MOVES-onderzoek: ‘Fysiotherapeuten kunnen hun kop veel meer boven het maaiveld uitsteken’
‘MOVES in de beweegzorg’ is een tweejarig onderzoeksproject vanuit de Hogeschool Utrecht, met subsidie van het fonds SIA RAAK MKB. Het project is opgezet vanuit twee lectoraten: Marketing, Marktonderzoek en Innovatie en Innovatie van Beweegzorg. MOVES werkt via een consortium, waarbij zo’n 20 fysio- en oefentherapiepraktijken betrokken zijn, evenals Hogeschool Utrecht, beroepsvereniging KNGF en stichting Keurmerk. Onderzoeker Eveline van der Herberg vertelt over de tussentijdse resultaten van het project dat nog tot februari 2020 loopt.
De combinatie van marketing en beweegzorg lijkt een relatief nieuw onderwerp, klopt dat?
Eveline van der Herberg: ‘Ja, absoluut. Dat is het leuke aan het project, ook omdat er twee lectoraten aan mee werken, die meestal niks met elkaar te maken hebben. Marketing in de zorg is een nieuw vakgebied en dat is heel spannend omdat we elkaar ook soms een beetje bijten. Marketing is geënt op euro’s onder aan de streep, de verkoop, omzet leveren. Dat zijn termen die in de zorg, met name in de beweegzorg, nog wel als oneerbiedig worden gezien.’
Fysiotherapeuten zijn onwennig over commercie?
‘Ja, als we vragen: wie zijn je concurrenten, wordt dat meestal niet zo goed opgevat. Dan zeggen ze: concurrenten hebben we niet, we zijn allemaal collega’s. Het interessante van het project is dat we de beweegzorg in de wijk benaderen vanuit een ondernemersperspectief en daar heeft marketing een groot aandeel in. We proberen de fysiotherapeuten te triggeren om een marketingbril op te zetten als ze naar hun eigen praktijk kijken.’
Wat zijn de specifieke doelen achter MOVES?
‘We hebben een innovatielijn en een positioneringslijn. We hebben als doel om die fysiotherapeut in de wijk, het midden- en kleinbedrijf, de wat kleinere praktijken, een positie te laten innemen in de wijk om zich te profileren. Zodat stakeholders, dus niet alleen cliënten maar ook verwijzers, ziekenhuizen, gemeenten voor hen kiezen. Dat betekent dat ze duidelijk bepalen waar ze voor staan, wat ze te bieden hebben en voor welke groepen.’
‘We doen dat concreet door aan het eind van het project een toolbox op te leveren, waarmee een fysiotherapiepraktijk zelf aan de slag kan, waarbij ze leren hoe ze tot een positioneringskeuze kunnen komen. En we proberen inspiratie te bieden. We willen namelijk niet voor elke praktijk in de wijk zeggen hoe ze zich moeten positioneren. Elke wijk heeft een andere populatiesamenstelling, andere concurrenten en partijen. Ook hielden we een heel uitgebreid behoeftenonderzoek in de wijk onder die verschillende stakeholders.’
In de wijk zitten immers ook organisaties met andere doelstellingen zoals het sociaal werk.
‘Dat klopt. Het gaat op wijkniveau ook over de huisartsen, praktijkondersteuners, wijkverpleegkundigen, maar ook over de buurtsportcoach. En over sociaal werk, dat in elke wijk anders is georganiseerd. En collega’s, ergotherapeuten en oefentherapeuten. Belangrijke stakeholders zijn ook mantelzorgers en actieve buurtbewoners. En we hebben dat in verschillende wijken onderzocht: groot- en kleinstedelijk, verschillende sociaal-economische achtergronden. En daar vinden we eigenlijk een gelijk plaatje. Dus ook al zit je nou in Utrecht of in Eibergen, er zijn in de buurt altijd actieve mensen die vrijwilliger zijn.’
