Wkkgz? Nog steeds geen goede bekende...
Even opfrissen. De Wkkgz (Wet kwaliteit, klachten en geschillen zorg) is op 1 januari 2016 in werking getreden. Doel van deze wet is het borgen van goede zorg en het versterken van de positie van patiënten. Concreet gaat dat bijvoorbeeld over (nieuwe) regels voor het intern registreren van incidenten, over melden van calamiteiten bij de inspectie en het screenen van nieuwe medewerkers. Maar ook, sinds 1 januari 2017, hoe de opvang van klachten van de patiënt geregeld moet zijn. De Wkkgz geldt voor alle zorgaanbieders. Figuur 1 en het filmpje ‘De Wkkgz in drie minuten’ laten zien hoe de wet in elkaar zit.
(NB de diagrammen zijn helaas niet op alle telefoons goed zichtbaar)
Lang niet iedereen kent Wkkgz goed
Uit het onderzoek binnen het VvAA-ledenpanel blijkt nog niet de helft van alle zorgverleners méér dan het doel van de Wkkgz te kennen. Figuur 2 laat zien dat totaal 46% van hen afgelopen voorjaar aangaf ‘bekend met doel én hoofdlijnen’ te zijn, of meer dan dat, te weten ‘goed op de hoogte’ (gearceerd oranje). VvAA voerde dit onderzoek eerder uit: in 2016 en tweemaal in 2017. Gemiddeld per meting onder ruim 700 zorgprofessionals, onder wie huisartsen, tandartsen, fysiotherapeuten, mondhygiënisten, medisch specialisten en gz-psychologen. Na een forse groei van de Wkkgz-kennis ná de eerste meting in 2016 lijkt het nu te stagneren.
Bekend en geregeld?
Figuur 3 laat de verschillen in bekendheid tussen alle beroepsgroepen in de 2018-meting zien. Naast de bekendheid is ook weer gevraagd in hoeverre onderdelen van de Wkkgz ook daadwerkelijk zijn geregeld in de praktijk of instelling waar men werkzaam is. Ook hierin zijn tussen de beroepsgroepen opvallende verschillen zichtbaar. We zoomen daarbij in op de fysiotherapeuten, huisartsen en tandartsen.
Fysiotherapeuten: inhaalslag met bekendheid, twijfel bij calamiteiten
Opvallend is de inhaalslag die fysiotherapeuten maakten in drie jaar tijd. Waar slechts 4% van de fysiotherapeuten in 2016 aangaf minimaal bekend te zijn met het doel en de hoofdlijnen van de Wkkgz, is dit in 2018 gestegen naar 49%. Dus boven het gemiddelde van 46%. De inspanningen binnen de beroepsgroep in 2017 (zoals lezingen, publicaties en persoonlijke ondersteuning) wierpen hun vruchten af, zo lijkt het.
Bij de praktische invulling moeten de fysiotherapeuten op onderdelen die inhaalslag nog doorzetten, zo leert het onderzoek. Zo weet 23% van de responderende fysiotherapeuten niet hoe te handelen als zij twijfelen of ze met een calamiteit te maken hebben of niet. Over alle beroepen samen is dat maar 15%. Het is daarbij van belang te beoordelen of het een incident betrof dat tot de dood of een ernstig schadelijk gevolg voor de patiënt leidde. In dat geval kwalificeert het incident namelijk ook als calamiteit. Fysiotherapeuten geven relatief vaak aan dat zij het verschil tussen een (gewoon) incident en een calamiteit niet kennen (14% tegen 8% overall). Dat zal een rol spelen. (Alle percentages geschoond voor ‘Weet niet' / ‘Nvt’)
Huisartsen: bekendheid daalt, geschillen goed geregeld
Ook de deelnemende huisartsen rapporteren qua bekendheid van de kwaliteitswet duidelijk bovengemiddeld: 53% kent meer dan het doel. Maar even opvallend als onverklaarbaar is dat dit zelfs lager is dan de metingen in april 2017 (68%) en in december 2017 (55%).
