Daan Spanjersberg (Werkgevers Fysiotherapie): ‘Het fysiotarief moet eigenlijk 20-25 procent omhoog’

donderdag 10 november 2022
timer 5 min

Daan Spanjersberg (WVF): ‘Het gesprek met de politiek is niet altijd even makkelijk. Bij de fysiotherapie hebben we niet zo’n goede lobby in Den Haag.’ (Foto: WVF)

Werkgeversvereniging Fysiotherapie (WVF) luidt de noodklok vanwege de tarieven die Zorg en Zekerheid als eerste zorgverzekeraar enkele weken geleden bekendmaakte. WVF vreest op grond van de peiling onder 1700 leden dat een groot deel van de praktijken omvalt als deze tariefstelling voor alle zorgverzekeraars gaat gelden. WVF-voorzitter Daan Spanjersberg heeft ‘een stille hoop’ dat een nieuwe cao – de eerste sinds 2003 – een oplossing biedt. ‘We moeten fysiotherapeuten ook duidelijk maken dat er andere verdienmodellen zijn, bijvoorbeeld richting bedrijfsleven en gemeenten.’

Zorg en Zekerheid kondigde aan het tarief voor fysiotherapie met 5,1 procent te verhogen, een verhoging die in lijn ligt met die van andere verzekeraars. Veel praktijkhouders uitten hierop hun ongenoegen over deze beperkte tariefsverhoging. De verzekeraar van zijn kant wijst erop dat praktijken die investeren in specialisatie, keurmerken en samenwerking aanvullend worden beloond met hogere tarieven.  

KNGF-voorzitter Guido van Woerkom stelde eerder dat op basis van de prijsindexcijfers van de NZa en eigen parameters van de fysiotherapie dit jaar een tariefstijging van 7 procent logisch zou zijn. Werkgeversvereniging Fysiotherapie voerde na de aankondiging van Zorg en Zekerheid een peiling uit onder de 1700 leden. Daarbij bleek dat slechts 2 procent van de praktijkhouders de aangeboden tarieven als kostendekkend ziet.  

‘Dat is schrikbarend’, zegt Daan Spanjersberg, voorzitter van Werkgeversvereniging Fysiotherapie (WVF). ‘98 procent van de praktijken geeft aan dat het voor hen niet rendabel is om zo een praktijk te runnen. Zij moeten dus óf hun praktijkvoering aanpassen, bezuinigingen doorvoeren en mensen ontslaan, óf zelfs hun deuren sluiten. Fysiopraktijken kunnen hun tarieven niet zomaar verhogen, tenzij ze de contracten niet tekenen. Na Zorg en Zekerheid kwamen er nog andere zorgverzekeraars met hun tarieven, maar die verschilden nauwelijks.’ 

De tariefvoorstellen van Zorg en Zekerheid komen neer op € 30-32 voor een basiscontract, € 36 voor een topcontract, maar een reëel tarief zou € 43 zijn, zegt u. Sinds 2016 is er geen prijsindexering op de tarieven toegepast. Er gaapt dus een enorme kloof? 
Daan Spanjersberg: ‘Als je het doorrekent, zou het tarief eigenlijk 20-25 procent omhoog moeten. Dat heeft enorme consequenties voor de branche. Sinds 2003 is er geen cao meer voor de eerstelijns fysiotherapie en we hebben de stille hoop dat die begin volgend jaar toch geïmplementeerd kan worden. Dan hebben we het over afspraken op minimumniveau. We betalen fysiotherapeuten in de eerste lijn dan nog altijd vijftien procent minder dan fysiotherapeuten in de tweede lijn krijgen. We hoopten dat we dat zouden kunnen repareren vanuit de tariefsverhogingen door zorgverzekeraars. Daar ziet het voor het komend jaar niet naar uit.’ 

Hoe moet het verder met de belangenbehartiging vanuit organisaties als KNGF en WVF? 
‘Zorgverzekeraars hebben contracten, maar die hoeven we natuurlijk niet te tekenen. Dan komen we in het vrije tarief. We kunnen vanuit KNGF en WVF zeggen: teken niet. Alleen dat mogen we volgens de wet niet doen, dan zou je kartelvorming krijgen. Je mag wel zeggen: kijk goed naar je contract en neem een weloverwogen beslissing. Ik vergelijk het met de bakker, die de hogere kosten doorrekent: het brood wordt een beetje duurder. Dat kunnen wij niet zomaar doen.’ 