In hoeverre is de fysiotherapeut gewend om naar het netwerk in de wijk te kijken?
‘Vaak zien fysiotherapeuten organisaties als sociaal werk niet als belanghebbende. Dat heeft omgekeerd ook gevolgen voor de mate waarin die partijen de fysiotherapeuten kennen. Dat blijkt bijvoorbeeld uit het imago van de fysio, zowel wat zijn bekendheid in de wijk (‘mindshare’) als het gevoel (‘heart’) dat mensen bij fysiotherapeuten hebben. Het betekent iets voor zijn positie in de wijk, als de huisarts niet weet welke fysio’s er in de wijk zitten. Ook de gemeenten en verzekeraars vinden vaak dat de beroepsgroep lastig aanspreekbaar is. Huisartsen verenigen zich en zijn daardoor ook makkelijker aanspreekbaar.’
Is dit het beeld in alle door jullie onderzochte wijken?
‘Ja, dat is het algemene beeld. Netwerken van georganiseerde fysiotherapeuten zijn uitzonderingen, waarbij we hebben gekeken naar het wijkniveau. Als je kijkt naar zorgverleners als huisartsen, verpleegkundigen, buurtsportcoaches en de gemeenten, dan weten zij vaak niet wie de fysiotherapeuten in hun wijk zijn. Binnen de wijk kunnen fysiotherapeuten hun kop veel meer boven het maaiveld uitsteken. Tegelijk zijn het vaak hele loyale samenwerkingspartners, alleen het zijn nooit de kartrekkers, zo luidt de kritiek. Dat vind ik heel opvallend in een tijd, waarin ze aan alle kanten door nieuwe ontwikkelingen worden ingehaald als leefstijlcoaches en dergelijke. Bij patiënten is er juist een positief gevoel. Zij dragen fysiotherapeuten meestal een enorm warm hart toe. Het is een van meest menselijke zorgverleners in hun buurt, die hen letterlijk aanraakt, een luisterend oor heeft en daarin heel zachtaardig is.’
Hoe kijken grote stakeholders naar de fysiotherapeut?
‘We zien in ons onderzoek dat het voor verzekeraars lastig is omdat ze heel veel fysiotherapeuten niet goed kennen. Ze zetten op dit moment heel erg in op de gecombineerde leefstijl interventies die aangeboden worden door leefstijlcoaches. Gemeenten zien ook dat grote groepen in de bevolking die in beweging moeten komen, waarbij preventie erg van belang is. Verzekeraars zijn er heel erg mee bezig de gecombineerde leefstijl interventies uit te rollen, terwijl fysiotherapeuten nog twijfelen of ze daarin wel willen meegaan.’
‘De grote trend zit dan in ieder geval op leefstijl en bewegen. Vanuit alle stakeholders is het een grote trend dat het belangrijk is om zelfredzaamheid en zelfregie te promoten. Zo zien alle partijen bijvoorbeeld zelfredzaamheid van senioren als een thema waar fysiotherapeuten een belangrijke rol in kunnen spelen en zelfs een regisseursrol zouden kunnen pakken. Om ervoor te zorgen dat mensen die zo 75-80+ zijn en die zelfstandig willen blijven zolang mogelijk te ondersteunen. Die groep krijgt klachten in de mobiliteit, zodat daar omheen een zorgnetwerk wordt gecreëerd waarin de fysiotherapeut het voortouw kan nemen. De fysio kan bij de mensen thuis komen, om te kijken wat is er nodig in de eigen omgeving, om nog te kunnen blijven functioneren. En wie daar verder bij te betrekken is, zoals de huisarts, wijkverpleegkundige of diëtist.'
En wat is er voor nodig in de rol van de fysiotherapeut?
‘Sowieso is er voor nodig dat je als fysiotherapeut durft te kiezen. Ze kunnen dat. Een fysiotherapeut is de specialist als het gaat om bewegen en houding. Een buurtsportcoach of bewegingsagoog kan dat niet. Dat vindt iedereen. De verzekeraar, de huisarts, de medisch specialist. Als het gaat om zelfredzaamheid van ouderen, dan moet je bij de fysiotherapeut zijn.’
