Eindelijk een arts op VWS
Recent las ik het boek van Jet Bussemaker ‘Het Ministerie van Verbeelding’. Een mooi geschreven verslag van haar politieke carrière van 1998 tot 2018. Zij begon als kamerlid, werd in 2007 staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport en in 20212 benoemd tot minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap. Als we een nieuwe regering krijgen, zie ik graag een arts met ervaring als minister op het Ministerie van VWS.
In 2006 was de Zorgverzekeringswet ingevoerd die de marktwerking in de gezondheidszorg meer ruimte moest bieden. Deze sector zou meer bedrijfsmatig moeten werken. Vraag en aanbod zouden dan vanzelf beter op elkaar aansluiten. Ondertussen werden de verzorgingshuizen afgeschaft en mochten de gemeenten, in het kader van de decentralisaties, de jeugdzorg met een veel kleiner budget gaan uitvoeren. Het neoliberalisme was nog steeds aan zet.
Voortdurende onmacht
Jet Bussemaker beschrijft die periode vanuit een voortdurende onmacht. Ze deed wat ze kon, maar de rijdende trein van verzakelijking en bezuiniging kon ook zij niet tegenhouden. Op het ministerie van VWS werden aan de lopende band plannen gemaakt om de gezondheidszorg rationeler en effectiever te maken. Daar bedacht men dat er te veel IC-bedden waren, te veel Eerste Hulpposten. Men dacht dat het verstandig was om kleine ziekenhuizen te sluiten ten gunste van giga-ziekenhuizen.
Van een ‘overdaad’ aan voorzieningen moesten we in Nederland terug naar ‘precies genoeg’. We moesten steeds efficiënter werken met een minder hard groeiend budget. De volgende stap was het ontslaan van verpleegkundigen, als men de inkrimping niet haalde met natuurlijke afvloeiing. Hele ziekenhuizen, Eerste Hulpposten en afdelingen van ziekenhuizen sloten. In bepaalde gebieden van Nederland was er geen acute zorg en geen acute verloskunde meer binnen de afgesproken aanrijtijden.
Geen alarmbellen
En toen kwam Covid-19! Op het Ministerie van VWS en bij het kabinet gingen geen alarmbellen af. Het zou zo een vaart niet lopen; men dacht dat we in Nederland nog steeds een top gezondheidszorg hadden. De bezuinigingen op de publieke sectoren waren we even vergeten. De minister-president vertelde op de tv trots over het Bron- en Contactonderzoek, waar onze GGD-en zo goed in waren. Ik denk dat hij dat echt meende, maar Mark Rutte is ook geen dokter.
Op 5 maart 2020 schreef ik hier als oud-huisarts het artikel Hoe Covid-19 de hele wereld verovert. Maar in het kabinet zat geen arts. Het duurde lang voordat we in Nederland de ernst van de crisis inzagen en gingen handelen. Er was van alles te kort, vooral aan verpleegkundigen was gebrek. Toen de ambtenaren van VWS eindelijk de ernst inzagen van de pandemie, ontstond er paniek en werden er zaken met Sywert van Lienden gedaan. Ik denk dat zoiets niet was gebeurd in de tijd dat Els Borst nog minister op dat departement was.
Draagvlak verloren
Toen de crisis doorzette, viel de regering terug op de deskundigheid van het OMT en het RIVM. Die deskundigheid werd leidend. Maar het bleven politici zonder medische achtergrond die vervolgens de beslissingen moesten nemen. Huisartsen krijgen regelmatig patiënten op consult, die de consequenties van een specialistisch advies willen bespreken. En dat leidt vaak tot andere beslissingen in iemands leven dan het advies van de specialist. En hoe meer deskundigen je raadpleegt, hoe moeilijker de afweging wordt. Veel beslissingen in de Covid-19-tijd waren dan ook discutabel, waardoor de regering het draagvlak onder de bevolking voor haar beleid steeds meer verloor.
Beperkte macht
Een ander punt dat ik uit het boek van Jet Bussemaker heb geleerd, is de beperkte macht van de minister. Doordat veel uitvoering op afstand is gezet, heeft de minister aan beslissingsbevoegdheid ingeboet. Zorgverzekeraars bepalen of een bepaald ziekenhuis of een bepaalde thuiszorginstelling failliet gaat. Gemeenten maken uit hoe de GGD in hun regio werkt. Het is de verklaring waarom de vaccinatiestart steeds maar werd uitgesteld. Immers de minister van Volksgezondheid heeft slechts indirect iets te vertellen over hoe GGD’en, huisartsen en ziekenhuizen werken.
