Vernieuwende GGz begint bij de huisarts
Huisartsen laten met de POH-GGz zien dat vernieuwing en verbetering van de geestelijke gezondheidszorg mogelijk is. Zij pakken professioneel de uitdaging op en vinden een werkbare balans met andere behandelaars. Het stokt echter bij traditionele GGz-instellingen. Daar vieren de wachtlijsten hoogtij, is cliënttevredenheid vaak een probleem en zijn vernieuwingen dankzij stroperige structuren moeilijk door te voeren. Intake stops zijn aan de orde van de dag. De aanpak is productgericht in plaats van cliëntgericht. Standaardisatie mag nooit een doel op zich zijn, maar moet het middel zijn tot efficiënte behandelpaden en kennisdeling die kwaliteitsverbetering mogelijk maakt.
Méér dan de standaard
Voor huisartsen is de uitdaging vanzelfsprekend allereerst de eerste opvang, daarna correcte doorverwijzing. Betrek de patiënt daar actief bij. Dat past in het streven naar ‘zuinig en zinnig’. Dit is een wens van de minister om de zorgconsument meer grip op zijn eigen behandelproces te geven. Juist in de geestelijke gezondheidszorg is dit mogelijk. Denk als verwijzer ook verder dan de kaders van de zorgverzekeraar en zijn standaardpakket. In de volle breedte van medische zorg vinden patiënten steeds beter hun eigen weg. Voor een medische ingreep kiezen zij het ziekenhuis met de beste roep; voor het ontwijken van wachtlijsten zijn zij bereid méér dan het eigen risico te dragen.
Voor vernieuwende instellingen zijn deze maatschappelijke ontwikkelingen de basis voor een nieuwe aanpak. Voor specifieke hulpvragen ontwikkelen zij diensten die buiten het basispakket vallen. Dit verbetert de aansluiting tussen vraag en aanbod en laat wachtlijsten verdampen. De keuze voor een behandelaar komt niet uit de planningscomputer maar uit de persoonlijke ‘klik’ die een cliënt met hem of haar voelt; avondopenstellingen vergroten de toegankelijkheid en de cliënt is actief betrokken bij het vormgeven van het behandeltraject.
Structuren loswrikken
In korte tijd zijn hier aansprekende resultaten mee geboekt. De eerste resultaten bij –en de animo voor- specialistische behandelingen bij indicaties als ADHD en de omgang met hoogbegaafdheid zijn opvallend. Vanzelfsprekend moeten diagnose en financiën passen bij vraag en aanbod. De eerste stap daarvoor wordt idealiter gezet door de huisarts. Besef dat er méér mogelijk is dan de standaard; bespreek de wens en de mogelijkheden van de patiënt; beoordeel de urgentie en bepaal mede de voortgang. Vernieuwende concepten zijn geen oplossing voor iedereen, maar bieden zeker een uitweg voor grote groepen hulpvragers die sneller en beter geholpen kunnen worden.
Of traditionele GGz-instellingen dit innovatieve voorbeeld kunnen volgen, is de vraag. Huisartsen kunnen echter een stimulerende rol spelen om vastgeroeste structuren los te wrikken in hun regionale zorgketen. Juist als ‘nieuwkomer’ hebben zij geen last van remmende voorsprong en kunnen lessons learned toepassen en afdwingen. Zoek daarom als vernieuwer de vernieuwers op onder de instellingen voor GGz.
Martijn Schartel
Dokter Bosman
Reactie toevoegen