- en werkgeversorganisaties. Samen met beroepsorganisaties LHV, FMS en VvAA uitte ook de KNMT bezorgdheid over de gevolgen die de wet heeft. De gevolgen kunnen zijn: beperken van beschikbare menskracht en waarnemingsmogelijkheden, extra kosten voor externe inhuur en druk op de continuïteit van zorg.

De KNMT benadrukt in een reactie ook de specifieke impact die de wet Vbar heeft op de mondzorg. Ze stelt dat er geen sprake mag zijn van een verplichte arbeidsovereenkomst bij het zelfstandig en voor eigen rekening uitoefenen van het beroep van tandarts of tandarts-specialist in een zorgorganisatie van een opdrachtgever.

‘Inbedding’ onduidelijk criterium

Minister Van Gennip (Sociale Zaken en Werkgelegenheid) stelde tijdens het laatste arbeidsmarktdebat dat haar plannen gedragen worden door werkgeversorganisaties en vakbonden. VNO-NCW, MKB-Nederland, AWVN en LTO betogen echter dat de in het voorstel opgenomen criteria ‘werkinhoudelijke aansturing’ en met name ‘inbedding in de organisatie’ voor extra onduidelijkheid zorgen over de aard van de arbeidsrelatie. Daarnaast noemt een coalitie van uitzenders, detacheerders, interim-managers en zzp-organisaties met name het inbeddingscriterium ‘onwerkbaar’.

Juridische kritiek

Arbeidsrechtjuristen en de Nederlandse Orde van Advocaten stellen dat het principieel onjuist dat de criteria ‘werkinhoudelijke aansturing, inbedding en de contra-indicatie ondernemerschap’ buiten de wet om door de minister worden gewogen. Vakbonden en veel politieke partijen blijven wel voorstander van het terugdringen van werken als zzp'er en het verplichten van loondienst. Bij hen bestaat algemene steun voor het onderdeel rechtsvermoeden in het wetsvoorstel.

Vervolg wetgevingsproces

De reacties op de internetconsultatie kunnen nog leiden tot een herziening van het standpunt van de minister en tot intrekking van het wetsvoorstel. De conceptwet komt aan de orde in het eerste overleg met de woordvoerders Sociale Zaken en Werkgelegenheid in de nieuwe Tweede Kamer op 25 januari 2024, behalve als er dan al een nieuwe regering is geformeerd. Als de nieuwe Tweede Kamer het voorstel goedkeurt, gaat invoering van de nieuwe regels op zijn vroegst in op 1 juli 2025.