Heel anders dan de National Health Service (NHS) in het Verenigd Koninkrijk, waar de vaccinatie een vliegende start had en de crisis maanden eerder dan in Nederland is bedwongen. Maar de NHS is dan ook nog een ouderwetse publieke instelling. In Nederland heeft minister Hugo de Jonge vaak beloften gedaan die hij niet kon waarmaken.
Regels als hindernis
In haar boek ‘Het Ministerie van Verbeelding’ geeft Jet Bussemaker een heel mooie inkijk hoe moeilijk het is om iets te veranderen. Zij legt regelmatig de vinger op diverse zere plekken. Pogingen om bijvoorbeeld de administratieve last van mensen in de zorg te verminderen, monden steeds weer uit op meer regels en meer administratie. Zij noemt het de ‘regels en systemen als hindernis voor bezield werken.’
De marktwerking moest op zich weer gereguleerd worden en daartoe ontstond opnieuw een volledig nieuwe bureaucratie met nog veel meer betrokken partijen. De politiek is voor die instanties wel verantwoordelijk, maar heeft er nauwelijks invloed op. Voor het werkveld in de zorg een ramp om tot verbetering van die zorg te komen.
Ik herinner even aan de boete van 7,7 miljoen euro die de Landelijke Huisartsen Vereniging (LHV) in 2011 kreeg van de Autoriteit Consument & Markt (ACM) voor overtreding van de Mededingingswet. Na jaren procederen liep het allemaal met een sisser af. Maar al die tijd waren huisartsen bang om afspraken over verbetering van de zorg te maken. Dan maar liever jezelf indekken. Jet Bussemaker vertelt uitgebreid over de jarenlange problemen met het persoonsgebonden budget (PGB) met de 5-minuten registratie in de zorg, met het mantelzorgcompliment en met vele andere ‘moeras-dossiers’.
Bekwaam man
Het is bijzonder dat een politica al zo snel na haar terugtreden zo een uitgebreid beeld geeft over een periode, waarin zij actief was. Zij is dan wel geen arts, maar wel iemand die zeer wetenschappelijk denkt en handelt. Wat zij schrijft over ons onderwijs, onze cultuur, de vrouwenemancipatie en nog veel meer onderwerpen die in deze tijd speelden, is interessant en lezenswaardig, maar valt niet onder mijn betoog. Ik wil immers beargumenteren dat we juist in de post-Covid-tijd in Nederland behoefte hebben aan een vakminister op VWS. Nu moet eens niet de politieke partij leidend zijn in de keus voor een minister, maar de persoonlijke kwaliteiten van de persoon. En er heeft zich al een bekwaam man gemeld voor deze post.
Link: Hoogleraar Marcel Levi wil minister van Volksgezondheid worden
Meer artikelen met dit thema
Het toekomstbestendige team
14 jul 2022 3 minDick Groot, huisarts én VPH-voorzitter: ‘Uitleggen dat medicaliseren niet altijd de oplossing is, kost wél tijd’
29 jun 2022 4 minOpnieuw voeren de organisaties van huisartsen deze week actie met een landelijke staking op 1 juli. Dick Groot…
Huisarts Robbert Collignon: ‘Zorgverzekeraars aanwijzen om zorg te reguleren was grote fout’
29 jun 2022 4 minEric Tak, oprichter van Tandheelkunst: ‘Toekomstbestendige praktijk gaat uit van teamconcept’
22 jun 2022 4 minManuel Rose (Dentpoint): ‘Tandartsen moeten denken: Wow, gaaf om daar te werken’
21 jun 2022 5 minVan Tropicana naar BlueCity: ‘Bouwen aan duurzame mondzorg’
16 jun 2022 4 minAfgelopen maand sprak ik bij het eerste congres Duurzame Mondzorg. Plaats van handeling was het voormalig…
Futureproof ondernemen in de mondzorg: 'Behandel het kind en bereik de community'
10 jun 2022 4 minIn de kindertandheelkunde beseffen we dat de kleine mensjes die we vandaag behandelen de volwassenen van de…
Reactie toevoegen