Boris van der Vorst (FysioHolland): ‘De eerste lijn zou brutaler moeten zijn tegenover de verzekeraars’
Boris van der Vorst is oprichter en algemeen directeur van FysioHolland , met inmiddels 140 aangesloten praktijken een van de grootste fysio-organisaties van het land. ‘In mijn ogen is de fysiotherapeut degene die de brug kan slaan tussen het medische en het sociale domein. Dat doen we door mensen weer te laten participeren in werk, door ze weer te laten sporten of doordat ze weer gewone dagelijkse activiteiten aankunnen. Dat maakt het een heel mooi vak. Ik mis wel eens de trots bij fysiotherapeuten over de enorme betekenis die ze hebben in het leven van onze cliënten.’
Boris van der Vorst (48)
Van der Vorst is van huis uit fysiotherapeut en begon in de jaren ’90 zijn eerste praktijk in Hilversum. In 2009 volgde de oprichting van FysioHolland, waarbij in 2013 zo’n 30 praktijken waren aangesloten. Sindsdien ging het snel en inmiddels telt de zorgorganisatie 140 vestigingen. ‘We hebben een heterogeen locatieportofolio, met praktijken in ziekenhuizen, gezondheidscentra, sportscholen en standalone praktijken. Als organisatie faciliteren we de randzaken, ook om nieuwe tools te gebruiken zoals de FysioHolland-app of om nieuwe behandelmethoden toe te passen.’
Kandidaatvoorzitter Wereld Boksbond AIBA
Van der Vorst omschrijft zichzelf als ‘energiek, verbindend en ondernemend’. In zijn vrije tijd is hij voorzitter van de Nederlandse Boksbond, een bond met 10.000 leden en 125 aangesloten verenigingen en centra. Dit jaar stelt hij zich ook kandidaat voor het voorzitterschap van de Wereld Boksbond AIBA (zie zijn campagnesite: Boris@boxing2020.org ). ‘Het boksen heb ik van mijn opa met de paplepel ingegoten gekregen. Boksen biedt een fantastische workout voor mensen die fit en gezond willen blijven. Mijn spirit en energie heb ik vanuit het boksen meegekregen, mentale veerkracht, leren omgaan met tegenslagen. Hiervan heb ik geleerd het leven te allen tijde met een fighting spirit te benaderen.’
‘Blended praktijken’
FysioHolland ijvert voor de ontwikkeling van ‘blended praktijken’. ‘Daar zijn we al jaren mee bezig. Online zal de fysiotherapie niet volledig vervangen, maar wel de combinatie van online en hands on. Videobellen vergt veel meer vaardigheden, gesprekstechniek, technische handigheid, je moet oefeningen demonstreren. De uitdaging is dan ook om fysiotherapeuten zo te trainen dat ze er succesvol van gebruik blijven maken. Dat veel praktijken weer terug zijn bij het oude normaal is jammer. De ervaringen die opgedaan zijn bij de lockdown moeten behouden blijven. De therapiepraktijk kan nog veel meer aansluiten op de belevingswereld van nu.’
Zorgzwaarteprofielen
Vanwege dit streven naar vernieuwing ijvert Van der Vorst ook voor een bekostiging op basis van zorgzwaarteprofielen. ‘Dat betekent dat je bij een cliënt eerst onderzoek doet, en vervolgens een compleet behandelprogramma opstelt. Bij de arbeidsgerelateerde klachten bestaat zo’n pakket uit elementen als werkplekonderzoek, klachtenbeeld, voorlichting, trainingen en behandeling. Nu zie je vaak dat een behandeling start, zonder duidelijke kop of staart. Elke cliënt is anders en daarom moet je in mijn ogen waken voor al te strakke protocollen. Tegelijk moet je wel optimaal recht doen aan de oplossingsruimte tussen cliënt en therapeut. Op basis van data kun je tegenwoordig een inschatting maken hoe intensief en veelomvattend de behandeling is die iemand globaal nodig heeft.’
‘Bijvoorbeeld bij lage rugklachten kun je gebruik maken van de StartBack Tool. Daar kunnen profielen uitkomen die tot een kostenbegroting leiden. De therapeut wordt dan samen met de patiënt uitgedaagd om te bedenken wat er nodig om de beste zorg te bieden. Door van profielen uit te gaan, kun je wegblijven van ‘overprotocollering’ en tegelijk binnen de richtlijnen blijven. Allerlei soort therapeuten krijgen dan de ruimte om tot een goede behandeling te komen. Er is niet een standaard, maar wel een prikkel om de klachten zo snel en effectief mogelijk te verhelpen.’
