Jet Bussemaker over vijf jaar Gezond en Gelukkig Den Haag: ‘De rol van de huisarts is cruciaal’

Jet Bussemaker: ‘Door huisartsen, sociaal werkers en bewoners samen te brengen, ontstaan initiatieven die de gezondheid verbeteren, maar ook de leefbaarheid vergroten’ (Foto: Gezond en Gelukkig Den Haag)
Gezond en Gelukkig Den Haag ontstond uit een breed levende behoefte aan samenwerking tussen organisaties, om de grote gezondheidsverschillen in de stad te bestrijden, vertelt Jet Bussemaker. ‘Den Haag is een enorm gesegregeerde stad. Uit cijfers van het CBS blijkt een verschil in levensjaren van acht jaar tussen theoretisch en praktische opgeleiden. Daar komt een nog groter verschil van leven in goede gezondheid bij van meer dan 20 jaar.’
‘Het maakt nog steeds uit of je op het veen of op het zand bent opgegroeid. (Lees hierover: ‘Stad van zand en veen’). Een voorbeeld is Den Haag Zuidwest, een van de aandachtswijken waarin alle problemen samenkomen: een slechte gezondheid, een gebrek aan veiligheid, slechte huizen en de omgeving is verwaarloosd. Een van de huisartsen in Zuidwest zegt bijvoorbeeld: dit is geen ontwikkelingsland, maar een ontwikkelingswijk.’
Verbindingen leggen
Jet Bussemaker was staatsecretaris van VWS (2007-2010) en minister van OCW (2012-2017). Ze is sinds 2018 hoogleraar ‘Wetenschap, beleid en maatschappelijke impact, in het bijzonder in de zorg’, met een interfacultaire studieopdracht aan de Universiteit Leiden. Sinds 2019 is ze ook voorzitter van de Raad voor Volksgezondheid en Samenleving. ‘Mijn opdracht als hoogleraar is verbindingen leggen tussen verschillende faculteiten. Ik zit zowel bij het LUMC voor publieke gezondheid en eerste lijn, als voor de maatschappelijke kant van de zorg. Tegelijk zit ik ook bij bestuurskunde en werk intensief samen met de sociale faculteit. Verder werk ik veel samen met hogescholen.’
Bussemaker vertelt dat de Universiteit Leiden met een nieuwe vestiging in Den Haag in dezelfde periode juist zocht naar meer samenwerking in de stad. Toen ze als hoogleraar begon, werd ze gevraagd om voorzitter te worden van Gezond en Gelukkig Den Haag, mede vanwege haar brede achtergrond in wetenschap, beleid en politiek. ‘De campus hier had ook de boodschap gekregen: verbind je meer met de stad. Bij de gemeente leefde het idee dat ze breder moesten kijken om een aantal sociale problemen op te kunnen lossen. Ze wilden meer samenwerking met de wijken. Als je gezondheid wilt verbeteren, dan moet je niet bij de zorg beginnen, want dat is the end of the pipeline.’
Moedercentrum Moerwijk
Inmiddels draagt een reeks initiatieven bij aan de doelstellingen van Gezond en Gelukkig Den Haag. ‘We werken niet in het groot, maar vanuit de community up en met mensen die samen willen optrekken, een coalition of the willing. We probeerden zoveel mogelijk van onderop te werken door aan te sluiten bij initiatieven in Moerwijk en Laak, en deze verder tot bloei brengen.’ Een voorbeeld zijn de Moerwijk Moeders, een moedercentrum waar vrouwen samenkomen en elkaar ondersteunen, schetst Bussemaker.
‘Jamila Choukoud, destijds pedagoog bij het Centrum voor Jeugd en Gezin, heeft dat opgezet. Haar leus is: de stem van vrouwen luider laten klinken en terugzien in beleid. Het moedercentrum begon met ontmoeting en elkaar leren kennen, maar inmiddels werken ze ook in verschillende buurten en komen ze met zo'n 80 vrouwen samen. Jamila kreeg vaak vragen van andere moeders over opvoeding en mentale gezondheid. Zij beantwoordt veel vragen en nodigt ook experts uit om kennis te delen over opvoeding, kinderopvang en onderwijs.’
Bijzondere mobiele teams
Een ander initiatief zijn ‘de Verbinders', professionals die actief contact zoeken met bewoners en brengen hen in verbinding met hulpinstanties en informele netwerken. ‘Het is een sociaal wijkteam, maar dan een dat echt de wijk ingaat, vanuit de samenwerking en zonder indicatie. Ze wachten niet tot er mensen komen, verwijzen zo min mogelijk door en proberen samen met hen problemen op te lossen. Dat voorkomt dat mensen verdwalen in een bureaucratisch netwerk. Dit vraagt om een vast team, zodat bewoners hen herkennen en vertrouwen ontstaat.’
