Tandarts discrimineert door sollicitante af te wijzen om hoofddoek
Dat schrijft P&Oactueel.
Bij de sollicitatie meldt de tandartspraktijk aan de vrouw dat zij in de uitoefening van haar functie haar hoofddoek niet zou mogen dragen. De tandarts gaf daarbij aan dat hij geen uiterlijke kenmerken van welk geloof ook accepteert, dus ook niet van het christelijke of joodse geloof. Deze regel was juist ingesteld om discriminatie tegen te gaan.
Het College voor de Rechten van de Mens oordeelde echter dat de tandarts wel degelijk discrimeerde. Het begrip godsdienst in de wetgeving over gelijke behandeling omvat niet alleen het huldigen van een geloofsovertuiging maar ook het zich er naar kunnen gedragen. Dit stelt men in staat om hun leven volgens godsdienstige voorschriften en regels in te richten. Het College waardeert het streven van de tandartspraktijk om discriminatie in het bedrijf te voorkomen, maar de regel leidt ertoe dat sollicitanten die aan hun godsdienst uiting willen geven door het dragen van een bepaald kledingstuk om die reden niet worden aangenomen waardoor zij (toch) worden gediscrimeerd.
Het Europees Hof Rechten van de Mens heeft in meerdere uitspraken juist duidelijk aangegeven dat het de werkgever is die mag beslissen of hij/zij op de werkvloer wel of geen uitingen van religie wenst toe te staan. Helaas dus voor deze amateur rechtbank, maar het "echte" mensenrechten college is van mening dat je die godsdienst uiting niet zondermeer in de baas z'n tijd kunt doen. Dat is ook logisch, het is het bedrijf van de werkgever en die heeft ook de vrijheid om zijn bedrijf in te richten met of zonder godsdienstige uitingen.
Dit college zal zich nu toch echt moeten schikken naar de uitspraak van het Hof in Straatsburg.
Ingediend door Ton (niet geregistreerde gebruiker) op ma, 19/04/2021 - 18:09
Reactie toevoegen