'Innovatieboost'
‘Als je een budget krijgt voor een hele behandeling denk je na over hoe je dat zo goed mogelijk kunt invullen, met gebruik van e-health of zelfmanagement van cliënten. We hebben daarom de FysioHolland-app ontwikkeld met afsprakenreminders en oefeningen. Daarnaast hebben we E-exercise voor zelfmanagement van cliënten. We ontwikkelen die tools, maar bieden er ook training bij, zodat mensen die middelen ook kunnen gebruiken. Die middelen stellen we ook voor de beroepsgroep beschikbaar, omdat die wel een boost op het gebied van e-health kan gebruiken.’
'Verkokering'
Zorginnovatie loopt vaak stuk op de verkokerde financiering, signaleert Van der Vorst. ‘Bij claudicatio (etalagebenen) is het zinvol om looptherapieën in te zetten om duurdere tweedelijns ingrepen te voorkomen, maar de businesscase is voor verzekeraars blijkbaar niet altijd helder. Soms moet er meer geïnvesteerd worden in de eerste lijn, om te hoge uitgaven in de tweede lijn te voorkomen. We maken daarbij soms schrijnende dingen mee. Een therapeut in Rotterdam is bijvoorbeeld bezig met intensieve oefentherapie, waardoor er zo’n € 50.000 aan injecties op jaarbasis kan worden voorkomen. Toch doet die verzekeraar ingewikkeld over de fysiotherapie die zo’n € 300 kost, terwijl hij ook weet dat de behandeling met medicijnen veel duurder is. Overheid en zorgverzekeraars zouden veel meer oog moeten hebben voor de preventieve kracht van fysiotherapie en de besparingen die daaruit kunnen voortvloeien.’
‘Brutaler zijn’
‘Er wordt met gescheiden budgetten gewerkt. De eerste lijn zou brutaler moeten zijn tegenover de verzekeraars. Bij de zorginkopers ontbreekt de afstemming over wat nu goede zorg is. We weten allemaal dat bij heel veel aandoeningen, zoals diabetes en COPD, het veel oplevert als mensen met een gezondere levensstijl aan de slag zouden gaan. We weten ook dat dat meer investeringen vergt in de eerste lijn. En dat het veel kosten bij de tweede lijn kan besparen. Daar moet nog veel massaler op ingezet worden.’
‘Coronacrisis als kans’
Van der Vorst ziet de coronacrisis als een grote kans. ‘In mijn ogen is het een boeiende periode, waarbij ik me natuurlijk ook wel zorgen heb gemaakt. Ik heb intussen geleerd dat we met creativiteit en daadkracht een heel eind kunnen komen. Juist in deze tijd zie je dat er samenwerking is, binnen de grote werkgevers, KNGF en de hele sector. Alle stakeholders, ook verzekeraars en NZa, toonden hun verantwoordelijkheid. Juist de fysiotherapie, een beroepsgroep die in de verdrukking zit, moet elkaar weer meer gaan opzoeken. Daar ben ik een van de aanjagers van geweest. Het concurrerende gevoel was helemaal weg: we waren met zijn allen bezig met hoe kunnen we de boel overeind houden.’
‘De route naar innovatie’ in de visie van Boris van der Vorst:
- Aanpakken van de bekostiging, dat wil zeggen invoering van zorgzwaarteprofielen, waarbinnen de fysiotherapeut wordt aangezet tot een efficiënt behandelplan en er ruimte komt voor innovatie.
- Goede tools ontwikkelen zoals de FysioHolland-app, en therapeuten daarin ook daadwerkelijk trainen.
- Werken aan betere communicatie met patiënten over de mogelijkheden van de fysiotherapie.
- De ontwikkeling van tools voor zelfmanagement voor de patiënt.
Het gehele interview met Boris van der Vorst verschijnt deze maand in MedischOndernemen 4. U kunt het complete interview ook hier lezen.
Lees ook:
- Fysioholland.nl
- Boris@boxing2020.org
- Jelle Jouwsma (commercieel directeur FysioHolland): 'Verplaats een deel van de fysiobehandeling naar online', MedischOndernemen, 29 oktober 2020
- Boris van der Vorst (FysioHolland) over de coronacrisis: ‘De behandelproductie valt onder de 20 procent’, MedischOndernemen, 24 maart 2020
Reactie toevoegen