Huisarts ontvangt flinke fiscale naheffing voor coöperatieconstructie
Facturatie vanuit éénmanszaak en coöperatie aan diverse opdrachtgevers
In deze zaak was de situatie als volgt: een huisarts richtte samen met haar dochter een coöperatieve vereniging (hierna: coöperatie) op, waar vanuit zij de feitelijke huisartsenpraktijk runde. Naast de huisartsenpraktijk werkte de huisarts ook voor drie andere opdrachtgevers; de Stichting Beroepsopleiding Huisartsen, de lokale Huisartsenpost en een Buurtzorgpension. De huisarts factureerde haar uren aan de coöperatie en aan de andere opdrachtgevers vanuit haar eenmanszaak.
De huisarts (en haar adviseur) verklaarden aan de rechtbank hun keuze voor deze constructie vanuit het standpunt dat de coöperatie eigenlijk maar een ‘nutteloos’ vehikel was zonder werkelijke functie. Tevens voerden zij het argument op dat er nog andere opdrachtgevers in het spel waren naast de coöperatie.
Argumentatie tot rechterlijke uitspraak naheffing
Ondanks deze pleitbetuigingen verloor de huisarts in deze casus de rechtszaak van de Belastingdienst. Wat waren de twee doorslaggevende argumenten hiervoor?
- Een coöperatieve vereniging is een geheel separate rechtsvorm (anders dan een vennootschap onder firma (vof) of een maatschap), met leden in plaats van eigenaren. Daarnaast is de coöperatieve vereniging zelfstandig belastingplichtig voor de vennootschapsbelasting. Er is ondubbelzinnig sprake van een aparte juridische entiteit (net als bij een persoonlijke BV), waarvan de huisarts ‘slechts’ lid was.
- Hoewel de facturen aan de andere opdrachtgevers vanuit de eenmanszaak werden verstuurd, werden de betalingen verricht aan de coöperatie. Hieruit bleek niet duidelijk genoeg dat de werkzaamheden aan de andere opdrachtgevers volledig gescheiden waren van de coöperatie.
Fiscale correctie zorgt voor aanzienlijke schadepost
De correctie van de Belastingdienst zal over een belastbaar inkomen van afgerond € 85.500 (2011), € 75.000 (2012), € 79.000 (2013), € 83.500 (2014) en € 88.600 (2015) plaatsvinden. Uit de uitspraak blijkt niet volledig wat de extra belasting is geweest, maar dit zal ten minste de ondernemersaftrek zijn (€ 2.500 – € 3.000 inkomstenbelasting per boekjaar). Tel daarbij de belastingrentes op (in totaal ruim € 7.000) en de schadepost is aanzienlijk.
Advies aan huisartsen: kies de juiste ondernemingsvorm
Het advies in deze zaak komt neer op; kies de juiste ondernemersvorm samen met een adviseur die fiscaal onderlegd is. De situatie en correctie hadden voorkomen kunnen worden wanneer de huisartsenpraktijk als eenmanszaak was opgericht en dusdanig was gaan acteren.
Zelfs een vof/maatschap met de dochter had volstaan, al is de rol van de dochter niet beschreven in de casus (dit kan gevolgen hebben). Het zou niet voldoende zijn geweest om de betalingen van de overige opdrachtgevers via de eenmanszaak te ontvangen; dit is namelijk niet het enige criterium om werkelijke zelfstandigheid te bepalen.
Benieuwd naar welke ondernemingsvorm voor u fiscaal voordelig is? Vraag een vrijblijvend gesprek aan met onze adviseur bij Alexandré Finance.
Bij het thema van dit artikel betrokken organisaties
Meer artikelen met dit thema
‘De zzp-update’ bij Mondzorgpraktijk Anno Nu 2021: ‘Onzekerheid rond zzp’ers duurt voort’
7 okt 2021 5 minTijdens het congres Mondzorg Praktijk Anno Nu – op 5 februari – geven KNMT en VvAA samen een…
Reactie toevoegen