Corona en arbeidsrecht: van Werktijdverkorting naar Noodmaatregel Overbrugging voor Werkbehoud
Met slinkende inkomsten en vrijwel gelijke kosten, zijn de nieuwe maatregelen van groot belang voor medische praktijken zoals tandartsen en fysiotherapeuten. Een groot aantal praktijken heeft al een aanvraag ingediend voor de wtv. Al ingediende wtv-aanvragen worden sinds 17 maart beschouwd als aanvragen onder de NOW, waarbij aanvullende informatie zal worden opgevraagd, nu de criteria zijn gewijzigd. Bij de NOW ligt de nadruk op werkbehoud en loonbehoud van werknemers.
De regeling Werktijdverkorting (wtv)
De wtv heeft als doel werkgevers in staat te stellen hun personeel te behouden als ze tijdelijk te maken krijgen met een fors werkurenverlies door een calamiteit die buiten het normale bedrijfsrisico valt, zoals het coronavirus. Er werd een ongekend groot beroep op de wtv gedaan, waar de regeling niet op was berekend. Minister Koolmees van Sociale Zaken en Werkgelegenheid (SZW) trok deze regeling daarom op 17 maart 2020 in, en kondigt aan dat deze regeling wordt vervangen door de Tijdelijke Noodmaatregel Overbrugging voor Werkbehoud (NOW) . Dit is een zogenaamde loonkostensubsidie.
De Tijdelijke Noodmaatregel Overbrugging voor Werkbehoud (NOW)
Met de NOWwordt het aanvraagproces losgekoppeld van de WW en zal ook niet ten laste komen van de WW-rechten van werknemers. Dit is een belangrijk verschil met de wtv.
Voorwaarden voor de NOW:
- De werkgever verwacht tenminste 20% omzetverlies (in plaats van werkurenverlies) vanaf 1 maart 2020;
- De werkgever verplicht zich om tijdens de periode waarin hij een beroep doet op NOW, geen ontslag op grond van bedrijfseconomische redenen aan te vragen voor zijn werknemers. Het ziet ernaar uit dat dit ook geldt voor reorganisaties, terwijl die los kunnen staan van financiële omstandigheden. Bedrijven moeten nu kiezen tussen loonsubsidie of op termijn ontslagvergunning aanvragen.
- De aanvraag geldt voor een periode van drie maanden, die eenmalig kan worden verlengd (waarbij nadere voorwaarden kunnen worden gesteld);
- De werkgever betaalt het volledige loon door.
UWV zal een voorschot verstrekken ter hoogte van 80% van de verwachte tegemoetkoming. Achteraf zal de werkelijke daling in omzet moeten worden vastgesteld. Mijn advies is om u hierin bij te laten staan door een deskundige. Voor grote aanvragen is al een accountantsverklaring vereist.
Het lijkt erop dat niet langer de koppeling wordt gemaakt met het gemaximeerd dagloon, nu de koppeling met de WW-uitkering is losgelaten. Dit is met name van belang voor werknemers die een hoger salaris hebben dan het gemaximeerd dagloon uit de WW (219,28 EUR bruto per 1 januari 2020). De NOW geldt, in tegenstelling tot de wtv, ook voor werknemers met een flexibel contract, voor zover zij voldoen aan de reguliere voorwaarden voor een WW-uitkering. Tevens geldt de NOW voor uitzendbureaus en uitzendkrachten.
Verslechtering voor werkgevers
Voor werkgevers vormt de NOW een verslechtering ten opzichte van de wtv. Onder de wtv was de loondoorbetalingsverplichting van artikel 7:628 lid 1 BW niet van toepassing (zie meer hierover in mijn vorige artikel ). Op grond van artikel 7:628 lid 9 juncto artikel 5 Regeling Onwerkbaar weer hoeft bij werktijdverkorting het salaris niet te worden aangevuld. De wijziging van artikel 7:628 lid 9 BW ging op 1 januari 2020 in. Een werknemer heeft onder de wtv de eerste twee maanden recht op 75% en daarna 70% van het maximumdagloon. Onder de NOW heeft de werknemer recht op volledig loon. Dit moet echter wel door de werkgever worden aangevuld. Bovendien wordt de vergoeding nu gekoppeld aan de omzetdaling in plaats van aan de werkurendaling.
De vergoedingen zien er onder de NOW als volgt uit:
- Bij verlies van 100% van de omzet, bedraagt de tegemoetkoming 90% van de loonsom van de werkgever. Nog duidelijk moet worden of hier ook de werkgeverslasten onder vallen;
- Bij verlies van 50% van de omzet, bedraagt de tegemoetkoming 45% van de loonsom van de werkgever;
- Bij verlies van 25% van de omzet, bedraagt de tegemoetkoming 22,5% van de loonsom van de werkgever.
