Jurisprudentie: Arts mag niet zonder meer vertrouwen op de assistent
De klacht:
Een vrouw klaagt dat zij ten onrechte niet is gezien door de huisarts op de huisartsenpost waardoor zij onnodig heeft geleden.
De feiten:
De man van de vrouw belt ‘s morgens rond 6 uur naar de huisartsenpost, in verband met een valpartij van zijn vrouw de avond ervoor. Zij is gestruikeld en heeft dikke, pijnlijke enkels. De man wordt te woord gestaan door een triageassistent en hij vraagt meerdere malen om een huisvisite. De triageassistent deelt mee dat er geen reden is voor een huisvisite en adviseert om de steunkousen uit te doen, te koelen en om pijnstilling te nemen. Als er geen verbetering is moet de vrouw 2 uur later contact opnemen met haar eigen huisarts. De dienstdoende arts op de huisartsenpost autoriseert dit bericht 3 kwartier later, zonder dat de patiënt door hem is gezien. De vrouw neemt om 8 uur contact op met haar eigen huisarts en hij bezoekt haar 2 uur later thuis. De vrouw wordt ingestuurd naar het ziekenhuis alwaar een gebroken en gekneusde enkel wordt geconstateerd. De gebroken enkel wordt 8 dagen later geopereerd en de vrouw verblijft nog 3 weken in een revalidatiehuis.
De beoordeling van het Regionaal Tuchtcollege:
De kern van de klacht is dat de dienstdoende arts de vrouw niet heeft gezien terwijl daar meerdere malen om is verzocht. Het College is van oordeel dat de arts het bericht niet zonder meer had mogen autoriseren. Elk uitdrukkelijk verzoek tot een visite is voldoende reden voor een dienstdoende arts om dan ook een visite af te leggen, aldus het College. De arts had een meer kritische houding moeten aannemen en de triagist om nadere informatie moeten vragen en/of bij de patiënt zelf de situatie moeten checken. De arts verklaart dat hij volledig heeft vertrouwd op de deskundigheid van de triageassistente. De arts is er ten onrechte aan voorbij gegaan dat hij eindverantwoordelijk is. De arts krijgt een waarschuwing. Om redenen van algemeen belang zal de beslissing - zodra zij onherroepelijk is - bekend worden gemaakt in de Nederlandse Staatscourant en aan Medisch Contact ter bekendmaking worden aangeboden. De reden hiervoor is volgens het College dat het gewenst is om nog eens te benadrukken dat als de huisartsenpost wordt ingeschakeld van de dienstdoende arts mag worden verwacht dat hij de hulpvragen kritisch beoordeelt en niet zonder meer vertrouwt op de afweging van de triageassistent.
Triage op de huisartsenpost
Het uitgangspunt van het tuchtrecht is dat er in principe sprake is van individuele tuchtrechtelijke verwijtbaarheid van de hulpverlener en men zal niet snel verantwoordelijk worden gehouden voor het handelen van een ander (zoals een triageassistente). Toch is dat met deze uitspraak wel gebeurt. Het handelen van de hulpverlener wordt in het tuchtrecht meestal getoetst aan de eerste tuchtnorm, artikel 47, eerste lid onder a Wet BIG: de zorgvuldigheidsnorm. De tuchtrechter zal bij het beoordelen van de tuchtrechtelijke aansprakelijkheid van de hulpverlener voor het handelen van het hulppersoneel als maatstaf nemen of het hulppersoneel bevoegd en bekwaam was en of er voldoende toezicht is gehouden. De tuchtcolleges toetsen dan vooral de regeling van de voorbehouden handelingen. In de Wet BIG staat welke zorgverleners de voorbehouden handelingen zelfstandig mogen uitvoeren. Anderen kunnen deze handelingen alleen in opdracht uitvoeren.
Triage is geen voorbehouden handeling zoals opgesomd in de Wet BIG, maar triage is wel een risicovolle handeling. Op risicovolle handelingen zijn de bepalingen over voorbehouden handelingen van de Wet BIG niet ‘analoog’ van toepassing. De lijst van voorbehouden handelingen is limitatief en alle andere handelingen kunnen in beginsel door een ieder worden uitgevoerd.
Eindverantwoordelijkheid
De verantwoordelijkheid voor de inhoud van de geleverde zorg vanuit de huisartsenpost ligt uiteraard primair bij de arts, die op dat moment dienst heeft, dit blijkt ook uit eerdere jurisprudentie. De dienstdoende arts is verantwoordelijk voor toezicht en controle op het functioneren van de assistent. Wat het lastig maakt bij huisartsenposten, is dat de dienstdoende arts vaak met - voor hem – onbekende assistenten werkt, en voor zijn handelen afhankelijk is van de triage: hij moet daarop kunnen vertrouwen.
