De prijs van een huisartsenpraktijk
Huisvesting
Een van de belangrijke punten is de huisvesting. Is de praktijk gevestigd in een eigen pand of in een huurpand? Als er sprake is van een eigen pand, is het dan de bedoeling dat dit pand direct wordt getaxeerd en overgedragen of kan dit pand door de verkopende huisarts worden verhuurd aan de kopende huisarts? In het laatste geval worden er vaak afspraken gemaakt over kooprecht. Als het een huurpand is, dan is het mogelijk om het huurcontract aan de opvolger over te dragen door middel van een ‘indeplaatsstelling’.
Inventaris en waarde verbouwing
Ander gesprekspunt is vrijwel altijd de waarde van de over te nemen inventaris en, als er sprake is van een gehuurd pand, de waarde van eventuele verbouwingen die in het verleden zijn uitgevoerd.
Voorbeeld
Onlangs zagen we een waarderingsrapportage waarin als waarde van inventaris en verbouwingen het gemiddelde was genomen van de oorspronkelijke aanschafwaarde en de boekwaarde na afschrijving, zoals bleek uit de laatste jaarrekening. Zo’n berekening geeft echt een vertekend beeld. Op de lijst stond een computersysteem van 15 jaar oud, met een aanschafwaarde van € 12.000 en een boekwaarde van nihil. De adviseur van de verkopende huisarts waardeerde dit verouderde computersysteem op het gemiddelde, dus op € 6.000. In de onderhandelingen was dat al vrij snel van tafel.
Reëel is het om wat betreft inventaris en inrichting uit te gaan van de aanschafwaarde, verminderd met een afschrijving op basis van een redelijke afschrijvingstermijn. Voor verbouwingen en duurzame inrichting wordt vaak 10 jaar gehanteerd en voor overige inrichting en computerapparatuur 5 jaar.
In sommige onderhandelingen worden relatief hoge voorraden als verbandmiddelen, kantoorbenodigdheden, opgevoerd. Dan wordt soms ook ten onrechte aangegeven dat afgeschreven machines en inventaris zijn meegenomen bij bepaling van deze voorraad. Meestal blijft een stelpost (schatting van de kosten) voor voorraden redelijk beperkt.
Geldstroom belangrijk
Uiteindelijk moet bij het waarderen van een praktijk de geldstroom inzichtelijk worden. Kan de praktijk na de overname aan haar verplichtingen blijven voldoen en voorziet deze in het inkomen van de huisarts? Hoeveel honoraria kunnen worden gerealiseerd met de praktijk? Welke overige opbrengsten zijn te verwachten? Hoe is de trend de laatste jaren geweest? Welke ontwikkelingen doen zich voor in de omgeving van de praktijk? Is sprake van een groeigemeente of juist niet? En welke kosten moeten er worden gemaakt om deze opbrengsten te kunnen realiseren? Daarbij gaat het naast de huisvesting en algemene kosten ook om de (salaris)kosten verbonden aan de praktijkassistentes en praktijkondersteuning. Bij overname van een praktijk gaan de dienstbetrekkingen van het personeel wettelijk over op de koper van de praktijk, waarbij de arbeidsvoorwaarden ten minste gelijk moeten zijn. Als sprake is van zieke medewerkers kan dit een lastige factor zijn.
Niet onbelangrijk is de tijd die de overnemende huisarts zelf wil gaan besteden aan de praktijk en hoeveel waarneming zal worden ingeschakeld. Voor een fulltime werkende huisarts wordt uitgegaan van een in de branche gebruikelijk norminkomen van ca. € 128.000.
Goodwill
Uit bovenstaande analyse volgt een geldstroom en dan ontstaat er soms ook een discussie over goodwill. Deze discussie is in huisartsenland beladen. In publicaties wordt aangeven dat bij 30 tot 40 procent van de praktijkoverdrachten goodwill wordt berekend. Dit zou zich vooral voordoen in de Randstand. Op dit moment bestaat er geen wettelijke regeling die betalen van goodwill verbiedt. Wel zijn er nog huisartsen die in het verleden een overeenkomst zijn aangegaan met het Goodwillfonds, en zich daarbij verplicht hebben in de toekomst geen goodwill te vragen. Bij de invoering van de Zorgverzekeringswet in 2006 is door veel zorgverzekeraars het verbod op het bedingen of betalen van goodwill uit de contracten gehaald maar bij sommige verzekeraars is dit verbod nog wel van kracht.
Vanuit mijn waarderingsbenadering als Registervaluator (specialist waardebepaling) zal alleen sprake zijn van goodwill als het rendement van de praktijk in verhouding staat tot de investering die nodig is.
Los van de financiële benadering is het de verkopende huisarts ook vaak wat waard om de overdracht aan de beoogde opvolger te realiseren. Deze is vaak al lange tijd aan de praktijk verbonden en kent de praktijk en de patiënt. Daarom zien wij dat in veel gevallen de goodwilldiscussie meer op basis van emotionele en relationele aspecten wordt gevoerd en zonder of met een beperkte goodwill wordt afgerond. Vaak wordt dan afgesproken dat de kopende huisarts ook geen goodwill zal rekenen als deze binnen een bepaalde termijn de praktijk (door omstandigheden) zou (moeten) verkopen.
Vastleggen afspraken
Als de overnamecondities rond zijn, is het gebruikelijk om de afspraken vast te leggen in een overeenkomst waarbij zo nodig een financieringsvoorbehoud wordt opgenomen. De kopende huisarts kan nu financiering gaan regelen en een en ander met de zorgverzekeraar gaan afstemmen. De geldstroomprognose die voor de overname is gemaakt kan vervolgens ook worden gebruikt om zo nodig een financieringsaanvraag bij de bank in te dienen.
Het is belangrijk dat de verkopende huisarts op tijd begint met de voorbereidingen van de verkoop van zijn praktijk en met de beoogde overnamekandidaat in gesprek gaat. Er moeten immers heel wat stapjes worden gezet voordat de overname een feit is.
Mr. Wim van Vliet RB RV – directeur/partner Van Ree Accountants
Bij het thema van dit artikel betrokken organisaties
Meer artikelen met dit thema
Een praktijk overnemen - lukt dat nog wel? Acht vragen die bij overname relevant zijn
15 dec 2021 4 minVoldoe aan uw verzekeringseisen met Unica E-inspectie
15 dec 2021 2 minGoed werkende elektra in gebouwen zorgt voor veiligheid en bedrijfszekerheid. Steeds meer verzekeraars eisen…
Reactie toevoegen