Het ‘kwalicheck virus’: vijf sterren, fantastisch of juist niet?
Bij bijna elke openbare handeling die je verricht, elke bestelling die je doet, elk digitaal of telefonisch contact, dat je met een bedrijf of instantie hebt volgt een vraag of je tevreden bent. Of je een aantal sterren wilt toekennen, of je het contact wilt beoordelen. Liefst met een maximale score en uitgebreide beschrijving wat je goed vond gaan. Uitleg over wat je niet goed vond, is minder welkom. Als je geen maximale score geeft dan moet je dat ook nog eens uit gaan leggen en je gaat je daarbij bijna schuldig voelen.
Mentale vermoeidheid
Dit ‘kwalicheck virus’ zorgt dan ook voor mentale vermoeidheidsverschijnselen, gevolgd door een aversie voor de ontvangst en het invullen van vragenlijsten en persoonlijke administratieve verantwoordingsdruk. Als je dan aangeeft geen vragenlijsten meer te willen ontvangen of niet meer gebeld te willen worden, terwijl je dat al lang in het ‘Bel me niet- register’ had aangegeven, dan krijg je een bandje dat je wijst op jouw rechten. Dat druk ik dus nu standaard weg.
Als je op deze manier bijna wordt gedwongen om middelmatig handelen met applaus te belonen. Als je lyrisch moet zijn als aan een normaal te verwachten procesgang wordt voldaan. Als je bij een mooie voorstelling meteen een staande ovatie moet geven. Wat betekent die kwaliteitsbeoordeling dan nog?
Enorme devaluatie
Er is een enorme devaluatie gaande van kwaliteitsbeoordelingen. Als je niet alle hokjes maximaal aanvinkt, is het niet goed genoeg meer. Dat kan toch niet de bedoeling zijn? Stimuleren we daarmee echt kwaliteit? Of gaan we voor de oppervlakkige schijn daarvan? Zijn we vergeten dat we juist van fouten het meeste leren? Wordt de marketing niet belangrijker dan het product? Als de verpakking maar goed is, dan zal de inhoud ook wel goed zijn is de redenering.
Wellicht klinkt het een beetje ouderwets, maar mijn docent Nederlands op de middelbare school zag het zo gek nog niet. Een 10 was voor God. Een negen voor de meester. Een acht kreeg je voor een uitzonderlijke prestatie. Terwijl de jeugd op school nu vaak streeft naar minimalisatie van inspanning voor een eveneens minimale voldoende (een 5,5 is immers genoeg) wordt in dezelfde maatschappij alleen nog maar genoegen genomen met een 10 of 5 sterren.
Menselijke maat
Ziet u de kloof ook? Laten we ook in de zorg waken voor deze devaluatie. Als je alleen maar naar de metertjes op het dashboard kijkt, moet je juist oppassen dat je niet tegen een boom rijdt. Blijf vooral door de vooruit kijken! Laat de menselijke maat niet devalueren, maar koester deze. Een “echte” zeven is misschien wel meer waard dan een “opgeblazen” tien.