Tandarts Anke Markslag wil ‘anders ondernemen’: ‘Eerst zorgverlener, dan ondernemer’
Elke patiënt heeft één vaste hoofdbehandelaar nodig, is de overtuiging van Anke Markslag. ‘Een behandelaar moet de regie hebben. Als je de expertise zelf niet hebt, is het helemaal prima dat je dan andere behandelaars inschakelt en je ook de mondhygiëniste en de preventie-assistente erbij betrekt. Binnen de huidige tandheelkunde kun je gewoon niet alle facetten beheersen. Je kunt niet én goede protheses maken én endodontie uitvoeren én aan implantologie doen. Wel moet er één behandelaar zijn die het geheel overziet, stuurt en communiceert. Dat kun je ook prima naar de patiënt verantwoorden.’
‘Verschil in toekomstvisie’
Anke Markslag werkte na haar opleiding een aantal jaren als zelfstandige in een tweekamerpraktijk en daarna bij een zeskamerpraktijk in Twente. ‘Die praktijk breidde uit naar elf kamers. Vervolgens heb ik daar ook in de maatschap gezeten van 2013 tot en met 2018. Die samenwerking liep stuk op een verschil in toekomstvisie, waar wij elkaar niet meer in konden vinden. Het geheel werd te groot en daar voelde ik mij niet prettig meer bij. Ik wil dat de patiënt gehoord wordt, op zijn gemak is en zich geen nummertje voelt.’
Markslag stapte hierna over naar een zeskamerpraktijk in Denekamp, waar een tandarts met pensioen ging. ‘In die tijd ging ik ook aan de slag bij het Centrum Bijzondere Tandheelkunde in Enschede, waarbij ze een tandarts zochten die affiniteit had met het behandelen van angstige patiënten. Tijdens de coronapandemie had ik even de tijd om over de toekomst na te denken. Op dat moment kwam ik een bericht tegen van Dentiva over het Mastermind-traject, ‘Start succesvol je eigen praktijk’. Dat was voor mij een mooi aanknopingspunt om te bedenken hoe ik verder wilde.’
‘Tijd voor de patiënt’
Tijdens de cursus zette Markslag haar ideeën op een rijtje rond thema’s als missie en visie, marketing en social media, communicatiestijlen, persoonlijkheidsprofielen, financiering, personeel. Elementen die ze gebruikte voor haar ondernemingsplan van een toekomstige praktijk. ‘Ik haal mijn voldoening uit het feit dat ik blije patiënten heb, die zeggen dat de praktijk fijn is en we de tijd voor ze nemen. Ze vinden het fijn dat je eerst even met ze praat over hoe het thuis gaat of hoe ze de behandeling voor zich zien. Dan voelt de patiënt zich vaak al gehoord. Zo veel tijd hoeft dat niet kosten. Een tandartspraktijk is een bedrijf, ik voel mij op de eerste plaats zorgverlener. Bij een eigen praktijk komt ondernemerschap kijken en het is ook goed om efficiënt te werken. Dat mag de patiënt niet het gevoel geven dat ik het doe vanwege financieel gewin of snelheid.’
‘Elke tandarts een eigen preventiekamer’
Markslag raakte over haar ideeën in gesprek met collega-tandarts Susanne Latka, bij wie ze twee dagen werkt, naast het werk bij het Centrum Bijzondere Tandheelkunde. ‘Ook zij heeft als drijfveer om het goed te doen voor de patiënten. Op dit moment hebben we nog te weinig patiënten om hier met zijn tweeën voltijds te werken, maar zijn we al wel volop bezig voor een samenwerking in de toekomst.’ Markslag en Latka werken de toekomstige vorm van de maatschap uit. Tussen de bedrijven door zijn ze op zoek naar mogelijkheden om het huidige pand te verbouwen of om te verhuizen naar een ander pand. ‘De routing is in het huidige pand niet optimaal. We dromen van een pand met zo'n vijf ingerichte kamers en een ruime sterilisatieruimte. Daarbij krijgt iedere tandarts zijn eigen preventiekamer, zodat we de ruimte hebben om controles te combineren met preventieve zorg. Als dat allemaal lekker loopt, geeft dat nog meer werkplezier.’
‘Open klimaat creëren’
Zo willen Markslag en Latka gelijkwaardigheid naar medewerkers en patiënten uitstralen. Om die reden is de kleding die tandartsen, mondhygiënisten en assistenten dragen ook dezelfde. ‘Als tandarts zijn we niets zonder onze assistentes. Als tandartsen kunnen we alleen goed ons werk doen als alles lekker loopt en de agenda goed gepland is. Assistenten moeten zich gehoord en gewaardeerd voelen. Zo hopen we een open klimaat te creëren waarin ze kunnen zeggen wat ze van dingen vinden of wat ze stoort.’
‘Voor mij is de keuze: blijf bij jezelf’, reageert Markslag op de vraag naar haar toekomstverwachtingen. ‘Als je het gevoel hebt dat de zorg steeds verder af staat van waar je zelf voor staat, kun je mee blijven gaan of zoeken naar wat je zelf wilt en waar je energie van krijgt. In de haast en hectiek vergeten we vaak dat niemand voor zijn plezier in de tandartsstoel ligt, ikzelf ook niet. Als er dan een assistente is die een hand op je schouder legt en vraagt of het gaat, dan voelt de patiënt zich ook gehoord. Patiënten zeggen vaak dat het zo gezellig is in onze praktijk en ze vinden dat hier een fijne sfeer hangt. Dat is de kracht van wat we willen zijn en dat willen we vasthouden.’
Links: www.tandzorgoldenzaal.nl en www.dentiva.nl
Reactie toevoegen