Startende praktijkhouder Dorothea Gilow: ‘Er moet veel en als je alles geregeld hebt, komt de volgende golf’
Op de vraag ‘wat is er nodig om huisartsen in de toekomst te laten kiezen voor het praktijkhouderschap?’ barst Dorothea Gilow onmiddellijk los. ‘De administratieve druk moet omlaag. Toen ik anderhalf jaar geleden begon had ik het gevoel dat ik het wiel opnieuw moest uitvinden,’ zegt ze. ‘Ik heb de cursus Praktijkstart van de LHV gevolgd en ik heb advies gevraagd bij Hadoks, de zorggroep in de regio Haaglanden die de avond-, nacht- en weekenddiensten regelt. Er wordt veel aangeboden, maar als je navraagt wat ze kunnen doen, is dat beperkt. We moeten het zorgaanbod beter organiseren, om de grote zorgvraag die er aan komt beter te kunnen opvangen.’
Dorothea Gilow (40) studeerde geneeskunde in Hamburg en deed in Leiden de huisartsopleiding. Haar team bestaat uit een vaste waarnemer, een assistente en vier praktijkondersteuners. ‘Loosduinen groeit snel, er worden veel huizen gebouwd. Hier wonen veel ouderen en ik vind het fijn om met die groep te werken. De mentaliteit van patiënten vind ik leuk en uitdagend. Ze zijn direct, soms een beetje nors, daar houd ik wel van. Ik vind het moeilijk patiënten zakelijk te benaderen. Veel huisartsen voelen zich hulpverlener en hebben moeite hun werk te begrenzen. In deze wijk is een grote zorgvraag. Mijn werk begrenzen is soms moeilijk.’
Verantwoordelijk
‘Ik wilde altijd praktijkhouder worden. Ik dacht dat ik goed voorbereid was, maar wat mij overviel, was wat er allemaal bij komt kijken. Je krijgt tijdens je opleiding niet mee dat je echt overal voor verantwoordelijk bent. Dat begint bij kleine dingen als een account aanmaken voor alle medewerkers in de praktijksoftware. Ik ben arts en weet niet al te veel van ICT. Voor die dingen moet je óf iemand betalen - zoals een praktijkmanager, maar dat kan in het begin niet - óf je zoekt het zelf uit. Het zou fijn zijn om daadwerkelijk hulp te krijgen. Een tutor of een coach kan veel betekenen voor startende praktijkhouders: een ervaren huisarts die je begeleidt en af en toe bijspringt in het begin. Ik weet dat er nu initiatieven zijn om tutors in te zetten, maar dat is net te laat voor mij.’
Passie voor patiënt
‘Ik ben huisarts geworden vanuit een passie om de patiënt te helpen, dat is wat mij drijft. Als je een praktijk overneemt weet je dat er bedrijfsvoering bij komt kijken. Maar als je begint, krijg je het constante gevoel dat je verdrinkt, omdat er zoveel op je afkomt. Zo omschreven huisartsen die vlak voor mij zijn begonnen hun beginperiode: er moet heel veel en als je net alles geregeld hebt, komt de volgende golf. Daar kwam het hele coronagedoe nog bij. De eerste keer de griepcampagne regelen is spannend. Als je dat nog nooit gedaan hebt en er meteen ook de coronavaccinatie bij moet regelen, is dat ingewikkeld. Waarnemers zien wat er bij een nieuwe praktijk komt kijken en willen dat niet. Ze willen nu vaak geen praktijkhouder worden, maar als je weet dat er iemand is die je ondersteunt, zou dat de drempel wat verlagen.’
Perfectionistisch
‘Huisartsen zijn vaak heel perfectionistisch en dat ben ik ook. Ik wil alles goed doen, maar als dat niet lukt, word ik daar verdrietig van. Ik moet de patiënt soms teleurstellen, bijvoorbeeld als die moet wachten op een afspraak. Als ik genoeg tijd heb voor mijn patiënten, vind ik het ongelooflijk leuk dat ik praktijkhouder ben. Nu ik al mijn patiënten en hun gezinnen leer kennen, word ik blij. Dat was mijn doel: het bieden van continuïteit aan mijn patiënten. Ik word daar blij van en mijn patiënten ook. Het wordt nu wat rustiger op de praktijk omdat ze allemaal zien dat deze ene huisarts wel blijft.’
