Imago bij Dental Expo: ‘Blij met de eigen tandarts, wantrouwig over de beroepsgroep’
Onder leiding van Alexander Tolmeijer gingen bij de Dental Expo op 27 oktober in de RAI vijf deskundigen in gesprek over het imago van de tandarts tijdens een ronde tafel. Rob Barnasconi (bestuurder Fresh Tandartsen en oud-KNMT voorzitter), Rosalinde Buurman (marketeer en social-mediadeskundige), Alexandra Rijkse (tandarts in Amsterdam), Judith Schoenmaeckers (ceo TopMondzorg) en Michael Joosen (ReviewCollect en Voorpraktijken) leken het over de meeste thema’s vaak eens te zijn.
‘Geraakt door de passie’
Judith Schoenmaeckers is sinds dit jaar ceo bij TopMondzorg, een keten met 120 praktijken in Nederland. ‘Ik ben vanaf dag één geraakt door de passie waarmee in de praktijken gewerkt wordt. Als je kijkt naar de waarderingen op Google Reviews (4,6) en bij Zorgkaart (9,1), dan kun je niet zeggen dat tandartsen problemen hebben met hun imago. Mensen zijn blij met hun eigen tandarts, maar zijn wantrouwig over de beroepsgroep, die het vooral zou gaan om geld verdienen en overbehandelen. Dat is best ingewikkeld.’
‘Speelse informatie over mondverzorging’
Een voorbeeld van die passie laat tandarts Alexandra Rijkse zien. Zij begon eind jaren ’90 in het Amsterdamse Oostelijk Havengebied, toen de wijk nog werd opgebouwd. ‘Samen met Ira van Eelen heb ik vanaf 2014 elk jaar een ToothCamp in de RAI georganiseerd voor prepubers van 11 en 12, een evenement met speelse informatie over tandenpoetsen en mondzorg. Dat draagt heel erg bij aan het positieve imago van de tandarts, bij kinderen, deelnemende scholen en ouders. De kinderen in onze praktijk zijn er supertrots op, bijvoorbeeld omdat we op het Jeugdjournaal kwamen. We zijn ook een petitie gestart tegen alle snoep- en frisdrankautomaten op scholen.’
‘Tandarts doet pijn en kost geld’
Rosalinde Buurman (marketeer en social mediadeskundige) kijkt bij online marketing altijd eerst naar de doelgroep van de praktijken. ‘Patiënten zeggen dingen als: “Ik snap niets van wat er in mijn mond gebeurt, het doet ook pijn en het kost nog geld ook.” Mijn oproep is om met reputatiemanagement aan de gang te gaan en er een onlinestrategie voor uit te rollen. Dat hoort standaard op het programma te staan van de beroepsvereniging en tandartspraktijken.’
‘Meer publiceren en profileren’
Oud-KNMT-voorzitter Rob Barnasconi vindt dat de beroepsgroep veel meer naar buiten kan treden en de publiciteit dient te zoeken. ‘Tandartsen vertellen niet vaak over de mooie dingen van het vak, bijvoorbeeld in de krant. We zijn veel te bescheiden, zodat veel mensen niet weten dat er een relatie bestaat tussen de mond- en algehele gezondheid. Laten we daarover publiceren, goede mensen interviewen en naar buiten te treden.’
Michael Joosen (initiatiefnemer ReviewCollect) signaleert dat onlinewaarderingen onder de 4,5 leiden tot negatieve beoordelingen bij patiënten. ‘Als de waarderingen lager liggen, zijn mensen niet snel geneigd zelf een online waardering te posten. Toch is de bereidheid van patiënten om voor zijn of haar tandarts iets te doen enorm hoog. Zo blijkt wel een derde van de mensen bereid een review te schrijven voor de eigen tandarts.’
‘Meer inzet voor kwetsbare groepen’
Barnasconi meent dat tandartsen zich veel meer kunnen inzetten voor kwetsbare groepen in de samenleving. ‘Laten we de jongeren beneden 17 jaar en ouderen boven de 75 in het basispakket opnemen. Voor de beroepsgroep zou het goed zijn als we ons inzetten voor de zorg voor kwetsbare patiënten. Dan kunnen we de dienstverlening op een veel vrijere manier inrichten. Zo’n 10 jaar geleden hebben we hard gevochten voor de invoering van vrije tarieven, maar dat heeft het door een kabinetswisseling niet gehaald.’ Ook hier levert Alexandra Rijkse het goede voorbeeld. ‘We behandelen bewoners van een woonlocatie van Mentrum GGZ in Amsterdam Zeeburg. Belangrijk is het contact met de organisatie, want die moet daaraan meewerken. Onze tandartsen, mondhygiënistes en preventie-assistentes vinden het superfijn deze groep ook te behandelen.’
