Jorine Barents en Jean-Paul van Bemmel (VvAA): ‘De WAB betekent voor fysiopraktijken veel onzekerheid’

donderdag 27 februari 2020

timer 5 min

De Wet Arbeidsmarkt in Balans, die sinds 1 januari geldt, heeft voor de fysiotherapie grote gevolgen. De inzet van flexibele medewerkers leidt tot een hogere ww-premie. Ook rond de transitievergoeding, ontslagrecht, ketenbepaling en oproepcontracten zijn de spelregels flink veranderd. Jorine Barents en Jean-Paul Van Bemmel geven in een speciale workshop inzicht in de gevolgen bij Fysiopraktijk Anno Nu, op 7 maart in Utrecht.

De Wet Arbeidsmarkt in Balans (WAB) is bedoeld als betere bescherming voor oproepkrachten, zeggen Jorine Barents (arbeidsrechtjurist bij VvAA) en Jean-Paul van Bemmel (salarisspecialist paramedisch VvAA).

‘Het is niet het ultieme doel van de WAB om te stimuleren dat praktijkhouders mensen in vaste dienst nemen. Per saldo is dat wel de uitwerking. Praktijkhouders moeten zich niet laten opjagen door de hoge premie, om mensen in vaste dienst te nemen. Dat moet wel bij je praktijk passen.’

In de workshop ‘What about the WAB’ komt de beloningssystematiek aan bod, evenals de transitievergoeding, het ontslagrecht, de ketenbepaling en de veranderingen rond oproepcontracten. ‘De grootste pijn zit bij de hogere premie. Met andere veranderingen krijg je te maken als je een medewerker moet ontslaan of het contract al dan niet verlengt. Die zaken komen wel eens voorbij, maar zijn nu niet heel spannend.’

Hoe relevant is de WAB voor fysiopraktijkhouders?

Jean-Paul van Bemmel: ‘In de fysiotherapie zijn de werknemers gewend om een afrekening te krijgen voor het aantal patiënten dat ze in de maand daarvoor behandeld hebben. Daarmee zijn ze volgens de WAB oproepkrachten met alle gevolgen van dien. Tegelijk blijft de fysiotherapie graag flexibel en moet men een hele hobbel nemen om vaste uren af te spreken. Vaste uren zijn in de WAB de enige manier om een lage premie te mogen berekenen.’

‘De premie scheelt vijf procent, het verschil tussen wel goed en niet goed regelen. Dat betekent niet per definitie dat de praktijkhouder voor de extra kosten opdraait. Bij een all-in loon zijn de werkgeverslasten verdisconteerd in het percentage van de omzet. Een hogere premie zou dus een lager salaris voor de werknemer betekenen. Dat is net zo goed lastig. Als VvAA hebben we een oplossing bedacht waarvoor we van de Belastingdienst al drie keer een akkoord kregen, maar nog niet op papier.’

Gaat de beloningssystematiek ingrijpend veranderen?

Jorine Barents: ‘In het overleg met de Belastingdienst is ons doel om de huidige systematiek zoveel mogelijk in stand te laten. We stellen voor de bestaande systematiek in het WAB-vat te gieten. Spannend is nog het oordeel van de Belastingdienst of ze daar wel of niet mee instemmen. Dat zou betekenen dat ze de arbeidsovereenkomst aanmerken als een niet-oproepovereenkomst, zodat een lage ww-premie toegepast mag worden.’

Wat zijn daarvan de ingrediënten?

Van Bemmel: ‘De vaste uren. Wij denken dat je met een voorschot moet gaan werken en achteraf per kwartaal moet afrekenen. Iemand werkt bijvoorbeeld gemiddeld 17 uur per week. Daar geven we een voorschot op en per kwartaal berekenen we wat de werkelijke omzet was. Daar halen we het voorschot weer van af. Het salaris is uiteindelijk hetzelfde aan wat men gewend is, maar het systeem is omslachtiger.’

Weten praktijkhouders inmiddels dat er met de WAB ingrijpende veranderingen aankomen?

Van Bemmel: ‘Praktijkhouders zien op dit moment dat ze meer moeten betalen. Tegelijk worden we gebeld door accountantskantoren die nog niet bekend zijn met de WAB en zich willen laten adviseren over de beloningssystematiek, qua hoge of lage premie. Sommige accountants en andere adviseurs vragen nu zelfs praktijkhouders wat ze moeten doen.’

Barents: ‘Klanten hebben behoefte aan advies over hoe ze het in de salarisadministratie moeten verwerken. En er moeten wijzigingen in de arbeidsovereenkomsten worden beschreven. Fysiotherapeuten willen we stap voor stap begeleiden in het traject: vaststellen van de arbeidsomvang, een aanbod doen, de arbeidsovereenkomst met addendum (aanvulling) vaststellen. Voor praktijkhouders is het een hele onzekere situatie. Welke dingen moeten er gebeuren en hoe doe je dat dan?’

Levert de WAB ook een verbetering op voor fysiotherapeuten en praktijkhouders?

Van Bemmel: ‘De fysiotherapie kon goed leven met de bestaande wetgeving. Nu worden ze geforceerd om vaste uren af te spreken, maar ze waren er totaal niet op voorbereid. De inkomensgarantie, waar de WAB voor bedoeld was, is niet zo van toepassing op de fysiotherapie. We horen bij met name grotere praktijken dat medewerkers al een vast aantal uren hadden. Voor heel veel praktijken verandert er dus niet zoveel. Er is in de fysiotherapie al vaker reuring geweest, bijvoorbeeld over de vakantiedagen. Er waren al oplossingen bedacht om het all-in loon om te zetten in variabel brutosalaris en nu komt er weer een nieuwe aanpassing.’