Blog: Goede doelen
Privé kun je nog zien, tegen wie je het hebt. Zakelijk gaat het via de telefoon en kan er aan de andere kant van de lijn dus ook een student met de voeten op tafel zitten. Daar doe ik niet aan mee. Ik heb zelf een paar doelen uitgekozen om aan te doneren. Als die toch nog bellen, dreig ik om die reden af te haken.
Privé is nog lastiger. Kwamen ze vroeger aan de deur met een collectebus waar je een knaak in kon gooien om daarna terug naar je biertje te gaan, nu sturen ze allemaal vrolijke jonge mensen tijdens het eten, die je zo’n automatische overschrijving proberen te ontfutselen. “Als u niet meer wilt, kunt het te allen tijde opzeggen hoor!”
Not.
Laatst zaten we te eten in de tuin, werd er aangebeld. "Kom maar achterom", riep m’n zoontje. Een frisse jongen van een jaar of achttien kwam de tuin in.
“Goedenavond. Eet smakelijk. Mijn naam is Harm-Jan, ik ben van het Leger des Heils.”
Ik keek blijkbaar op een manier die ‘m ontmoedigde, maar Karin, mijn vrouw is een gewillig slachtoffer voor alle goede doelen. Ik herhaal: álle goede doelen! Stichting Aap, Leni ‘t Hart en zelfs Cliniclowns, kwam ik laatst achter.
Ook MS, wil ik niet op die ‘aan-de-deur-automatische-overschrijving-manier’.
“Heb ik al”, zei ik laatst tegen de man die aanbelde en vroeg of automatisch aan de MS-stichting wilde over gaan maken.Dat was gemeen, sorry. Maar het voelde raar om eerst een helse tocht, met rollator, naar de voordeur te maken, om vervolgens voor m’n eigen, (al duur genoeg) ziekte, te moeten betalen.
Harm-Jan gooide er een schepje bovenop.
“Wat liggen hier veel ballen in de tuin, zijn jullie voetballers, jongens?”
“Ja”, antwoordde de oudste, “maar ... het Leger des Heils, dat is toch zo’n ruige motorclub?!” Nadat hij het verschil tussen Heil en hell had uitgelegd is Harm-Jan maar vertrokken.
Joost Overbeek
Reactie toevoegen