Dus verder met de onderhandelingen met zorgverzekeraars? Alleen zij hoeven zich niet te houden aan de prijsindexcijfers van NZa? 
‘Alles hangt met alles samen. Het is een soort vliegwiel dat aangezet moet worden. Zorgverzekeraars zeggen dat we het binnen de fysiotherapie slecht georganiseerd hebben. Ze stellen: “Jullie betalen allerlei salarissen, hebben zestien verschillende contracten tussen werkgevers en werknemers. Regel het nou een keer.” We hebben de hoop dat als we de cao voor elkaar krijgen, dat dat het vliegwiel is dat zorgverzekeraars doet inzien dat we het wel goed georganiseerd hebben. Sommige verzekeraars lijken te denken: “Jullie laten je medewerkers voor een tientje werken, waarom zouden wij dan de tarieven verhogen?”’ 

Dat lijkt een vicieuze cirkel. Lukt het dan een cao van de grond te krijgen? 
‘We gaan naar een minimum cao, waarbij we minimale afspraken maken en onze werknemers eigenlijk een te lage salariëring kunnen bieden. Vergelijk het met de fysiotherapeuten in de tweede lijn: die hebben een salaris dat ongeveer vijftien procent hoger ligt.’  

Dus klopt de stelling: “Fysiotherapeuten zijn hbo-professionals met mbo-salaris”? 
‘Klopt als een bus. Als fysiotherapeuten afstuderen en in loondienst gaan werken, verdienen ze ongeveer € 2500 tot € 3000 bruto maximaal. Gevolg is dat tussen de zeven en twaalf jaar een groot deel van de fysiotherapeuten is overgestapt naar de tweede lijn of het vak is uitgegaan omdat er geen carrièreperspectief is. De waardering van de zorgverzekeraar is daarbij op dit moment niet heel hoopvol.’  

Welke kansen voor fysio-ondernemers zijn er op dit moment dan nog?  
‘Die kansen zijn er alleen als de tarieven toch omhoog gaan. We hebben de stille hoop dat de cao daarin iets kan doen. Als de tarieven niet omhoog gaan is het ondernemen bijna niet te doen. Zorgverzekeraars moeten vanuit hun zorgplicht dekking bieden in de fysiotherapie, maar er ontstaan toch witte vlekken waar fysiotherapie niet meer wordt aangeboden in de eerste lijn.’

‘Fysiotherapeuten zijn opgeleid als therapeut, niet als ondernemer. Praktijkhouders zien nu dat hun praktijk onder druk komt te staan en ze moeten ondernemen. Maar hoe moet dat dan, terwijl het niet hun corebusiness is?’ 

Wat is daarbij de rol van een opleiding Fysiotherapie zoals die van de Hogeschool Rotterdam, waar u als programmaleider werkte voor de masters kinder- en sportfysiotherapie?  
‘We boden modules aan op het gebied van marketing en reclame, maar we kregen die bijna niet vol. Studenten waren vaak meer geïnteresseerd in de therapeutische kant, dan in sociale media en marketing.’ 

De rol van de zorgverzekeraars is ook een gevolg van de Zorgverzekeringswet van minister Hoogervorst (VVD). U bent fractievoorzitter van de VVD in Zwijndrecht. Hoe kijkt u er als liberaal naar?   
‘We hebben er voor gekozen die Zorgverzekeringswet zo in te richten. Dat is geen gelukkige keuze geweest, laat ik daar heel duidelijk over zijn. Fysiotherapie zit in het aanvullende pakket bij de zorgverzekeraars en ze vergoeden daarvoor steeds minder. Preventie is lastig, want de klant kan ook weer overstappen naar een andere verzekering die daar weer van profiteert. Eigenlijk rammelt het aan alle kanten. We moeten daar een open gesprek over hebben met de politiek. Dat is in Den Haag niet altijd even makkelijk. Bij de fysiotherapie hebben we niet zo’n goede lobby in Den Haag.’ 

Fysiotherapie kan een grote additionele rol spelen naast de huisartsenzorg, die ook met tekorten worstelt. In plaats daarvan krijgt de patiënt juist minder preventie en ondersteuning vanuit de fysiotherapie? 
‘Als er een gat ontstaat in de eerstelijns fysiotherapie betekent dat dat mensen doorgaan naar de tweede lijn, die veel duurder is. Fysiotherapie vangt veel mensen op, die dankzij de therapie gewoon kunnen doorwerken. Als de eerstelijnsfysio wegvalt of vermindert, raakt dat ook sociaaleconomische belangen. Veel mensen zullen zeggen dat ze niet meer kunnen werken met hun kapotte knie. Terwijl de fysio door coaching en training kan laten zien dat mensen juist veel wél kunnen doen. Het heeft enorme consequenties.’ 

