Onderzoek pluriformiteit en keuzevrijheid: doe mee!
Wat allereerst opvalt is dat bijvoorbeeld overheidsinstanties en verzekeraars, in hun zoektocht naar goedkopere zorg, steeds meer van ‘groot’ uitgaan. Grote zorginstellingen lijken de norm te worden. Je vindt het perspectief van de kleine zorgverlener in de wijk nauwelijks meer terug in als je bijvoorbeeld de nieuwe zorgwet- en regelgeving leest.
Aan de andere kant zie je steeds vaker analyses die concluderen dat ‘groot’ vaak geen synoniem van goed blijkt te zijn. Dat de aanname dat schaalvergroting (automatisch) leidt tot kwaliteitsverbetering en kostenreductie niet valide is. Scherpe analyses komen bijvoorbeeld van Jaap Winter, hoogleraar Corporate governance en gedrag, en van Herman Tjeenk Willink ('De ontmenselijking van grote organisaties’ en ‘Groter denken, kleiner doen. Een oproep’).
Wtza bijvoorbeeld
Een recente, pregnante illustratie dat ‘groot’ de norm lijkt te worden is de Wet toetreding zorgaanbieders (Wtza). Er is natuurlijk niets mis met toetredingsregels, die als doel hebben het borgen van de zorgkwaliteit. Hierin zie je wel direct de eenzijdige focus op grote instellingen. En dan vooral die met minder nobele bedoelingen. Een aantal (voorgenomen) maatregelen in het verlengde van deze wetgeving was disproportioneel en deels totaal onuitvoerbaar voor met name kleine eerstelijns zorgaanbieders. Gevolg: een flinke verzwaring van de administratieve lastendruk.
Dat is iets waartegen we vanuit VvAA onder de noemer ‘(Ont)regel de zorg’ juist fanatiek gestreden hebben. Op 7 juni maakte minister Van Ark (Medische zorg en sport) bekend dat ze een deel van de scherpe randen weg wil nemen. Zo is voor kleine zorgaanbieders de verplichte accountantsverklaring inmiddels van de baan. Gelukkig maar.
Minder verlangen naar eigen praktijk
Ook de afnemende eagerness van de jonge zorgverleners om een praktijk over te nemen speelt mee. Tegelijkertijd rekenen investeerders van buiten de gezondheidszorg de zorg steeds meer tot hun werkveld. En die zijn natuurlijk primair op zoek naar rendement. Zij denken dat via schaalvoordelen te kunnen bereiken.
Voor de jonge zorgverlener is de combinatie met thuis steeds belangrijker. Zorg voor de kinderen, werk van de partner, dat soort zaken. De vraag rijst hoe dat combineert met het voeren van een eigen praktijk. Daar komt bij dat er lang niet altijd sprake van een reëel beeld van het daadwerkelijke praktijkhouderschap. Zij horen oudere praktijkhouders steeds vaker mopperen over alles wat er naast de directe beroepsuitoefening op hen afkomt. Dat maakt het beeld voor de jonge collega’s niet aantrekkelijker.
Aan de andere kant zie je dat degenen die wel de stap wagen vaak creatiever en vlotter zijn in het vinden van oplossingen dan hun oudere collega’s. Denk aan het in dienst nemen van een (extra) praktijkmanager, bepaalde taken uitbesteden, met meerdere collega’s het eigendom en de bijbehorende taken onderling verdelen of met andere praktijken samen zoeken naar synergie. Helemaal afhankelijk van de specifieke praktijksituatie en vooral: van de behoeften en vaardigheden van de praktijkhouder(s). In het webinar van Huisartsenvereniging Zwolle en VvAA op 18 mei over een praktijk vestigen kwamen hierover mooie inzichten voorbij.
Evenwichtige afwegingen door zorgverlener
Het moet altijd mogelijk blijven voor een jonge zorgverlener om een praktijk te starten of over te nemen. Het is gezond als het eigendom en de zorgverlening in dezelfde handen liggen: dat maakt een de kans op evenwichtige afwegingen het grootst. De patiënt is immers niet alleen klant. Het wordt alleen wel lastiger als er steeds meer ‘randzaken’ op de praktijkhouder afkomen. En binnen sommige beroepsgroepen zien we dat de komst van de investeerders ook leidt tot opdrijving van de overnameprijs van een praktijk. Dat maakt het er ook niet eenvoudiger op.
Het feit dat het bordje van de praktijkhouder steeds voller wordt, betekent dat de zorgverlener misschien nog wel meer dan nu ondersteund moet worden. Daar hebben wij, maar ook beroepsorganisaties een dure plicht, waarvan we ons terdege bewust zijn. Dat geldt zowel in de behartiging van hun belangen, maar ook in de individuele ondersteuning in de praktijk. Bij VvAA noemen we dat ‘Stem en steun’.
