Samenwerken in plaats van concurreren
Van 1981 tot 1989 was ik voorzitter van de Stichting Eerste Lijn Midden-Limburg. We waren als Limburg proefgebied in het kader van de nieuwe Wet Voorzieningen Gezondheidszorg. Met goede samenwerking werd de zorg en het welzijn in Limburg geoptimaliseerd. Hier werd de Intensieve Thuiszorg uitgevonden: zorg voor mensen, die thuis palliatieve zorg krijgen. Er werd samenhang gebracht in de zorg.
In bijna alle wijken en dorpen was er een goede communicatie tussen wijkverpleegkundigen, huisartsen, maatschappelijk werkers, GGZ-instellingen, specialisten ouderenzorg, verzorgings- en verpleeghuizen en paramedici. De nieuwe wet ging niet door, maar de samenwerking bleef. Ik kan mij niet herinneren dat er in die situatie veel mis was, hoewel er soms wel veel gepraat werd in het Hometeam. Het voordeel was dat oplossingen voor problemen vaak dicht bij huis werden gevonden. Er was een duidelijk overzicht met veel mogelijkheden en nauwelijks bureaucratie.
Concurrentie als toverwoord
In het begin van de negentiger jaren begon er een andere, neoliberale wind te waaien. Concurrentie werd het toverwoord. Ieder dorp heeft sindsdien wel vijf of zes thuiszorgorganisaties, waaruit de mensen moeten kiezen. Lokale samenwerkingsafspraken tussen en met huisartsen werd door de toezichthouder, de ACM, gezien als misbruik van een monopoliepositie. Daarom kreeg de Landelijke Huisartsen Vereniging in 2010 een boete van 7,7 miljoen Euro, omdat ze beginnende huisartsen de toegang tot werk via concurrentie moeilijk zou maken. In 2015 wonnen de advocaten van de LHV, en ging de boete van tafel. De dreiging bleef, en samenwerken bleef verdacht. Zo werden samenwerkende organisaties in de eerste lijn flink uit elkaar gespeeld, vanuit de filosofie dat ook in de zorg concurrentie zorgt voor het beste en goedkoopste resultaat.
Kwetsbare patiënten
Bij de huidige acties van Het Roer Moet Om, het actiecomité van huisartsen, blijkt dat van al dit ‘beleid’ de meest kwetsbare patiënten het slachtoffer zijn geworden. Natuurlijk is er te veel bezuinigd en wel juist op kwetsbare ouderen. Ik denk dat we met geld alleen de problemen niet kunnen oplossen. We moeten af van de gedachte dat zorg en welzijn producten zijn. Ze zijn het resultaat van goede en afgestemde samenwerking rond en met de patiënt.
Nu is regionaal samenwerken op veel plaatsen door de veelheid van elkaar concurrerende hulpverleners en instanties bijna onmogelijk geworden. En bij de meeste politieke partijen is het inzicht, dat samenwerken effectief en goedkoop is, er nog lang niet.
OZOverbindzorg
Maar ondertussen voltrok zich het ‘Wonder van Luttenberg’, waar één huisarts en één praktijkmanager het verschil maakten. Zij bewezen met de oprichting van OZOverbindzorg, dat er wel goede oplossingen mogelijk zijn. OZO is een platform, waarop zorgorganisaties kunnen communiceren onder regie van de patiënt zelf.
Spontaan sloten honderden huisartsen, thuiszorgorganisaties, apothekers en andere instanties zich aan. Zorgverzekeraars en gemeenten namen hun verantwoordelijkheid. OZOverbindzorg verenigt momenteel heel Oost-Nederland. Ik bezocht OZOverbindzorg vorig jaar en stond versteld van de simpele organisatievorm, het idealisme en de effecten op zorg en welzijn van de patiënten. Dat OZO de Nationale Zorginnovatieprijs 2019 won, was niet verwonderlijk.
Bij het thema van dit artikel betrokken organisaties
Meer artikelen met dit thema
Thieu Heijltjes bespreekt Paul Wormer: ‘De dokter in de vakgroep’
21 okt 2019 4 minEen organisatie zonder hiërarchie werkt niet. Dat schreef ik op mijn flip-over voor mijn gesprek met 5…
Reactie toevoegen