Welke oplossing ziet u als zorgverzekeraars te lage tarieven blijven bieden?  
‘Ik ben voor het gesprek. Ik geloof niet zo in acties en spandoeken op het Malieveld. Het moet bij de verzekeraars tussen de oren komen dat ze echt aan de tariefknoppen moeten draaien. Daarnaast moeten we de fysiotherapeuten duidelijk maken dat er ook andere manieren zijn: er zijn derdengelden, los van de zorgverzekeraars. Er zijn meer verdienmodellen, bijvoorbeeld richting bedrijfsleven en gemeenten.’ 

Op welke voorwaarden heeft de cao kans van slagen?   
‘Een cao moet fatsoenlijk zijn voor de werkgevers en betaalbaar voor de werkgevers. Werknemers hebben die steeds afgewezen, omdat ze zo’n tien-vijftien procent meer wilden hebben. We komen nader tot elkaar en ik heb de hoop dat we binnenkort een onderhandelingsakkoord bereiken dat we aan onze leden kunnen voorleggen. Dat zou goed nieuws zijn.'

Links: 


Meld u nu aan voor Fysiopraktijk Anno Nu 2022!  

Fysiopraktijk Anno Nu op 26 november in Gebouw ’t Hart biedt een gevarieerd programma met keynotes van Guido van Woerkom (voorzitter KNGF) en Rico Bakker (creatief denker), vijf parallelsessies en drie 1-op-1 speedconsults. Kijk hier voor: het Programma Fysiopraktijk Anno Nu 2022. Of meld u direct aan voor het ondernemerscongres: Fysiopraktijk Anno Nu 2022  


 

Reactie toevoegen

Beperkte HTML

  • Toegelaten HTML-tags: <a href hreflang> <em> <strong> <cite> <blockquote cite> <code> <ul type> <ol start type> <li> <dl> <dt> <dd> <h2 id> <h3 id> <h4 id> <h5 id> <h6 id>
  • Regels en alinea's worden automatisch gesplitst.
  • Web- en e-mailadressen worden automatisch naar links omgezet.
  • Lazy-loading is enabled for both <img> and <iframe> tags. If you want certain elements skip lazy-loading, add no-b-lazy class name.

Meer artikelen met dit thema

Rob van Damme - Foto: Martin Sprangers
person_outlineBlog

Kernwaarden huisartsenzorg onder druk: Het zal je dokter maar wezen

4 jul om 16:10 uurtimer4 min

Stel je woont in een dorp waar een huisarts met pensioen gaat. Aardige man, fijne dokter. Er…

Lees verder »
person_outlineBlog

Als de onderbetaling van de praktijkhouder blijft bestaan, verdwijnt de zelfstandige huisarts

4 jul om 16:07 uurtimer4 min

Landelijk is nog slechts 60% van de huisartsen praktijkhoudend, in onze regio nog maar 50%.…

Lees verder »
Kleinbedrijf Index Fysiotherapie Praktijken zonder personeel en praktijken in kleinere woongebieden (dorpen met minder dan 25.000 inwoners) hebben hogere nettomarges dan praktijken met personeel en in grotere woongebieden​​. (Foto: Shutterstock)
flash_onNieuws

Derde Kleinbedrijf Index Fysiotherapie: Praktijken zonder medewerkers en dorpen behalen hoogste nettomarges

27 jun om 17:00 uurtimer4 min

De fysiotherapie zit volgens praktijkeigenaren in een stijgende lijn, zo constateren…

Lees verder »

Van droom naar realiteit – hypotheek op maat voor medici

27 jun om 16:00 uurtimer4 min

Voor medici in opleiding tot specialist biedt Van Lanschot Kempen maatwerkoplossingen voor…

Lees verder »

Succesvol ondernemen in de mondzorg: duurzaamheid voorop!

26 jun om 14:45 uurtimer5 min

De mondzorg in Nederland is uniek in de laagdrempelige toegang tot preventieve zorg. Maar de toegang tot deze…

Lees verder »
flash_onNieuws

Vertrouwenspunt Tandarts biedt ondersteuning aan tandartsen en tandartsspecialisten

21 jun om 10:30 uurtimer3 min

Vertrouwenspunt Tandarts is opgezet door de KNMT en helpt bij het herkennen van…

Lees verder »

Ondernemen vanuit het ‘Platform voor ondernemerschap’

19 jun om 11:30 uurtimer5 min

Als ondernemer ben je altijd in beweging. Om in te spelen op ontwikkelingen en trends in jouw sector. Om gas te…

Lees verder »
20240516_EwaldGeerdink_DagvandePraktijkManager
all_inclusiveAchtergrondartikel

De zeventiende Dag van de Praktijkmanager: Sfeervol congres in nieuw jasje op vertrouwde locatie

29 mei om 12:00 uurtimer5 min

Onder het motto ‘de leukste dag van het jaar’ vond op donderdag 16 mei de Dag van de…

Lees verder »