Dus dat vraagt van de fysiotherapeut dat die zich daarop profileert?
’Ja, kijk naar wat de anderen in de wijk doen. Zoek vervolgens partners in de wijk die daar ook mee bezig zijn. Dat lijkt bij dat thema niet zo moeilijk. Verder moet je specialismen durven afstoten. Kijk naar een gemiddelde fysiotherapeut en kijk naar zijn website, dan zie je zo tien specialismes die hij of zij doet: van rugklachten tot coaching tot COPD. Maar waar ben je dan van? Heb je het lef om dat te selecteren?'
'En als jij de lead wilt nemen, moet je er ook op af durven te gaan en weten wie je mogelijke partners zijn. Dat betekent dat je bij gemeentes moeten durven aanbellen met de vraag of je ergens bekostiging voor kunt krijgen. Zelfredzaamheid is een groot thema, maar zo zijn er nog een stuk of zes thema’s, waarvan we zien dat dit in de wijk speelt. Daarvan zeggen stakeholders: dit is een gat in de markt en durf er maar in te springen.’
MOVES-miniseminar ‘Onbekend maakt onbemind in de beweegzorg?‘. Het seminar staat in het teken van positioneren en innoveren in de beweegzorg. 3 juli 2019, Heidelberglaan 15, 3584 CS Utrecht. Inschrijven kan nog, deelname is gratis. Meer informatie: ‘Onbekend maakt onbemind in de beweegzorg?‘
Bij het thema van dit artikel betrokken organisaties
Meer artikelen met dit thema
Actieve handhaving op schijnzelfstandigheid: wat betekent dit voor u?
28 mei om 14:30 uur 4 minSchijnzelfstandigheid zorgt ervoor dat werkgevers minder premies en belastingen betalen, maar…
Sophie Brühl (Buurtdokters) en haar ‘wake up call’ voor de huisartsenzorg: ‘Meer ruimte voor praktijkmanager nodig’
8 mei om 14:15 uur 6 minSophie Brühl, huisarts en mede-initiatiefnemer van Buurtdokters, gaat tijdens de Dag van de…
Jouw praktijk en Google
8 mei om 10:00 uur 4 minTwintig jaar geleden had ik niet kunnen verwachten dat Google anno 2024 nog steeds zo belangrijk zou zijn voor…
Willy van der Wind op de Dag van de Praktijkmanager: ‘Conflicten oplossen door de roze olifant bespreekbaar te maken’
1 mei om 11:15 uur 6 minHuisarts stuurt SOS: ‘Een duurzame, instapklare praktijk waar we het verschil kunnen maken’
22 apr om 10:30 uur 6 minHuisarts Wietske Jacobs (44) maakte in 2018 de sprong naar het praktijkhouderschap in Den…
Huisarts Annemieke Commissaris zoekt maat voor ‘positief gezonde’ praktijk: ‘Rust en ruimte voor langdurige relatie met patiënt’
11 apr om 15:15 uur 5 minHuisarts Annemieke Commissaris plaatste onlangs een oproep op LinkedIn voor een maat, om samen als…
Onderzoeker Nico Verhoef: ‘Ongeveer 40 procent van de huisartsen heeft burn-outklachten’
10 apr om 15:00 uur 6 minOud-huisarts Nico Verhoef onderzocht voor zijn proefschrift hoe burn-out bij huisartsen ontstaat en wat de…
Charlotte van den Wall Bake over teambinding en veilige werkomgeving: ‘Maak tijd, ga de dialoog aan en begin van onderop’
5 apr om 11:19 uur 5 minPraktijkhouders en praktijkmanagers doen er goed aan om over het onderwerp grensoverschrijdend gedrag na te…
Reactie toevoegen