Unicum Huisartsenzorg rolt GLI uit in elf Utrechtse gemeenten: ‘Leefstijlinterventie vergt lokale afstemming’
De ontwikkeling van netwerken per gemeente is een van de kernpunten van de GLI-aanpak van Unicum, vertelt Diek Scholten. ‘Onze rol is niet alleen het sluiten van contracten met zorgverzekeraars en die doorzetten naar uitvoerders. De GLI is bedoeld om mensen een gezonde leefstijl aan te leren, die ze vol kunnen houden. Op termijn heeft dat bijvoorbeeld ook invloed op de instroom van patiënten met chronische aandoeningen. We sluiten daarbij aan bij de actuele aandacht voor preventie, die de gemeenten ook hebben vastgelegd in hun preventie-akkoorden. De GLI is de uitkomst van een langdurig proces, dat nu in de basisverzekering beschikbaar is. Daarmee kun je het ook goed in een structuur en samenwerking inzetten. Het belangrijkste is dat je het vanuit inhoudelijke overtuiging en ambitie doet.’
Net als verschillende andere huisartsenorganisaties liepen de huisartsen van Unicum niet direct warm om de GLI te contracteren. Ze onderschreven de noodzaak van het stimuleren van een gezondere leefstijl, maar zagen dat niet als een primaire taak. Nadat de zorgverzekeraars de contractvoorwaarden verbeterden en duidelijk was dat de GLI een eigen financieringssystematiek kreeg, ging Unicum alsnog akkoord. Voorwaarden waren ook dat er goede verwijsmogelijkheden zouden komen in de directe omgeving van de praktijk en dat er een link werd gelegd met de Organisatie & Infrastructuur-financiering (O&I).
‘Groeiende belangstelling’
De belangstelling voor de Gecombineerde Leefstijlinterventie groeide inmiddels op allerlei plekken, vertelt Scholten. ‘Potentiële aanbieders stelden vragen: kunnen we al contracteren? Als Unicum hebben we het initiatief genomen en de regie opgepakt. In 2020 zijn we aan de slag gegaan. We hebben niet zozeer gekeken naar de knelpunten die genoemd werden. In de begintijd zijn er al leefstijlcoaches opgeleid voor die programma’s en zij zijn ook ingestroomd.’
Voor Unicum werd ook duidelijk dat de GLI een waardevolle aanvulling kan zijn voor het werk van de praktijkondersteuners. ‘De GLI is een multidisciplinaire interventie en daarom wilden wij iedereen er in meenemen: praktijkondersteuners, huisartsen, buurtsportcoaches, welzijnswerkers. De basis van de GLI is de Zorgstandaard Obesitas en een team dat getraind is in multidisciplinaire samenwerking. Deelnemers moeten goed geïnformeerd worden dat de GLI iets anders is dan sporten op kosten van de zorgverzekeraar. De GLI is een aanzet tot meer actiever bewegen en het vormen van bewustzijn over je levensstijl. Daarop kun je inzetten samen met de buurtsportcoaches.’
‘Grote vraag naar leefstijlcoaches’
Uit onderzoek van het RIVM kwam naar voren dat een derde van de volwassen bevolking tot de doelgroep behoort, schetst Scholten. ‘Als ongeveer twee procent daarvan meedoet, dan weet je ongeveer hoeveel leefstijlcoaches je nodig hebt. Al snel hadden we in 2019 in Nieuwegein negentig deelnemers en die verdeelden we over drie groepen. In 2020 zijn we met alle gemeenten in gesprek gegaan.’
‘We hadden zeventig leefstijlcoaches nodig om de hele regionale structuur goed op te kunnen zetten. Ik heb toen gevraagd aan een opleidingsinstelling om ons te helpen vijftig leefstijlcoaches op te leiden. We hebben een korting geregeld en binnen vier maanden hadden wij er veertig bij. Dat mondde in twee jaar uit in een regionaal netwerk van meer dan zeventig leeftijdscoaches in alle gemeenten en ongeveer 45 leefstijlteams. Nu hebben we een 750 deelnemers en dat aantal neemt snel toe.’
‘Het nieuwe netwerk biedt ook kansen voor aandacht aan specifieke doelgroepen. Dat vraagt extra aandacht van de leefstijlcoach en -team. Door de samenwerking per gemeente en in de regio kunnen we die vraag adequaat aanpakken en bespreken we welke aanvullende expertise nodig is. We bekijken nu ook met een ziekenhuis hoe we de hartrevalidatie kunnen aansluiten op de GLI in een gemeente. Samen zorgen we zo dat deze patiënten een langdurige begeleiding krijgen naar een blijvende actieve en gezonde leefstijl.’
