Grote wijziging in zzp-regime op komst?
Over drie assen
Het kabinet wil rondom het werken met of als zelfstandige(n) de balans herstellen en de regels toekomstbestendiger maken. De voorgenomen aanpak loopt via drie assen. De eerste gaat over het creëren van een gelijker speelveld tussen zelfstandigen en werknemers. De belangrijkste maatregelen zijn hier van fiscale aard, met als doel het financieel minder aantrekkelijk maken van zzp-en. Denk aan de verdere afbouw van de zelfstandigenaftrek en de afschaffing van de fiscale oudedagsreserve (FOR).
Lastig voor de zorg
De tweede as betreft meer duidelijkheid over de arbeidsrelatie. Wanneer is sprake van een dienstbetrekking, wanneer niet? Opvallend element van de wetgeving die hiervoor in de maak is, is de ‘inbedding van het werk in de organisatie’ als indicatie voor een dienstbetrekking. Daarmee zou het voor zorgverleners heel lastig worden als zzp’er in een praktijk of zorgstelling te werken.
De derde en laatste as gaat over de handhaving door de Belastingdienst op schijnzelfstandigheid. Sinds 2016 heeft er nauwelijks handhaving plaatsgevonden, waardoor een cultuur is ontstaan waarin alles mogelijk lijkt. Uiterlijk 1 januari 2025 wil het kabinet het huidige handhavingsmoratorium opheffen. Momenteel is de handhavingscapaciteit al uitgebreid en krijgen partijen bij ‘een tik op de vingers’ van de belastinginspecteur eerst nog ‘ongesanctioneerd’ de mogelijkheid hun samenwerking anders in te vullen.
Modelovereenkomsten lang leven beschoren?
In hoeverre het werken met zzp-modelovereenkomsten nog past binnen de nieuwe visie van Rutte IV is vooralsnog niet duidelijk. Werken op basis van én conform zo’n overeenkomst betekent, sinds de inwerkingtreding van de Wet DBA, werken buiten dienstbetrekking en dus geen inhoudingsplicht van loonheffingen voor de opdrachtgever. De eerstelijns zorg werkt veel met modelovereenkomsten.
Drie vliegen in een klap
Partijen slaan met deze modellen drie vliegen in een klap: zij gebruiken deze niet alleen voor houvast voor de kwalificatie van de arbeidsrelatie; ook worden de onderlinge afspraken hiermee goed vastgelegd. Tot slot worden de vereisten die bijvoorbeeld de Wet kwaliteit klachten en geschillen zorg (WKKGZ) stelt aan opdrachtgever en zzp’er hiermee geregeld. Allemaal met een en dezelfde overeenkomst. Een belangrijke regeldrukverlager dus. Het pleidooi voor het behoud van de modelovereenkomsten, klinkt daarom steeds luider vanuit de gezondheidszorg.
Overeenkomsten ‘verlengd’
Ondertussen oordeelde de Belastingdienst de afgelopen maanden positief over nagenoeg alle opnieuw voorlegde modelovereenkomsten in de eerstelijns zorg. Beroepsorganisaties, veelal samen met VvAA, legden de geüpdatete overeenkomsten opnieuw voor met oog op het verlopen van de vijf jaar geldigheidstermijn. In de eerste twee maanden van dit jaar betrof het de overeenkomsten voor verloskundigen, gz-psychologen en mondzorg (tandarts-mondhygiënist). Vorig jaar waren de overeenkomsten voor onder meer de paramedici en mondhygiënisten (onderling) al verlengd voor het werken buiten dienstbetrekking.
Over de auteur
Drs. ing. Erik M. van Dam is senior adviseur kennismanagement bij VvAA.
Online minicollege ‘Zzp’ers in de zorg in tien minuten
De video ‘Zzp’ers in de zorg in tien minuten’ schetst in vogelvlucht de zzp-problematiek: vvaa.nl/minicolleges
Reactie toevoegen