Ik ken mijn ikken
We ontwikkelen in ons leven talloze subpersonen. Ze ontstaan in ons leven om ons te beschermen, of om ons te helpen verder te leven in een moeilijke situatie. Op zich is het hebben van zo een subpersoon geen probleem, zo lang hij maar niet het stuur van je bewuste ego overneemt. Van de meeste subpersonen zijn we ons niet bewust, totdat we er last van krijgen.
Karin Brugman, Judith Budde en Berry Collewijn beschrijven zo diverse “ikken” in het boek: de pleaser, de pusher, de rationele denker, de innerlijke criticus, maar er kunnen talloze subpersonen zijn die een rol in je leven kunnen hebben. Zij beschrijven hoe je kan ontdekken waar die “ikken” vandaan komen en hoe je ze kan hanteren. Hal en Sidra Stone hebben deze zogenaamde Voice-Dialogue-techniek ontwikkeld door in 1972.
Dankbare proefpersoon
In 1995 ging Loes, mijn partner, in een Voice Dialogue-opleiding. Al snel was ik een dankbare proefpersoon. Zelf stond ik versteld van de kracht van de techniek. Ik ervaarde hoe gemakkelijk ik mij met een subpersoon kon identificeren en hoe gemakkelijk ik emoties van zo een “ik” kon voelen. Dat ervaren was heel bijzonder. Zo ontdekte ik delen van mezelf opnieuw en kon ik patronen linken aan een subpersoon, die ik vervolgens de macht over het stuur kon ontzeggen. Ja, ook de pleaser, de pusher en anderen subpersonen, die ik in de dagelijkse praktijk als huisarts niet graag aan het stuur had. Vooral de realisatie “ik ben weer aan het pleasen!” kon mij daarna beter corrigeren.
Gewaardeerd instrument
Als we acht jaar later samen de opleiding tot Coach met het Enneagram doen bij Frits van Kempen en Renske van Berkel, blijkt ook daar Voice Dialogue een gewaardeerd instrument. Als je weet wat je type is, hoe kom je dan uit patronen die niet meer behulpzaam zijn. Daartoe is de meerstoelentechniek van Voice Dialogue heel effectief. Je stapt uit het cognitieve en komt terecht in de emoties van de subpersoon. Om snel door te dringen in zo een subpersoon, hanteren wij een vragenlijstje. Ik heb gemerkt dat al met enkele vragen aan de subpersoon iemand zich helemaal kan inleven in die rol en kan voelen wat er is. Ik heb het vragenlijstje van Elly te Brake nog steeds bij de hand:
Ik zou de schrijvers willen voorstellen om zo een lijstje bij de volgende druk als boeklegger in het boek te doen. Dat maakt de zelfhulp zo veel makkelijker. Zonder zo een lijstje moet je steeds twee rollen in de lucht houden: interviewer en geïnterviewde.
Veel coaches werken nog steeds met Voice Dialogue. Het is immers een effectieve manier van werken. Wordt deze techniek ook nog in de officiële ggz-psychotherapie gebruikt? Voor veel huisartsen zijn de ontwikkelingen daar moeilijk te volgen, laat staan dat je als huisarts onderscheid aan kan brengen.
Nieuwe ggz-verworvenheden
Hoe kan je dan efficiënt verwijzen? Het helpt dat we praktijkondersteuners ggz hebben, die organiseren een goede verwijzing. Helaas wordt zo op termijn ook de kennis van de huisarts zelf ondermijnd. Marcus Huibers en Harm van Marwijk onderkenden dit en schreven een artikel in Huisarts en Wetenschap: recente ontwikkelingen in de psychotherapie (2014). Een mooi overzicht van alle nieuwe ggz-verworvenheden.
Ze concluderen: nieuwere vormen van psychotherapie zijn niet per se effectiever dan bestaande. Een aantal van de nieuwere vormen is alleen bewezen effectief bij een specifieke diagnose. EMDR is effectief bij PTSS, schematherapie bij de borderline persoonlijkheidsstoornis en Mindfulness-based Cognitive Therapie bij herhaaldelijk herstelde depressie.
Maar wordt Voice Dialogue dan helemaal niet meer in de officiële ggz gebruikt? In het artikel van Huibers en van Marwijk lees ik dat schematherapie zich richt op patronen, die daar dan schema’s worden genoemd. Maar wordt er niet meer gewerkt met “ikken”, subpersonen of delen?
Schematherapie
Reden om mijn dochter Eva, gz-psycholoog in Nijmegen, te bevragen. Haar focus ligt op de schematherapie, een techniek door Yeffrey Young ontwikkeld uit de Cognitieve Gedragstherapie. Hij heeft diverse technieken hierbij gecombineerd. Zij vertelt mij dat er binnen de schematherapie zowel met cognitieve als ervaringsgerichte technieken wordt gewerkt. Ook in schematherapie wordt gewerkt met “delen”, die in deze therapie modi worden genoemd. Zij gebruikt daarbij de meerstoelentechniek. Zij is erg positief over het ervaringsgericht leren kennen van “delen” via het voelen. Door zo te werken op gevoelsniveau, ontstaan er corrigerende emotionele ervaringen en kunnen patronen doorbroken worden. Als ik dat hoor, denk ik dat Voice Dialogue best een mooie bijdrage aan de schematherapie heeft geleverd.
Lijstje met vragen
Voor mensen die merken dat ze last hebben van steeds terugkerende patronen en die daar mee willen dealen, is “Ik ken mijn ikken” een mooie techniek om jezelf beter en dieper te leren kennen. Het boek reikt diverse subpersonen heel mooi aan zodat iemand zich er makkelijk in kan herkennen. Om dan ook met “delen” van jezelf in gesprek te gaan, is een lijstje met vragen mogelijk een praktische suggestie voor een volgende druk.
Links:
- Karin Brugman, Judith Budde, Berry Collewijn, Ik (k)en mijn ikken, Uitgeverij Thema
- Huisarts en Wetenschap: Recente ontwikkelingen in de psychotherapie
Reactie toevoegen