Huisarts Rob van Damme: 'De sleutel naar een sterke eerste lijn'
Schaalvergroting wordt vaak gezien als een logische stap om kostenvoordelen te behalen. Door groter te worden kun je immers allerlei schaalvoordelen benutten. Denk aan inkoop, minder personeel en een betere onderhandelingspositie richting de zorgverzekeraars. Veel zorginstellingen fuseren om op te schalen. Maar waar leidt dat toe in de praktijk? Meer dan eens blijkt dat de beoogde schaalvoordelen toch niet gerealiseerd kunnen worden. De grotere organisatie wordt er vaak juist niet efficiënter op. De complexiteit van zowel de interne- als externe omgeving nemen toe.
Kwaliteit op tweede plaats
Tegelijkertijd groeit de roep om meer transparantie. De zorg krijgt daardoor in toenemende mate te maken met wat in de retail de ‘commodity trap’ wordt genoemd. Doordat er steeds meer inzicht komt in het productaanbod van zorginstellingen en bijbehorende prijzen, gaan ‘producten’ steeds meer op elkaar lijken. Dat wordt in de zorg nog eens versterkt door richtlijnontwikkelingen en standaardisering. Mooi toch als zorgorganisaties dezelfde producten en kwaliteit leveren zult u zeggen? Maar als zorginstellingen vervolgens toch onderling moeten concurreren dan blijft voornamelijk de prijs als instrument over. Kwaliteit wordt binnen het efficiëncydenken als belangrijk ervaren, maar komt wel op de tweede plaats. En daar zit de achilleshiel van het efficiëncydenken in de zorg.
Efficiency in eerste lijn
Ook in de eerste lijn wordt nu schaalvergroting nagestreefd. Kijk bijvoorbeeld naar het op diverse plaatsen samengaan van regionale huisartsenverenigingen, zorggroepen en huisartsendienstenstructuren tot één regionaal huisartsenbedrijf voor acute en chronische zorg. Hier past een waarschuwing. Let op dat door schaalvergroting de kwaliteit op de werkvloer niet in de knel komt. Of dat de couleur locale verdwijnt in een grijze massa.
Maar als schaalvergroting dan niet de oplossing is, wat dan wel? Hoe kunnen we de krachten bundelen, de kwaliteit hoog houden en de zorg betaalbaar? De natuur geeft ons daarbij een handreiking: denk niet in weefsels maar in cellen. Cellen groeien niet door expansie maar door te delen. Cellen kunnen binnen een netwerk heel goed samenwerken en doen waar ze goed in zijn. Ze bundelen hun krachten maar smelten niet samen. Elke cel is zelf verantwoordelijk voor zijn taak.
In mijn boekenkast vond ik nog een aardig boekje over celstructuren: Eckart’s notes. Wellicht ook leuk voor u om te lezen in een paar verloren uurtjes tijdens de zomer. Samenwerking met behoud van identiteit is de sleutel naar een sterke eerste lijn!
Rob van Damme (MD, MA) is bruggenbouwer in de zorg bij Bakenberg Consult en vaste columnist bij MedischOndernemen. Meer blogs van hem leest u hier: Rob van Damme
Reactie toevoegen