Met de opkomst van de huisartsenposten heeft de tuchtrechter geoordeeld dat patiënten wel altijd onbelemmerd toegang moeten hebben tot de arts maar dat de arts geen verwijt kan worden gemaakt over de advisering vanuit de huisartsenpost door de triageassistent als de assistent heeft gehandeld volgens de protocollen, afspraken en instructies voor intake en triage.
In een soortgelijke uitspraak in 2006 oordeelde het Centraal Tuchtcollege ook anders dan in deze uitspraak: de dienstdoende arts mocht de triage wel aan een triageassistent overlaten omdat er goede afspraken en protocollen waren op de huisartsenpost en het College achtte de assistente bekwaam om de triage uit te voeren . De IGZ wilde toen graag een uitspraak van het Centraal Tuchtcollege over de vraag bij wie nou uiteindelijk de verantwoordelijkheid voor de afhandeling van een telefonische hulpvraag ligt als buiten kantooruren een doktersassistente voor de telefoonfunctie op de huisartsenpost wordt ingezet. Het Centraal Tuchtcollege zou, bij het ontbreken van duidelijke normen, door een uitspraak te doen normerend kunnen optreden. Het Centraal Tuchtcollege oordeelde toen dat er niet voldoende aanleiding was om hierover een algemene uitspraak te doen. Negen jaar later doet het Regionaal Tuchtcollege Den Haag dit dus wél: de eindverantwoording ligt altijd bij de dienstdoende arts.
Uit deze - meest recente - uitspraak kan men twee belangrijke dingen halen:
- Als een patiënt meerdere malen uitdrukkelijk vraagt om een huisvisite dan moet dat worden gehonoreerd. De vraag is of dat haalbaar is op grote huisartsenposten, waar men nu vaak al kampt met onderbezetting op drukke momenten.
- De dienstdoende arts op een huisartsenpost mag niet zonder meer vertrouwen op de triageassistent. De gevallen waarin de arts juist wel of juist niet een meer kritische houding moet aannemen en de triagist om nadere informatie moet vragen zijn vooralsnog niet duidelijk. Zonder nuance kan deze uitspraak het hele systeem van triage, zoals dat nu wordt toegepast op bijna alle huisartsenposten in Nederland, ondermijnen.
De uitspraak roept meer vragen op dan het momenteel kan beantwoorden. Hopelijk gaat het Centraal Tuchtcollege zich hier in de toekomst nog over buigen…
Taakdelegatie
Op 12 december 2015 geeft Mai Fleetwoord Bird een sessie over taakdelegatie tijdens het congres Praktijkorganisatie Anno Nu. Meer weten? Kijk op www.praktijkannonu.nl.
Bronnen:
R.M.S. Doppegieter, ‘Een nieuwe ontwikkeling in de huisartsenzorg: de huisartsendienstenstructuur. Een aantal juridische aspecten’, TvGr 2005-3, p.208-220.
J.C.J. Dute e.a., Voorbehouden handelingen tegen licht, De regeling van artikel 35-39 Wet BIG heroverwogen, Amsterdam: AMC/Universiteit Amsterdam, Instituut voor Geneeskunde 2009, p.30.
H.E.G.M. Hermans & M.A.J.M. Buijsen, Recht en gezondheidszorg, Amsterdam: Reed Business 2010, p. 196-197.
CTG 25 mei 2000, Medisch Contact 2001, nr. 1, p. 27-29.
CTG 9 juni 2006, 2005/072-082.
RTG Den Haag, 14 juli 2015, nr.2014.168, ECLI:NL:TGZRSGR:2015:94
Mai Fleetwood-Bird is al 20 jaar werkzaam als logopedist in de eerste lijn en tevens jurist gezondheidsrecht en bespreekt voor MedischOndernemen de meest recente en relevante jurisprudentie en bijbehorende regelgeving.
Bij het thema van dit artikel betrokken organisaties
Meer artikelen met dit thema
Ronald Bijl (klinisch directeur Tandarts Today): ‘Tandartsen en assistentes ruimte bieden om zich te ontwikkelen’
23 feb 2023 4 minMedewerkerstevredenheid: Zorg draait om mensenwerk
23 feb 2023 2 minStrategieën voor personeelsbehoud: Binden en boeien in 2023
15 feb 2023 5 minTandartspraktijk Ria van der Meer: ‘Anders dan de gemiddelde tandarts’
10 feb 2023 5 minNieuw model ‘Overeenkomst van opdracht mondzorgpraktijk’ beschikbaar
10 feb 2023 3 minDe Belastingdienst heeft de nieuwe modelovereenkomst van opdracht Mondzorgpraktijk beoordeeld…
Reactie toevoegen