Specialisten VvAA: ‘Voor zzp’ers uiteindelijk steeds lastiger langer in één praktijk te werken’
Wat is een zzp’er? Wat bepaalt of je een zpp’er bent? ‘Je kunt wel zeggen dat je een zzp’er bent en bijvoorbeeld een overeenkomst van de opdracht hebben, maar de feiten en de omstandigheden bepalen of iemand daadwerkelijk zelfstandig is’, legt Erik van Dam, senior-adviseur kennismanagement bij VvAA, uit. Wat bepaalt of je een werknemer of een zelfstandige bent? Dan gaat het erom of er sprake is van een dienstbetrekking of niet. ‘Een dienstbetrekking bestaat uit drie elementen: gezag, persoonlijke arbeid en beloning.’
Werknemer of zelfstandige?
Relevant is het zeker om te weten of iemand een werknemer of een zelfstandige is. ‘Een werknemer heeft bijvoorbeeld recht op vakantiedagen, zijn werkgever draagt allerlei premies voor hem af en betaalt loonbelasting. Dat geldt niet voor een zelfstandige.’ Een zzp’er staat voor ‘zelfstandige zonder personeel’, maar volgens Van Dam is het, gezien de problematiek, beter om een zzp’er een ‘zelfstandige zonder praktijk’ te noemen. Er zijn twee soorten zzp’ers: een waarnemer en een praktijkmedewerker.
Ondernemer of zzp’er
Ferdy de Wijs, fiscalist bij VvAA, wijst erop dat de begrippen zelfstandige en ondernemer niet dezelfde betekenis hebben. Bij de zelfstandige gaat om zijn relatie met een specifieke praktijkhouder. Dan spelen dus vragen een rol zoals: is er sprake van een dienstbetrekking, moet de praktijkhouder op dat moment loonheffingen inhouden? Bij een ondernemer gaat het juist vooral om het totaal van de werkzaamheden van de zzp’er en zijn eigen rol als belastingplichtige voor de inkomstenbelasting na afloop van een jaar. ‘Wij noemen zelfstandigheid daarom ook wel ‘de voorkant’ en ondernemerschap ‘de achterkant’', aldus De Wijs. ‘Overigens wordt een belangrijk fiscaal voordeel van het ondernemerschap, de zelfstandigenaftrek, momenteel sterk afgebouwd. Het kabinet wil hiermee het financiële verschil tussen werken als zzp’er en werknemer verkleinen.'
Samenspel van factoren
Een zzp’er moet ingeschreven staan bij de Kamer van Koophandel en is zelf verantwoordelijk voor zijn beroepsaansprakelijkheid, oudedagsvoorziening en risico op arbeidsongeschiktheid.
Vragen die daarnaast van belang zijn: geeft de praktijkhouder geen instructies aan de zzp’er over hoe deze werkt en wanneer? Hoe zijn de vergoedingen geregeld? Doet de zzp’er mee met een teamuitje? Krijgt hij een kerstpakket?
‘Het is een heel samenspel van factoren die bepalen of iemand wel of geen dienstbetrekking heeft. De praktijkhouder en de waarnemer beoordelen dit zelf en de Belastingdienst controleert dit achteraf na afloop op basis van feiten en omstandigheden. Hoe zelfstandig is de zzp’er, daar gaat het om’, benadrukte De Wijs. Het is belangrijk dat de Belastingdienst de samenwerking achteraf niet als een dienstbetrekking ziet, anders kan een praktijkhouder een naheffing krijgen.
Ook voor de zzp’er is duidelijkheid belangrijk, want het kan financiële gevolgen hebben als de zzp’er achteraf toch geen ondernemer blijkt te zijn, bijvoorbeeld omdat dan alle fiscale voordelen met terugwerkende kracht vervallen.
Onbekendheid met afkortingen en wetten
Volgens Van Dam is het aantal afkortingen rond het werken met zpp’ers duizelingwekkend. Hij vermoedt dan ook dat er bij tandartsen veel onbekendheid bestaat over de stand van zaken. ‘We zijn ooit begonnen met de Verklaring arbeidsrelatie (VAR), om vooraf duidelijkheid te verschaffen over wel of geen dienstbetrekking. Omdat de politiek vond dat de onderkant van de samenleving onvoldoende werd beschermd, kwam de wet Deregulering Arbeidsrelaties (DBA), met daarbij behorende modelovereenkomsten. Maar deze voldeed ook niet, vond men, en wordt de facto niet gehandhaafd.’
Wetsonderdelen van tafel
Hoe is de laatste stand van zaken? Er waren plannen voor een nieuw wettelijk regime waarmee het kabinet die ‘onderkant’ wilde beschermen en de ‘bovenkant’ meer ruimte wilde geven om te ondernemen: de Wet Minimumbeloning Zelfstandigen (Wmz) en de Wet Zelfstandigenverklaring (Wzv). Maar voor de zomer gaf minister Koolmees (Sociale Zaken) te kennen deze wetten in te trekken, omdat ze te complex zijn en het draagvlak ervoor ontbreekt. ‘De voorstellen leverden een enorme extra regeldruk op.’ licht Van Dam toe. ‘Daarom hebben we ons vorig voorjaar in Den Haag, samen met KNMT, als fel tegenstander van de plannen laten horen.'
Pilot met opdrachtgeversverklaring gestart in januari
Een ander onderdeel van het voorgenomen nieuwe regime: de zogeheten Opdrachtgeversverklaring wordt mogelijke wel ingevoerd. Het is een online vragenlijst aan de hand waarvan vooraf kan worden bepaald of iemand buiten dienstbetrekking, als zelfstandige dus, werkt.
De webmodule wordt sinds 11 januari dit jaar in een pilot getest. Dat gebeurt later dan gepland, daarom verschuift de voorgenomen aanscherping van de handhaving ook meteen tot in ieder geval na de evaluatie van de pilot. Op z’n vroegst komt die handhaving dan op 1 oktober dit jaar in beeld.
Financieel
Werken als zzp’er of een werknemer zijn kan op het financiële vlak veel uitmaken. Het verschil kan afhankelijk van de situatie flink oplopen. Nadeel is wel dat een zzp’er veel zaken zelf moet regelen en dat zijn extra kosten.
Links:
- http://www.vvaa.nl/landingspagina/zzp
- MedischOndernemen: 'Pilot webmodule en handhaving zzp'er opnieuw doorgeschoven' 16 november 2020
- Rijksoverheid, 6e voortgangsbrief over maatregelen werken als zelfstandige, 16 november 2020;
- VvAA, Webmodule en handhaving voor zzp’ers op lange baan, 17 november 2020 ;
- MedischOndernemen, Erik van Dam (VvAA) over handhaving zzp-regelgeving: ‘ Mogelijk weer op de lange baan’ , 16 oktober 2020;
- MedischOndernemen-magazine, De zorg is geen koekjesfabriek ’, september 2020 (pdf)
Foto: Shutterstock
Reactie toevoegen