Bijzonder bij de Verbinders is de combinatie van een opbouwwerker, een verpleegkundige en een psychotherapeut in het team. ‘Omar van Ommeren is bijvoorbeeld psychotherapeut in de wijk. Hij vertelt dat hij soms in situaties terechtkomt die al langer spelen. Zo ontmoette hij een jongen die onder schooltijd alleen in de buurt rondfietst. Diverse instanties bleken betrokken bij hem, maar die kenden elkaars aanpak niet en ook de leerplichtambtenaar wist van niks. Omar verbindt dus professionals en kijkt wat ze samen voor zo’n jongen kunnen betekenen.’
Bussemaker wijst ook op het belang van opbouwwerkers bij de Verbinders. ‘Bij Welzijn Nieuwe Stijl (2007-2010) constateerde ik als staatssecretaris al dat we het opbouwwerk ontzettend missen. Daar ligt een enorm belangrijke sleutel om de veerkracht van de samenleving te vergroten. In coronatijd zagen we dat waar opbouwwerkers actief waren, er minder vandalisme en overlast was. Zij kenden de jongeren en ouders, konden contact houden en alternatieven bieden. Ik vind echt dat het opbouwwerk eerherstel verdient, maar dan passend bij deze tijd.’
Bussemaker pleit voor overzichtelijke werkgebieden. ‘In wijken met zoveel problemen moet het gebied waarin de professionals kunnen optreden vrij klein zijn. Meer dan tien minuten reistijd mag er niet tussen zitten. Op zo’n schaal heb je een beperkt aantal huisartsenpraktijken en scholen, zodat mensen elkaar kunnen ontmoeten. De Verbinders komen bijvoorbeeld veel op het Heeswijkplein, bij de huiskamer van Moerwijk. Daar zijn veel activiteiten en is een supermarkt. Daar worden ze herkend. Zij zeggen zelf: hoe langer en hoe meer je aanwezig bent, hoe meer je hoort.’
'Eerst wandelen, dan behandelen'
Om zorg en welzijn beter op elkaar af te stemmen, is de inbreng van huisartsen van groot belang, stelt Bussemaker. ‘Kijk voorbij de organisatiestructuren van zorg- en welzijnsinstellingen en leer samen hoe het anders kan. Gezondheid is meer dan zorg. Het begint bij de leefomgeving, bij bestaanszekerheid en bij sociale netwerken. Als jij stress hebt door schulden, dan helpt doorverwijzen naar een medisch specialist doorgaans niet. Dan kun je beter die schulden aanpakken, maar dan moet je wel weten waar je iemand naartoe moet sturen. Sommige huisartsen zeggen: eerst wandelen dan behandelen, om eerst eens te horen wat er speelt bij iemand. In plaats van in een tienminutengesprek een anamnese te doen en een diagnose te stellen. Dat leidt al snel tot medicalisering.’
Een van de inspirerende initiatieven is het werken met groepsconsulten, geïnitieerd door huisarts Loïse Jacz. ‘Zij organiseert groepsconsulten waarbij patiënten samenkomen en ze er ook andere professionals bij betrekt, zoals uit het sociaal domein. Ze denken samen na over wat er speelt en hoe ze elkaar kunnen helpen. Dit leidt niet alleen tot betere ondersteuning van patiënten, maar ook tot initiatieven als wandelgroepen, waarbij de huisarts op den duur minder betrokken hoeft te zijn. Zo zijn huisartsen dus hele belangrijke verbinders in het netwerk, zowel om met anderen samen te werken als om zelf anders te gaan werken.’
Groepsconsulten breder invoeren
Sterker nog: de rol van de huisarts is cruciaal, zegt Bussemaker. ‘Bewoners kennen hen van alle professionals nog het best en vertrouwen hun huisarts ook het meest. Het is daarbij heel belangrijk hoe de huisarts samenwerking met anderen zoekt. Huisartsencoöperatie Hadoks speelt daarbij een rol, ook naar de verzekeraar toe. Samen proberen we die groepsconsulten verder te brengen. Verandering moet toch vooral komen van individuele huisartsen die zelf het initiatief nemen. Wij ondersteunen ze, maar uiteindelijk moeten zij zelf die stap zetten.’
