InEen-directeur Anoeska Mosterdijk: 'De eerste lijn moet opletten de boot niet te missen'
Ruim twee jaar maakt Anoeska Mosterdijk zich nu als directeur van InEen hard voor stevige organisaties binnen de eerste lijn. InEen is een bundeling van verschillende organisaties die actief zijn in de eerste lijn: huisartsenposten, zorggroepen, gezondheidscentra en ROS’sen.
Versnippering en gebrek aan mandaat
“Een hoge organisatiegraad is nodig voor de toekomst van de eerstelijnszorg”, vindt Mosterdijk. “Maar het is nog wel erg druk in de regio. Er zijn veel verschillende organisaties die deels met dezelfde zorg bezig zijn. Deze organisaties werken niet altijd soepel samen en soms is onduidelijk wie waarover gaat en wie het mandaat heeft.”
“Eerstelijnsorganisaties moeten oppassen dat ze niet buiten de boot vallen door versnippering en gebrek aan mandaat”, zegt Mosterdijk. “Je ziet nu gebeuren dat ziekenhuizen direct afspraken maken met thuiszorgorganisaties. De eerste lijn wordt dan overgeslagen.” Het is echter volgens haar zeker niet zo dat er niets gebeurt in de eerste lijn. “Je ziet dat de huisartsenorganisaties in de regio elkaar steeds meer opzoeken; zorggroepen en LHV-kringen gaan met elkaar in discussie: wie doet wat? Zorgverzekeraars stimuleren dat ook, want ze willen graag één aanspreekpunt. Je ziet ook dat zorggroepen zich verbreden en allerlei ondersteunende taken op zich nemen om het de huisarts makkelijker te maken.”
Leden ondersteunen
Mosterdijk heeft de laatste jaren veel gediscussieerd met de leden over hoe de organisatie van de eerste lijn eruit zou moeten zien. Wat hoort op welk niveau? Hoe verbind je lokaal - in de wijk - met regionaal? Ze ziet het als de taak van InEen om leden met elkaar te verbinden en van elkaar te laten leren. “Wij ondersteunen leden in goed bestuur, maar vooral in het anders organiseren van de zorg door goede voorbeelden te laten zien en veel ontmoeting en uitwisseling te organiseren. Ook maken we ons hard voor de juiste randvoorwaarden.” InEen behartigt de belangen van de eerste lijn bij allerlei partijen, zoals de politiek en de zorgverzekeraars.
Dat (multidisciplinaire) samenwerking de toekomst van de eerstelijnszorg is, daar twijfelt ze niet aan. “De zorg van nu vereist gewoon dat je het samen doet. In je eentje een praktijk runnen zonder contact met anderen lukt niet meer. Al was het maar omdat er steeds meer complexere zorg naar de eerste lijn komt, waarvoor meer kennis nodig is. Dan is het bijvoorbeeld goed om aangesloten te zijn bij een zorggroep die beschikt over verschillende soorten kaderhuisartsen.”
De weerbarstige werkelijkheid
Een van de belangrijkste successen van de afgelopen twee jaar is voor Mosterdijk de totstandkoming van vier nieuwe betaaltitels voor organisatie en infrastructuur (voor praktijkmanagement, wijkmanagement, ketenzorg en regiomanagement). De betaaltitels stimuleren samenwerking en versterking van de organisatiegraad in de eerste lijn. InEen had een actieve rol in dit traject, samen met ZN, LHV, VWS en NZa.
De werkelijkheid blijkt echter weerbarstig. Mosterdijk: “De nieuwe betaaltitels waren al voor de zomer van 2017 klaar en we stonden te trappelen om er in 2018 mee aan de gang te gaan. Maar daar zijn we in teleurgesteld. In de nieuwe contracten met de zorgverzekeraars kwamen de nieuwe betaaltitels bijna niet terug.” Ook werd er nauwelijks ‘in de geest van’ de betaaltitels gecontracteerd. Terwijl de knelpunten in de huisartsenzorg rap toenemen en het budget er was. “Verzekeraars lijken dit nog niet erg serieus te nemen. Nieuwe investeringen moet je van de zorgverzekeraar eerst zelf terugverdienen, bijvoorbeeld door doelmatig voorschrijven. Dat valt niet goed bij de huisarts, die willen nu hulp en verlichting van hun taken.”
Meer centrale sturing graag
Wat verwacht Mosterdijk van de nieuwe bewindspersonen? “De nieuwe regering belooft meer regie. Er worden centrale akkoorden gesloten, waaronder een pact voor de ouderenzorg. De vraag is wel hoe de plannen uitgevoerd gaan worden. Zo’n afspraak met heel veel partijen is mooi, maar wat ga je doen om het ook echt voor elkaar te krijgen. Komt er ook een actieplan? En wie ziet toe op de naleving van de afspraken?”
Ze zou graag zien dat het ministerie wat meer sturend optreedt als zorgverzekeraars steken laten vallen. “VWS is verantwoordelijk voor het systeem en het systeem blijkt niet goed te werken. Als huisartsen zeggen dat ze het niet redden en verzekeraars nemen dat niet serieus, dat moet je als VWS toch wat gaan doen?”
Te weinig tijd voor eHealth
Ook op het gebied van technologie moet de eerste lijn oppassen om de boot niet te missen, vindt Mosterdijk. "Het baart ons zorgen dat we achterlopen op het ziekenhuis of de thuiszorg. Als je de boot mist en het is al ingeregeld, kun je alleen nog maar aanhaken. Maar in de eerste lijn staat eHealth op dit moment niet bovenaan agenda’s; de urgentie om te veranderen is misschien nog niet groot genoeg. Ik denk dat huisartsen daarbij ook meer ondersteund moeten worden. De individuele praktijkhouder die net niet verzuipt bij het afwikkelen van de dagelijkse patiëntenstroom, heeft geen tijd om te veranderen. Eerstelijnsorganisaties kunnen hen daarbij helpen.”
“Het probleem is natuurlijk dat het een kip-ei-verhaal is: je blijft het druk houden zolang je geen tijd hebt om te veranderen. Dat is ook onze oproep aan verzekeraars: geef huisartsen eerst wat lucht om te vernieuwen en stel organisaties in staat om de huisarts daarbij te helpen.”
Door Maaike Heijltjes
Reactie toevoegen