Bij de praktische invulling springt de aansluiting bij een erkende geschilleninstantie er positief uit: geen enkele huisarts geeft aan dat hij of zij niet aangesloten is. Over alle beroepsgroepen heen rapporteerde toch nog bijna 3% (geschoond voor ‘Weet niet' / ‘Nvt’) van de respondenten dat zij dit meest besproken Wkkgz-onderwerp níet geregeld hebben. De categorieën ‘Weet niet’ en ‘nvt’ meegerekend, loopt dat op tot 13%.
Tandartsen: koploper qua bekendheid, aandacht vereist voor samenwerking
Net als in de meting van december 2017 hebben de tandartsen het meest vertrouwen in hun Wkkgz-kennis: 59% van hen gaf aan dat zij meer dan het doel kennen (60% in december 2017). Figuur 4 laat de verschillen tussen tandartsen, huisartsen en fysiotherapeuten in de afgelopen drie jaar zien. De eersten staan steeds aan kop, de laatsten komen snel nabij.
Bij gezamenlijke patiëntenzorg (dus niet bij een reguliere doorverwijzing) moeten de samenwerkende zorgaanbieders hun invulling van de Wkkgz voor die zorg schriftelijk vastleggen. Vaak (62%) staat die echter nog niet op papier. Bij de tandartsen geeft zelfs 83% dat aan (geschoond voor ‘Weet niet' / ‘Nvt’). Een belangrijk aandachtspunt. Onder meer omdat tandartsen in hun praktijk vaak samenwerken met zzp-collega’s (ook zorgaanbieders!) en daarbij geldt de plicht tot schriftelijke vastlegging ook. Enige nuance is op dit punt gerechtvaardigd: in de zzp-modelovereenkomsten voor tandartsen is dit standaard geregeld. Mogelijk is het via die route onbewust toch voor elkaar. Als men tenminste ook daadwerkelijk op de beschreven wijze werkt.
Inspanningen voortzetten
We zijn er dus nog niet, getuige de scores van de bekendheid en de implementatie van de Wkkgz. Dat betekent overigens niet dat er geen bijdrage aan het hoofddoel van de Wkkgz is: het borgen van goede zorg. Alleen wordt dat in de praktijk soms net op een andere wijze ingevuld. Goed te weten dat de Wkkgz wel goede handvatten biedt voor diverse kwaliteitsaspecten. De wetenschap te voldoen aan de verplichtingen geeft natuurlijk ook gewoon rust. Al is het maar door het voorkomen van het risico op vervelende boetes. Zo leidt het niet (tijdig) melden van een calamiteit mogelijk tot een stevige financiële tik op de vingers: tot ruim € 30.000,-.
Onder de respondenten bevinden zich overigens zowel zelfstandig zorgaanbieders als dienstverbanders. We zien dat zelfstandig zorgaanbieders, zoals praktijkhouders, over het algemeen beter op de hoogte zijn dan hun zorgverlenende medewerkers. Misschien niet onlogisch, maar die zorgaanbieder moet juist ook zorgen dat hun medewerkers op de hoogte zijn.
Kortom: er is nog werk aan de winkel om de Wkkgz volledig te laten landen. Belangrijk om daaraan, al dan niet met hulp, aandacht te besteden in de eigen praktijk. Mét de medewerkers dus.
Binnenkort meer online op Medisch Ondernemen: het duizelt zorgaanbieders!