‘Bij alle groepen die anderen vertegenwoordigen kom je snel in een belangendiscussie. Dan zeg je bijvoorbeeld: we willen groepsconsulten, maar dan moeten huisartsen meer geld krijgen van de zorgverzekeraars. In Den Haag zijn er drie bijna even grote zorgverzekeraars dus dan is al snel de vraag: wie pakt dit op en betaalt het? Tegelijkertijd zijn huisartsen ook gewoon individuele ondernemers en die hebben we niet aan een touwtje, net zoals Hadoks en zelfs de zorgverzekeraars ze niet aan een touwtje hebben. Ook met huisartsen willen we van onderop werken en kijken naar goede ideeën die aansluiten bij wat we verder doen en die verandering kunnen bewerkstelligen. Gelukkig bleef Hadoks de groepsconsulten steunen en nu krijgt het wel navolging, niet top down maar community up.’
'Context is key'
Dit geldt ook voor de gecombineerde leefstijlinterventie (GLI), vervolgt Bussemaker. ‘Die sloot eerst niet goed aan bij de bewoners. De programma’s waren te individualiserend, medicaliserend en gingen uit van een hoog niveau van geletterdheid. Daarom zijn ze in samenwerking met huisartsen aangepast, met meer gezamenlijke activiteiten en rekening houdend met de sociale context van bewoners. Context is key, zeg ik altijd. De gedachte dat innovatie ontstaat doordat je één ding op één plek probeert en dat dan op alle andere plekken kunt kopiëren, is echt het paard achter de wagen spannen.’
Het succes van Gezond en Gelukkig Den Haag begint bij de aansluiting op bestaande initiatieven. Door goede voorbeelden te promoten, werkt het als vliegwiel, als inspiratienetwerk en als plek om te leren en te delen, betoogt Bussemaker. ‘Een mooi voorbeeld is de wijkpreventie-aanpak, die we in één wijk ontwikkeld hebben en initiatieven zoals de Moerwijk Moeders en de Verbinders ondersteunt. De GGD heeft dat verder ontwikkeld en is nu een integraal onderdeel van het stedelijk preventiebeleid. We kijken wat de problemen en wat oplossingen zijn, op basis van zowel dataonderzoek als de verhalen van bewoners en professionals zelf. Dat kan betekenen dat in de ene wijk veiligheid een probleem is, terwijl in de andere opvoedingskwesties centraal staan. De GGD heeft dat opgepakt, zonder dat ze dat als één blauwdruk presenteren. Uiteindelijk is het onderdeel van de Haagse Preventieaanpak geworden.’
Gewoon sociaal
Een inspirerend voorbeeld is ook het project 'Gewoon Sociaal', dat voortkwam uit de inzet van ervaringsdeskundige Wilco Bakker. ‘Hij merkte dat professionele zorg niet altijd aansloot op wat mensen nodig hebben en richtte een initiatief op voor mensen met een achtergrond in de GGZ, verslaving of detentie, voor een zinvolle dagbesteding. Zij zitten vaak niet te wachten op instanties, want die vertrouwen ze niet en ze voelen zich door hen niet gehoord. Ze voelen zich wel gehoord door ervaringsdeskundigen.’
‘Wilco biedt een veilige plek waar mensen samenkomen, ondersteuning krijgen en weer perspectief opbouwen. Ze worden gestimuleerd om hun eigen leven op orde te krijgen, hun huis schoon te maken en te ordenen. Vervolgens gingen ze met andere vrijwilligers de buurt schoonmaken en zijn ze voor woningbouwcorporaties actief in de hele wijk.’
‘Zet in op informele verbanden’
Zo schetst Bussemaker aan de hand van allerlei voorbeelden de positieve ervaringen en de lessen uit vijf jaar Gezond en Gelukkig Den Haag. ‘Als pilot van bovenaf werken dit soort initiatieven niet. Daarbij wordt vaak niet vanuit die ervaringsdeskundigheid gedacht en wat mensen nodig hebben. Een van de hele belangrijke lessen voor mij is dat we veel meer moeten inzetten op informele verbanden en dat zie je hier bij ‘Gewoon Sociaal’ dus ook heel goed.’
Bussemaker benadrukt ook dat de wijkgerichte aanpak werkt omdat deze aansluit bij de behoeften van bewoners. ‘Ik spreek heel veel mensen die erg bang zijn voor overheidsorganisaties. Ze denken dat de jeugdzorg hun kind misschien afpakt of de schuldhulpverlening hen uit huis zet. Mijn les is dat je een vertrouwensverband moet creëren. Er zijn gekmakend veel losse projecten en pilots, vaak extern gefinancierd, waarbij na een jaar al resultaten moeten worden geboekt. Maar wij zeggen: als je echt iets wilt bereiken, heb je een lange adem nodig.’
‘Leer elkaar kennen’
Een les is ook dat de domeinen nog beter met elkaar kunnen samenwerken. ‘In het medische domein wordt veel gedelegeerd tussen de eerste, tweede en derde lijn, maar de grootste transitie zit naar mijn idee in de verschuiving van de eerste lijn naar de nulde lijn en het sociaal domein. Dat gaat niet vanzelf, want het betekent samenwerking tussen partijen met verschillende financierings- en aansturingsprincipes. We willen die bruggen slaan. Het feit dat mensen elkaar leren kennen en begrijpen, elkaars telefoonnummers krijgen, moet je niet onderschatten.’