Scholten zegt dat hij onder de indruk is hoe deelnemende professionals zich de GLI eigen hebben gemaakt. ‘Leefstijlcoachen is iets anders dan behandelen. Het is een heel nieuw vak met eigen vaardigheden en aanpak. Ze doen het naast hun werk als fysiotherapeuten en diëtisten, maar het hoort er wel echt bij. Coachen is anders dan behandelen, want je hebt veel te maken met gedragsproblematiek. De begeleiding van mensen met levensstijlvragen vraagt kortom veel van de professional. Daarom werken we met verschillende teams, zodat alle professionals hun kennis kunnen inzetten. Niet elke fysiotherapeut weet even veel van voeding en niet elke diëtist weet even veel bewegen.’
‘Per gemeente een aanspreekpunt’
Een leefstijlteam bestaat uit een kern van professionals met fysiotherapeuten, diëtisten, leefstijl- en buurtsportcoaches, die een groep van 30 tot 45 deelnemers begeleidt. ‘In sommige gemeenten stemden die regioteams ook dingen met elkaar af en ontstond er een platform voor die aanpak. Dit heeft ertoe geleid dat we per gemeente één aanspreekpunt hebben voor GLI. Een voorwaarde is wel dat daar binnen gemeenten consensus over bestaat. Als die consensus er is, kan dat het knelpunt ondervangen dat je eerst moet wachten tot de groep vol is. Er is dus gewerkt aan de samenwerking tussen de leefstijlteams binnen een gemeente, met een coördinator. Hierdoor hebben we vaak geen wachtlijst, en kun je als deelnemer dus snel aan de slag.’
In de gemeente Zeist wordt de GLI-coördinatie uitgevoerd door de buurtsportcoach, vertelt Scholten. ‘Dat kreeg in andere gemeenten navolging en dat is mooi om te zien. Bij de hele organisatie van de GLI kun je keuzes maken hoe je dat lokaal organiseert en samenvoegt. Dat zit dus niet in een blauwdruk, maar partijen bekijken lokaal hoe ze op elkaar aansluiten. Unicum stimuleert dat per gemeente. We maken daarbij dankbaar gebruik van de initiatieven en contacten uit de aanpak van de O&I.’
Wie de GLI opstart kan dan ook het beste beginnen bij de gemeente, benadrukt Scholten. ‘Kunnen de deelnemers begeleid worden naar passende buursportcoaches en beweegruimtes? Dat is een belangrijke voorwaarde. Zo hebben wij die gesprekken gevoerd: je begint bij de gemeente, dan ga je naar de uitvoerders en dan naar de huisartspraktijken en verwijzers als medisch specialisten. Je hebt het proces dan al voorbereid. Dat opgeteld bepaalt het succes. Zo kijken wij ernaar.’
‘Minder druk op huisartspraktijken’
Door de implementatie van de GLI vanuit de regio-organisatie te organiseren, haalde Unicum de druk bij de huisartsenpraktijken weg. ‘We hebben het verwijsproces gestroomlijnd, gezorgd dat de praktijken goed geïnformeerd zijn en hebben een praktische aansluiting gelegd met de verschillende leefstijlcoaches en -teams. Zo houden we het logisch aan de kant van de huisartsen. De leefstijlaandacht binnen een huisartsenpraktijk is beperkt en we vullen dat aan door dit te verbinden aan de GLI en aan het sport- en beweegveld. Als deelnemer krijg je dan elke week aandacht en dat is voor een praktijkondersteuner kwalitatief heel interessant, want hij of zij wordt versterkt door dat leefstijlteam. Zo bekeken is het logisch dat een regionale huisartsenorganisatie dat oppakt.’
Links:
- Dossier Leefstijlpraktijken
- 'Digitale Reflectie Tafels': data voor ondernemerschap en samenwerking in de eerste lijn, MedischOndernemen, 29 oktober 2020
- Diek Scholten (NVMT): ‘Data-analyse geeft fysio's inzicht in directe omgeving’, MedischOndernemen, 30 januari 2020
Dit is een gedeeltelijke voorpublicatie van een artikel uit MedischOndernemen 2.
Meer artikelen met dit thema
LHV-ledenvergadering neemt Actieplan ANW aan
1 dec 2022 3 minSamenwerken? Veel leuker is het als er synergie ontstaat
1 dec 2022 3 minFysiopraktijk Anno Nu op 26 november: ‘Aanbieder of verzekeraar gedreven fysiotherapie? Wat heeft meer succes?’
25 okt 2022 5 minFysiotherapie als innovatief platform voor gezondheid, leefstijl en bewegen: 'Niet meer zorgverzekeraar gedreven’
6 okt 2022 5 minFysio Donders groeide in tien jaar…
Reactie toevoegen