Praktijkhouderschap moet bij je passen
Niet iedere zorgverlener hoeft per se praktijkhouder worden. Het moet namelijk wel degelijk bij je passen. Sommige zorgverleners willen maximaal met hun vak bezig zijn en hebben niks met het ondernemerschap en geregel daaromheen. Dan past het niet. Maar nu lijkt het door te slaan de andere kant op: degenen die het wel in zich hebben, lijken ook eerder af te haken. Dat lijkt me ook geen goede ontwikkeling.
Onderzoek naar pluriformiteit en keuzevrijheid
Het behoud van pluriformiteit en keuzevrijheid is van groot belang voor de Nederlandse gezondheidszorg. De zorgverlener zou zich moet kunnen organiseren op de wijze die haar of hem past. Wij zien en horen dat zorgverleners steeds minder ruimte krijgen om hun praktijk en zorgverlening naar eigen inzicht in te richten, ook minder tijd aan hun patiënten kunnen besteden. De resultaten van het recent gestarte onderzoek van VvAA en Stichting Beroepseer moeten leiden tot een scherper beeld van de effecten van het wijzigende zorglandschap op de dagelijkse praktijk van zorgverleners.
Doe mee!
Zorgverleners kunnen hun stem op dit gebied laten horen door de vragenlijst van het onderzoek in te vullen. Dat kost zo’n tien minuten. Het is belangrijk dat zorgverleners uit alle geledingen zich laten horen als het gaat om pluriformiteit. Jong, oud, man, vrouw, iedere beroepsgroep. Het gaat immers over de toekomst van onze zorgverlening. En die begint morgen!
Naar de Vragenlijst Pluriformiteit en keuzevrijheid
Noten
1. Jaap Winter, ‘De ontmenselijking van grote organisaties’, Ondernemingsrecht 2019/2
2. Herman Tjeenk Willink, ‘Groter denken, kleiner doen. Een oproep’, 2018
3. VvAA, Behoud van pluriformiteit en keuzevrijheid
Bij het thema van dit artikel betrokken organisaties
Meer artikelen met dit thema
Bart Smit (HOOG) over de voortgang van het Integraal Zorgakkoord in de regio: ‘Huisarts wordt cruciale schakel tussen zorg en sociaal domein’
20 nov om 14:30 uur 6 minHoe werkt een regionale huisartsenorganisatie als het Gelderse HOOG aan uitvoering van het Integraal…
Wouter Bos (Menzis) stelt dat akkoorden als IZA niet meer werken: 'Zorg wordt alleen toekomstbestendig met meer dwang en drang en heldere beleidskeuzes’
19 nov om 15:46 uur 6 minWouter Bos, bestuursvoorzitter van zorgverzekeraar Coöperatie Menzis, plaatste onlangs in de Rode Hoed grote…
Michel van Schaik (Rabobank) over de zorg en eerste lijn in 2040: ‘Bouw geen ziekenhuis of praktijk, maar een vitaliteitscampus’
19 nov om 10:00 uur 8 minMichel van Schaik, directeur gezondheidszorg bij de Rabobank, blikt vooruit naar de zorg in 2040. Samen met…
Wondere wereld: 'Handhaving van de wet DBA schiet doel voorbij'
15 nov om 10:30 uur 4 minIneens is het werkveld in rep en roer over de handhaving van de wet DBA vanaf 1 januari. ‘Toch wel bijzonder na…
LACH Mondzorg-tandartsen over de handhaving van de DBA: ‘We kiezen uit overtuiging voor loondienst, maar of dat rendabel is?’
15 nov om 09:30 uur 5 minAnderhalf jaar geleden openden tandartsen Cheryl Tjon, Bart Jansen en Paul Heijnen hun praktijk LACH Mondzorg…
Lunchwebinar MO Actueel: ‘Handhaving op de wet DBA. Wat betekent dat voor praktijkhouders, praktijkmanagers en zelfstandigen?'
8 nov om 10:32 uur 3 minTijdens het lunchwebinar MO Actueel op 26 november staat de vraag centraal: ‘Handhaving op de…
Praktijkhouder Alexander Tolmeijer pleit voor aanpassing van de Wet VBAR: ‘Zzp’ers zijn de olie van de mondzorg’
23 okt om 13:45 uur 6 minAlexander Tolmeijer, tandarts-praktijkhouder, jurist en directeur van adviesbureau Dentiva, voorziet onrust als…
Waarom als praktijkhouder huwelijkse voorwaarden opmaken?
16 okt om 10:00 uur 4 minTijdens je leven structuur aanbrengen in de bestemming en het beheer van je vermogen na overlijden. Dát is…
Reactie toevoegen