‘Veel artsen willen er niet aan beginnen omdat personeelsmanagement een groot probleem is. In Den Haag is het personeelstekort groot. Ik heb sinds een jaar een vaste assistente, maar nog geen tweede vaste assistente. Veel huisartsen overwegen om zonder assistenten digital first te gaan werken, waarbij patiënten online afspraken kunnen maken en e-consulten doen. Ik denk dat dat voor jongere patiënten en gezinnen prima is, maar oude mensen hebben een vast gezicht nodig met een herkenbare stem. Die kunnen niet online een afspraak maken.’
Digitaal niet altijd oplossing
‘De telefoon gaat constant, terwijl ik maar één assistente heb, vaak met een invalassistente moet werken en dat is gewoon niet te doen. Ik heb daarom ook een online portaal ingericht voor de mensen die het wel kunnen. Daarmee kunnen we de werkdruk aan de telefoon verlagen. Mensen die gewend zijn te bellen of langs te komen, kunnen dat blijven doen. Met een patiëntenportaal kunnen de patiënten die nieuw zijn hun chronische medicatie zelf bestellen en hoeven ze niet meer te bellen. Ook kunnen ze vragen via een e-consult stellen. Ik ben verrast hoeveel mensen dat lukt.’
‘Het portaal neemt de telefoondruk bij de assistente weg. Punt is wel dat ik de e-consulten ’s avonds om 20 uur nog zit te beantwoorden, omdat ik er overdag geen tijd daarvoor heb. Het maakt wel dat de patiënten minder aan de telefoon hoeven hangen. Meer patiënten kunnen dan bellen, als ze echt ziek zijn. Patiënten bellen minder, alleen voor het herhaalrecept. Het helpt de assistente beter de dag door te komen en patiënten die echt ziek zijn, hoeven minder lang te wachten aan de telefoon.’
Collega-praktijkhouder gezocht
‘We hebben een gezin met drie kinderen. We hebben een au pair, gelukkig werkt mijn man niet in de zorg en is hij erg flexibel. Ik heb een dag per week vrij, maar het lukt niet altijd die vrij te houden. Ik heb besloten dat ik heel snel een collega-praktijkhouder moet vinden, een huisarts die de werklast met mij deelt. Collega’s in de huisartsengroep in mijn omgeving hebben het allemaal even druk. Bijna iedereen gaat om 19 uur het pand uit in plaats van om 17 uur. Dat zijn ervaren praktijkhouders die al tien jaar bezig zijn.’
‘Samen met een compagnon wil ik graag 3,5 tot 4 dagen per week werken en daarbinnen wil ik dan ook alle administratieve dingen kunnen doen. Dan moet de praktijk nog een beetje groeien, zodat ook de tweede dokter ervan kan leven. Een tweede praktijkhouder vinden is niet zomaar iets. Je moet elkaar vinden in elkaars visie op de patiëntenzorg en het runnen van een praktijk. Je gaat heel veel tijd samen doorbrengen, misschien nog wel meer dan in een huwelijk. Dan moet je van tevoren goed toetsen of het past.’
Bij het thema van dit artikel betrokken organisaties
Meer artikelen met dit thema
‘De Groene Tandarts’ in Zwolle: ‘Probeer zelf de wereld een beetje mooier te maken’
25 apr 2023 5 minRobbert Eenkhoorn nam in september 2022 een tandartspraktijk over in Zwolle-Assendorp. Hij noemt zijn praktijk…
Startende Havendokters (Assen): ‘De droom van de eigen praktijk kwam toch terug, tegen wil en dank’
2 jun 2022 5 minThoon wil met actieve campagne huisartsen in Twente werven: ‘Nog meer proactief en inzetten op persoonlijk contact’
12 mei 2022 4 minWiyanti Nieuweweme is projectleider praktijkdienstverlening bij de Twentse Huisartsen Onderneming Oost…
Reactie toevoegen