WW-premiedifferentiatie
Op 1 januari 2020 is de Wet arbeidsmarkt in balans (WAB) in werking getreden. Op grond hiervan betalen werkgevers een lage WW-premie voor vaste contracten en een hoge WW-premie voor flexibele contracten. In die regeling is ook opgenomen dat werkgevers met terugwerkende kracht de hoge WW-premie moeten afdragen voor vaste werknemers die in een kalenderjaar meer dan 30% hebben overgewerkt. In de zorg is nu door het coronavirus veel extra overwerk nodig. Deze regeling zal dan ook voor het jaar 2020 worden aangepast. Dit wordt nog verder uitgewerkt door het ministerie van SZW.
Ook krijgen werkgevers uitstel tot 1 juli 2020 (in plaats van 1 april 2020) om een vaste arbeidsovereenkomst op schrift te stellen voor werknemers die uiterlijk 31 december 2019 voor onbepaalde tijd in dienst waren, om te voldoen aan de voorwaarden voor de lage WW-premie. Als een werkgever al een toekenning heeft gekregen voor wtv, blijft deze vergunning van kracht. Bij een gewenste verlenging moet gebruik worden gemaakt van de NOW. De NOW kan nu nog niet worden aangevraagd, maar heeft terugwerkende kracht tot 1 maart 2020. De wtv was afhankelijk van het tijdstip van aanvraag, dat geldt (nu nog) niet voor de NOW.
Baanbehoud en loongarantie
Met de NOW kiest de regering bewust voor meer baanbehoud en loongarantie voor werknemers. Dit is echter slechts voor de korte NOW-termijn (maximaal 6 maanden). De loonkosten voor werkgevers zijn hoger dan onder de wtv. Veel werkgevers zullen, daar waar de financiële middelen het toelaten, bereid zijn om werknemers volledig loon te betalen. Maar er zijn ook werkgevers die dit simpelweg niet meer kunnen. Ik pleit ervoor om voor deze bedrijven een hardheidsclausule op te nemen in de NOW, om te voorkomen dat bedrijven onnodig moeten reorganiseren zodra de NOW-periode is afgelopen, of erger nog, failliet gaan. Let wel, een ministeriële regeling wordt niet voorgelegd aan de Raad van State en de Tweede en Eerste Kamer.
Meer informatie over de financiële maatregelen vindt u hier .
Mr. Carola Jansen is advocaat in Den Haag, voormalig wetgevingsjurist bij de Raad van State en gespecialiseerd in arbeidsrecht (lid van de VAAN). Daarnaast is zij MfN registermediator. Zij staat onder andere huisartsen, apothekers, tandartsen, fysiotherapeuten en (grote) zorginstellingen bij. Voor vragen en updates kunt u contact opnemen met Carola Jansen via info@legalbalance.nl
Bij het thema van dit artikel betrokken organisaties
Meer artikelen met dit thema
Samenwerken vanuit de maatschap. Wat zijn de aandachtspunten?
3 feb 2022Fiscale aspecten van de samenwerking tussen praktijkmanager en praktijkhouder
23 dec 2021Als een praktijkmanager voorafgaand aan een praktijkovername in loondienst treedt, zijn de fiscaal-juridische…
Mr. Shirin Slabbers (VvAA) over e-health in de mondzorg: ‘Regel de juridische kant goed, voorkom claims en boetes’
8 dec 2021 5 minProtocollen maken lui!
23 nov 2021 3 minGabie Bouman (KNMT) bij Mondzorgpraktijk Anno Nu: ‘De Wtza brengt veel nieuwe verplichtingen met zich mee’
17 nov 2021 5 minTijdens het congres Mondzorgpraktijk Anno Nu op 5 februari vertelt Gabie Bouman (KNMT) over…
De belangrijkste gevolgen van de Miljoenennota 2022: Dit merkt u er als zorgverlener van
16 nov 2021 4 minGezamenlijke Limburgse huisartsen protesteren tegen nieuwe Wet toetreding zorgaanbieders (Wtza)
29 okt 2021 2 min‘De zzp-update’ bij Mondzorgpraktijk Anno Nu 2021: ‘Onzekerheid rond zzp’ers duurt voort’
7 okt 2021 5 minTijdens het congres Mondzorg Praktijk Anno Nu – op 5 februari – geven KNMT en VvAA samen een…
Reactie toevoegen