‘Bewustzijn moet verder groeien’
Ook Judith Schoenmaeckers maakt zich bij TopMondzorg sterk voor de mondzorg voor jongeren. ‘We hebben daarbij ook grote uitdagingen, omdat we ook in gebieden zitten waar ouders minder aandacht besteden aan het belang van mondzorg. We hebben de maatschappelijke verantwoordelijkheid om die verbinding te leggen. We praten bijvoorbeeld met consultatiebureaus om daar al te beginnen met mondzorg.’ Ze denkt dat de bewustwording rond mondgezondheid nog verder moet groeien. ‘Laten we het aantal snoepmomenten beperken. Kijk naar Scandinavië waar kinderen alleen nog op zaterdag mogen snoepen. Instructie over ragen en stoken en voorlichting vanuit preventie-assistenten kan nog altijd uitgebreider.’
‘Laat je horen in het publieke debat’
Barnasconi vindt dat ook tandartsen veel meer uitleg kunnen geven over wat ze aan het doen zijn, op websites en in het publieke debat. ‘De branche kan de pleidooien voor een suikertaks nadrukkelijker ondersteunen. Dat soort kansen moeten we echt aangrijpen. We moeten op allerlei manieren in het publieke debat aanwezig zijn.’ Volgens marketingdeskundige Rosalinde Buurman bestaan de meeste praktijkwebsites uit een standaardtemplate zonder specifieke informatie. ‘Dingen als “Wanneer moet mijn peuter voor het eerst naar de tandarts?” of “Welke voeding is goed voor je tanden?”, vind je niet op de sites. Praktijken zijn erg aan het zenden, maar verdiepen zich niet in hun doelgroepen. Pubers lezen tegenwoordig bijvoorbeeld weer boeken en zitten vooral op TikTok.’
‘Tekort nooit op te vangen’
Joosen vindt het belangrijk om op de website te laten zien wat de patiënten over de praktijk zeggen. ‘Dat moet je ook richting personeel goed communiceren, dat verhaal helpt enorm bij de werving van personeel. Onze praktijk heeft bijvoorbeeld nooit personeelsproblemen.’ Barnasconi maakt zich intussen grote zorgen over het groeiende tandartsentekort. ‘Als de komende tien jaar 40 procent van de tandartsen stopt, kunnen we dat nooit opvangen vanuit het onderwijs. Ik roep alle partijen op – grote organisaties, KNMT, zorgverzekeraars en overheid – om dit probleem te adresseren. Wat gaan jullie aan dit probleem doen?’
‘We zullen anders moeten denken’
Ook bij Judith Schoenmaeckers leven zorgen over hoe de mondzorg er over tien jaar uitziet. ‘Ik heb een groep jonge tandartsen gevraagd hoe volgens hen de praktijk van de toekomst eruitziet. De arbeidskrapte blijft, zowel bij tandartsen, baliemedewerkers als omloopassistentes. We zullen anders moeten gaan denken, omdat we anders niet meer de zorg kunnen leveren die we willen. We werken in Nederland nu eenmaal veel parttime en we zullen met alle generaties moeten werken, ook die er nu aankomen.’
Alexander Tolmeijer signaleert het imagoprobleem op verschillende niveaus: bij de beroepsgroep als het over grote maatschappelijke thema’s gaat en bij lokale praktijken die het belang van mondgezondheid kunnen promoten. ‘Het menskrachtprobleem is echter zo opgelost als iedereen dagelijks twee minuten zou ragen of stoken’, stelde hij eerder al.
Links:
- Rob Barnasconi over reputatie van de mondzorg: ‘Grotere transparantie zorgt voor beter imago tandarts’, 6 oktober 2022
- Otto Cazemier (TopMondzorg): ‘Nog maar tien procent van de afgestudeerde tandartsen wil een eigen praktijk’, 16 januari 2020
Reactie toevoegen