Marc Bruijnzeels: ‘Ga op zoek naar een samenwerkingspartner’

donderdag 1 juli 2021
timer 4 min
De eerste lijn staat weer centraal. Praktijkhouders doen er verstandig aan om zich aan te sluiten bij een netwerk om zo samen schaalvoordelen te behalen, zo bepleit Marc Bruijnzeels, directeur van het Jan van Es Instituut, tijdens de (online) Dag van de Praktijkhouder ‘Futureproof’ op 24 juni.

Aan het begin van zijn betoog stipt Marc Bruijnzeels een aantal uitdagingen aan waar praktijkhouders mee te maken hebben: een dubbele vergrijzing, de toename van complexe zorgvragen en steeds minder werkenden.

De ziektespecifieke benadering van de eerste lijn is volgens hem achterhaald. ‘Kijk vooral naar buiten’, luidt zijn advies aan praktijkhouders. ‘Wat dit voor uw praktijk betekent, hangt ook af waar u werkt. Daar komt bij dat de gezondheidsproblemen niet eerlijk verdeeld zijn over de bevolking.’

‘Multidisciplinaire samenwerking nodig’

De eerste lijn worstelt met het gegeven dat alles in kokers (‘silo’s’) is verdeeld: aparte beroeps- en wetenschappelijke verenigingen, de betaaltitels en aparte beleidsafdelingen van het ministerie van VWS. ‘Terwijl de zorg vraagt om multidisciplinaire samenwerking. De eerste lijn is gefragmenteerd georganiseerd en dat staat haaks op samenwerking.’

‘Eerste lijn weer centraal’

Bruijnzeels benadrukt dat de zorg niet langer volumegedreven maar waardegedreven georganiseerd wordt. ‘Het draait om zinnige zorg. Buitenlandse voorbeelden zoals Engeland, Duitsland en Verenigde Staten laten zien dat als je goed samenwerkt en beter overlegt de zorg langer houdbaar is. Dan staat de eerste lijn weer centraal.’

Het betekent vooral minder specialistische zorg en een zorgvraag die meer in de eerste lijn wordt afgehandeld. ‘Bijvoorbeeld huisartsen en fysiotherapeuten die samen klachten van het bewegingsapparaat aanpakken. En kijk naar de laatste ontwikkeling: Covid-patiënten die thuis beademd werden.’ Bruijnzeels wijst erop dat de Federatie van Medisch Specialisten (FMS) specialisten oproept meer de wijk in te gaan.

‘Lees het regeerakkoord’

Daarnaast wijst Bruijnzeels op het recente advies van de Raad voor Volksgezondheid en Samenleving (RVS), over het werken met hoofdlijnenakkoorden in de zorg en de gevolgen daarvan voor zorgverleners, verzekeraars en de zorgsector. In het advies wordt gepleit voor domein overstijgende afspraken. ‘Lees wat er in het komende regeerakkoord staat over de zorg. Dat bevat al onderdelen waaruit u kunt opmaken welke kant het opgaat. Het bepaalt bijvoorbeeld het inkoopbeleid van de zorgverzekeraars’, adviseert Bruijnzeels.

‘Zoek een partner’

Wat kan een praktijkhouder doen? ‘We moeten af van het monodisciplinaire denken. Denk vanuit een coöperatie bijvoorbeeld. Dat betekent dat u uw autonomie deels opgeeft. Dat doet u in het vertrouwen dat u daar meer voor terugkrijgt! Ga op zoek naar een samenwerkingspartner. Een ziekenhuis gaat geen duurzame samenwerkingsafspraken maken met individuele huisartsen. Op hechtehuisartsenzorg.nl kunt u zien wat er gaande is.’

Ook bij de fysiotherapie staan de luiken open, constateert Bruijnzeels. ‘U moet zich in de regio tot elkaar verhouden. Zorg voor aanspreekbare organisatorische eenheden in de regio. Ik zie dat apothekers zich nu ook in die richting bewegen.’

‘COPD-traject voorkomt heropnamen’

‘We willen schaalvoordelen behalen. Waar zit de echte winst? Dat is bij het voorkomen van extramurale opnamen en voorkomen van dure geneesmiddelen voorschrijven. Dan heb je een grote schaal nodig. Een goed COPD-traject kan heropnames voorkomen. Of denk aan het Parkinsonnetwerk, zodat je niet meer in je eentje werkt’, stelt Bruijnzeels. Als voorbeeld van een nieuw samenwerkingsverband noemt hij ook de ontwikkelingen rond de geboortezorg. Verloskundigen hebben extra contracten met zorgverzekeraars gesloten. ‘Dat is een nieuw verdienmodel. Zij liften mee in een groter verband en profiteren mee van dit contract.’

‘Kijk naar buiten’

In een aantal pilots wordt geëxperimenteerd met bijvoorbeeld shared savings. ‘Dat doen huisartsen, fysiotherapeuten en orthopeden bijvoorbeeld in Aalsmeer. Patiënten gaan eerst naar de fysiotherapeut en dan pas naar de orthopeed. Het leidt tot aanzienlijke besparingen en minder verwijzingen. De fysiotherapeut heeft extra toegevoegde waarde en de huisarts is blij met een verwijskanaal dichtbij. Kijk naar buiten, bekijk welke netwerken er zijn en maak een keuze: waar ga jij staan?’, besluit Bruijnzeels.

Links:

Reactie toevoegen

Beperkte HTML

  • Toegelaten HTML-tags: <a href hreflang> <em> <strong> <cite> <blockquote cite> <code> <ul type> <ol start type> <li> <dl> <dt> <dd> <h2 id> <h3 id> <h4 id> <h5 id> <h6 id>
  • Regels en alinea's worden automatisch gesplitst.
  • Web- en e-mailadressen worden automatisch naar links omgezet.
  • Lazy-loading is enabled for both <img> and <iframe> tags. If you want certain elements skip lazy-loading, add no-b-lazy class name.

Meer artikelen met dit thema

mic_external_onInterview

Arnout van Stokkom (PlusPraktijken): ‘Door samen te leren en te verbeteren, word je toekomstbestendig’

9 jun 2021 timer6 min
Veertien Limburgse huisartsenpraktijken, zogeheten ‘PlusPraktijken’, hebben geëxperimenteerd in innovatieve…
Lees verder »
person_outlineBlog

Hoe houd ik mijn praktijk futureproof?

8 jun 2021 timer3 min
Leiderschap is steeds meer een randvoorwaarde voor een praktijk die futureproof is. Daarmee bedoelen we niet het…
Lees verder »
person_outlineBlog

Futureproof? Zorg voor toekomstbestendige huisvesting

8 jun 2021 timer3 min
Dé ‘futureproof’ tip is om een duidelijke toekomstvisie voor de praktijk te maken en om meer spreekruimtes te…
Lees verder »