Een voorbeeld hiervan is een huisarts die na een overleg met Gezond en Gelukkig Den Haag een Siilo-groep startte. ‘Zij zegt: als ik nu omhoog zit, zet ik het in die groep. “Wie kan mij hiermee helpen?” Mensen kunnen wel over preventie praten, maar totaal iets anders bedoelen. De een denkt bij preventie aan sociale omgeving, speeltuinen en riolering, de ander aan een jaarlijkse medische check. Elkaar begrijpen vraagt tijd, elkaar vaak ontmoeten en samen reflecteren op je werk.’
Gezond en Gelukkig Den Haag heeft in vijf jaar tijd laten zien hoe effectief een aanpak van onderop kan zijn, concludeert Bussemaker. ‘Door huisartsen, sociaal werkers en bewoners samen te brengen, ontstaan initiatieven die niet alleen de gezondheid verbeteren, maar ook de leefbaarheid van wijken vergroten. Wij zijn er om mensen en ideeën te verbinden, zodat innovatie van binnenuit kan groeien. Als iets werkt, dan verspreidt het zich vanzelf. Wij leren, wij delen en we inspireren. Het programma werkt daardoor als vliegwiel. Het werkt dus wel.’
Dit is een voorpublicatie van het artikel dat binnenkort in het digitale magazine van MedischOndernemen verschijnt.
Links:
- Vlegel, W. van der; Bussemaker, M., Geluk en gezondheid: een co-creatieproces met bewoners in Den Haag, Movisie, 2021
- Leerstoel Wetenschap, beleid en maatschappelijke impact, in het bijzonder in de zorg
- Raad voor Volksgezondheid en Samenleving
- Professionals: Jamila Choukoud, Huisarts Loïse Jacz, Omar van Ommeren, Wilco Bakker
- Haagse Preventieaanpak
- Vijf jaar Gezond en Gelukkig Den Haag
- Bart Smit (HOOG) over de voortgang van het IZA in de regio: ‘Huisarts wordt cruciale schakel tussen zorg en sociaal domein’, 20 november 2024
Meer artikelen met dit thema
‘Als we niks doen, zit over vijf jaar een kwart van Doetinchem zonder huisarts’
6 mrt om 11:15 uur 4 minIn de Gelderse Achterhoek en de Liemers is het steeds lastiger om een huisarts te vinden. Sommige praktijken…
Een Goed Gesprek met Wiyanti Nieuweweme: 'Huisarts moet samenwerken, alleen lukt het niet'
4 mrt om 12:14 uur 5 minQuickscan helpt bij overstap naar duurzaam voorschrijven: ‘Sta stil bij elke pil’
24 feb om 12:00 uur 6 minHuisartsen voeren succesvol actie in glazen spreekkamer voor gezonde leefstijl
20 feb om 13:37 uur 3 minFysiotherapeut Jeroen Boogmans: 'Er wordt veel behandeld, misschien wel te veel'
19 feb om 08:00 uur 4 minDe wachttijden bij fysiotherapiepraktijken blijven stijgen. Dit komt niet alleen door de vergrijzing, maar ook…
Stop met alle ‘geplapper’ en laten we de cao fysiotherapie realiseren
13 feb om 13:47 uur 4 min‘Geplapper’ - een schitterend Duits woord dat ik associeer met alles wat momenteel niet IN maar AAN de…
Miljoenen voor ‘Innovation Booster 2025’ in de mondzorg. Consortia kunnen PPS-projectvoorstellen indienen
10 feb om 08:34 uur 3 minHet ORANGEHealth-consortium heeft 3,45 miljoen euro subsidie ontvangen van Health~Holland om de mondzorg in…
De Lieve Tandarts gaat op zoek naar goede poetsinstructie: Coproductie levert drie preventiefilmpjes op
5 feb om 13:00 uur 3 minJan Henk Nawijn is oprichter van het keurmerk De Lieve Tandarts en schrijft regelmatig blogs voor…
Blijf met veel belangstelling (ook) de ontwikkelingen in Den Haag volgen! Zie dat vanuit alle betrokken geledingen er grote inspanningen worden verricht om gezamenlijk te werken, een positieve bijdrage te willen leveren aan de behoefte van de inwoners met een accent op preventie! Wat we kunnen voorkomen hoeven we ook niet te genezen!
Ingediend door Jan Binnenmars (niet geregistreerde gebruiker) op wo, 26/02/2025 - 10:40
Reactie toevoegen