Anders dan in de drie voorgaande edities van dit onderzoek keken we verder dan de Wkkgz. Ook een groot aantal aspecten van gezondheidsrechtonderdelen die al langer bestaan hebben we meegenomen. Bijvoorbeeld in hoeverre de zorgverlener op de hoogte is van de Wet BIG, van de Wgbo en van de medisch aansprakelijkheid. Die blijken over het algemeen nog steeds een stuk bekender dan de Wkkgz. Maar ook bekeken we of de bevoegdheden van de inspectie (IGJ) bekend zijn. Ook gingen we na of zorgverleners het verschil tussen tucht- en klachtrecht kunnen uitleggen. We zien aanzienlijke verschillen tussen beroepsgroepen, die onderling weer sterk verschillen per onderdeel.
Opvallend in dat kader was de respons op de voorgelegde stelling ‘Het duizelt mij als het om gezondheidsrechtelijke zaken gaat.’ Meer daarover en over de rest van de onderzoeksresultaten leest u in januari op deze website.
Ontvang een gratis Wkkgz-poster
VvAA geeft gratis 50 posters met het Wkkgz-schema (zie figuur 1) weg (normale prijs 12,50 euro). Handig om op te hangen in de praktijk!
Wilt u een graag een poster ontvangen? Mail dan uw naam en VOLLEDIGE postadres naar VvAA: medischondernemen@vvaa.nl.
Wees er snel bij, want op=op.
Erik van Dam is senior adviseur kennismanagement en netwerken bij VvAA. Meer informatie: erik.van.dam@vvaa.nl.
Bij het thema van dit artikel betrokken organisaties
Meer artikelen met dit thema
Bart Smit (HOOG) over de voortgang van het Integraal Zorgakkoord in de regio: ‘Huisarts wordt cruciale schakel tussen zorg en sociaal domein’
20 nov om 14:30 uur 6 minHoe werkt een regionale huisartsenorganisatie als het Gelderse HOOG aan uitvoering van het Integraal…
Wouter Bos (Menzis) stelt dat akkoorden als IZA niet meer werken: 'Zorg wordt alleen toekomstbestendig met meer dwang en drang en heldere beleidskeuzes’
19 nov om 15:46 uur 6 minWouter Bos, bestuursvoorzitter van zorgverzekeraar Coöperatie Menzis, plaatste onlangs in de Rode Hoed grote…
Michel van Schaik (Rabobank) over de zorg en eerste lijn in 2040: ‘Bouw geen ziekenhuis of praktijk, maar een vitaliteitscampus’
19 nov om 10:00 uur 8 minMichel van Schaik, directeur gezondheidszorg bij de Rabobank, blikt vooruit naar de zorg in 2040. Samen met…
Wondere wereld: 'Handhaving van de wet DBA schiet doel voorbij'
15 nov om 10:30 uur 4 minIneens is het werkveld in rep en roer over de handhaving van de wet DBA vanaf 1 januari. ‘Toch wel bijzonder na…
LACH Mondzorg-tandartsen over de handhaving van de DBA: ‘We kiezen uit overtuiging voor loondienst, maar of dat rendabel is?’
15 nov om 09:30 uur 5 minAnderhalf jaar geleden openden tandartsen Cheryl Tjon, Bart Jansen en Paul Heijnen hun praktijk LACH Mondzorg…
Lunchwebinar MO Actueel: ‘Handhaving op de wet DBA. Wat betekent dat voor praktijkhouders, praktijkmanagers en zelfstandigen?'
8 nov om 10:32 uur 3 minTijdens het lunchwebinar MO Actueel op 26 november staat de vraag centraal: ‘Handhaving op de…
Praktijkhouder Alexander Tolmeijer pleit voor aanpassing van de Wet VBAR: ‘Zzp’ers zijn de olie van de mondzorg’
23 okt om 13:45 uur 6 minAlexander Tolmeijer, tandarts-praktijkhouder, jurist en directeur van adviesbureau Dentiva, voorziet onrust als…
Waarom als praktijkhouder huwelijkse voorwaarden opmaken?
16 okt om 10:00 uur 4 minTijdens je leven structuur aanbrengen in de bestemming en het beheer van je vermogen na overlijden. Dát is…
Reactie toevoegen