Advocaat gezondheidsrecht Oswald Nunes: ‘Wie een keer wordt bestraft, is nog geen slechte dokter’
Nunes weet hoe ingrijpend een klacht voor een arts, paramedicus of verpleegkundige kan zijn. Tegenover de Volkskrant vergelijkt hij het met een rouwproces. ‘Het begint vaak met ontkenning en ongeloof, daarna gaan zorgverleners obsessief de hele zaak in hun hoofd herhalen, en pas later komen de emoties. Er vloeien soms tranen, ja, tijdens de gesprekken die ik met ze heb, maar ook in de zittingszaal.'
'Een tuchtzaak duurt gemiddeld een klein jaar, met een hoger beroep komt er nog een jaar bij. En al die tijd zit die zaak in hun hoofd. Artsen gaan aan zichzelf twijfelen, vragen zich af of ze wel geschikt zijn voor hun vak. Ik zie ook regelmatig boosheid: dat nu juist die ene patiënt voor wie ze zich zo hebben ingespannen, een klacht heeft ingediend.’
‘De dokter moet kennelijk onfeilbaar zijn’
Gevraagd naar een verklaring voor de heftige emoties, zegt Nunes dat het voor de meeste dokters voelt alsof ze geen goede dokter meer zijn. En volgens hem worstelen ze ook met de hoge verwachtingen van de buitenwereld; de dokter moet kennelijk onfeilbaar zijn.
Patiënten kunnen tot tien jaar na een behandeling terecht bij het tuchtcollege. ‘Het komt dus voor dat artsen een klacht krijgen van een patiënt die ze jaren geleden hebben behandeld, en nooit het idee hebben gehad dat daar iets verkeerd was gegaan. Dan moeten ze maar hopen dat ze alles goed hebben bijgehouden en kunnen terugvinden wat ze hebben gedaan.’
‘Kans op gegronde klacht is minimaal, toch houden ze er allemaal rekening mee'
Nunes wijst erop dat de kans dat zorgverleners met een gegronde klacht te maken krijgen minimaal is. Hij laat dit aan de hand van cijfers zien. In september vorig jaar stonden ruim 360 duizend zorgverleners geregistreerd die onder het wettelijk tuchtrecht vallen. Tegen hen worden gemiddeld zo’n 1.500 tuchtklachten per jaar ingediend, waarvan een derde tot een zitting leidt, waarvan nog niet de helft gegrond wordt verklaard. In 2019 werden uiteindelijk 194 zorgverleners bestraft.
Toch houden ze er volgens hem allemaal rekening mee. ‘Omdat ze elke dag opnieuw heel veel dingen doen die verkeerd kunnen uitpakken, die grote gevolgen kunnen hebben. Vaak moeten ze razendsnel een beslissing nemen. Huisartsen bijvoorbeeld moeten elke dag in een kort consult besluiten of zij de patiënt tegenover zich doorverwijzen, zelf behandelen of naar huis sturen. En dat dertig keer per dag. Dat realiseren ze zich heel goed.’
‘Tuchtrecht is bedoeld om ervan te leren’
Er zijn dokters die als gevolg van een tuchtzaak geen dokter meer willen zijn. Onderzoeksinstituut Nivel deed onderzoek onder bijna driehonderd zorgverleners die waren bestraft door de tuchtrechter en tekende op hoe groot de persoonlijke gevolgen waren: 12 procent van de oudere artsen en 4 procent van de jongere artsen die waren berispt of een boete hadden gekregen, hadden het vak verlaten.
Nunes heeft dat in zijn praktijk nog weinig meegemaakt, zegt hij, maar hij herkent de twijfels. ‘Er moet natuurlijk een instantie zijn die beoordeelt of zorgverleners fouten hebben gemaakt, maar veel artsen ervaren het tuchtrecht als een vorm van strafrecht. Terwijl het is bedoeld om van te leren, om de kwaliteit van zorg te bewaken.’
'Publicatie van je naam op internet kan je rest van je leven achtervolgen'
Op de vraag waarom zorgverleners het ervaren als een strafexercitie, antwoordt Nunes: ‘Ik denk dat vooral de mogelijke openbaarmaking zwaar weegt. Tot voor kort was het gebruikelijk dat na een bestraffing de naam van een zorgverlener werd gepubliceerd met daarbij de reden. Alleen bij de lichtste straf, een waarschuwing, bleef die publiciteit achterwege. Als een arts uit Utrecht door de tuchtrechter werd veroordeeld, kwam zijn naam niet alleen in de Staatscourant en op de website van het ministerie te staan, maar plaatste de overheid ook een advertentie in de regionale krant, met een tekst in de trant van: meneer of mevrouw is berispt vanwege het missen van een diagnose.'
'Het idee is dat patiënten de kwaliteit van zorgverleners moeten kunnen beoordelen. Maar wie een keer een fout maakt en wordt bestraft, is nog geen slechte dokter. En publicatie van je naam op internet kan je de rest van je leven achtervolgen. Die maatregel is onlangs, na toenemende kritiek van artsen, deels teruggedraaid. Nu wordt de naam alleen nog openbaar gemaakt bij de zwaarste bestraffingen.’
Nunes adviseert om het gesprek aan te gaan. Zorgverleners kunnen volgens hem veilig excuses aanbieden, zonder dat ze daar op worden afgerekend. ‘En nog mooier: het simpele woord ‘sorry’ kan voor patiënt én dokter prettig zijn. Het leidt tot beter contact, het voorkomt escalatie, de schade wordt soepeler afgehandeld.’
‘Artsen zijn kwetsbaar maar niet vogelvrij’
Nunes gaat in op het feit dat patiënten tegenwoordig cijfers kunnen geven aan hun dokter op Zorgkaart.nl. Hij noemt het een teken des tijds: artsen moeten hun uiterste best doen om hun patiënt goed te behandelen, maar patiënten verwachten kennelijk, net als klanten in een winkel, een resultaatsverplichting. ‘Het maakt de dokter kwetsbaar. De score van een ontevreden hotelgast kun je nog relativeren, die heeft mogelijk een slecht ontbijt gehad, maar als een arts een onvoldoende krijgt, weegt dat een stuk zwaarder.’ Hij voegt eraan toe dat uit de uitspraak van een civiele zaak gebleken is dat zorgverleners niet vogelvrij zijn. ‘Zoals een patiënt geen nummer is, zo kun je een arts niet in een cijfer uitdrukken.’
Link: de Volkskrant: ‘Advocaat gezondheidsrecht Oswald Nunes: ‘Als een arts gewoon sorry zegt na een fout, is al veel ellende te voorkomen , 16 januari 2021
Foto: Shutterstock
Reactie toevoegen