Ron Haanschoten, fysiotherapeut en ondernemer: ‘De fysiotherapie staat er steeds beter voor’
Ron Haanschoten (56) studeerde in de jaren tachtig fysiotherapie, begon als parttime therapeut en studeerde bewegingswetenschappen. Hij werd in 1991 maat bij fysiotherapiepraktijk ADFYS in Montfoort. Doordat de fysiotherapie slechts een vast aantal zittingen per jaar vergoed kreeg van het ziekenfonds, besloten Haanschoten en collega’s ook fysiotherapie bij bedrijven te gaan aanbieden. ‘We hebben toen voor de PTT een complete praktijk opgezet in Utrecht, waar we 20 tot 30 uur per week behandelingen deden. We hebben daar een fantastische tijd gehad’, vertelt hij. Haanschoten begon in de jaren ’90 ook als docent bij de Gezonde Zaak, een bedrijf dat een aanbod ontwikkelde voor re-integratie van werknemers en daarvoor fysiotherapeuten trainde.
Twee sporen
In zijn loopbaan is Haanschoten steeds op twee sporen actief: als fysiotherapeut en als ondernemer. Hij kreeg steeds meer interesse in de bedrijfsmatige kant en studeerde ook bedrijfskunde. ‘Vakinhoud en bedrijfskunde zijn de twee rode draden in mijn leven. De vraag was steeds: hoe kunnen we de kwaliteit van de zorg koppelen aan een goede organisatie? Daar geloof ik heel erg in. Als je je organisatie gewoon goed inricht, dan kun je ook goede zorg leven.’ Haanschoten verwierf al vroeg een HKZ-certificaat, begon met geprotocolleerde fysiotherapie en ontwikkelde een fitnessaanbod. ‘We hadden per doelgroep uitdraaien met uitgebreide informatie over klachten en oefenschema's.’ Als volgende stap zette hij samen met Wibo Langeveld een arbodienst op voor bedrijven en gemeenten.
Vervolgens werd Haanschoten, eveneens met Langeveld, directeur van Het Gezonde Net als opvolgers van Cees de Zoete die het bedrijf had opgezet als een franchiseconcept voor de fysiotherapie. ‘We wilden innoveren en inspelen op nieuwe ontwikkelingen: wat gebeurt er en hoe kunnen we daarop anticiperen? In 2011 hebben we het bedrijf omgebouwd naar een coöperatie om leden meer invloed te geven.’
Ontzorgen en ondersteunen
Met Het Gezonde Net adviseren en ondersteunen Haanschoten en collega’s fysiopraktijken op basis van een licentie, op vakinhoud én bedrijfsvoering. ‘Aan de ene kant richten we ons op het vak met bijvoorbeeld modules voor preventie en leefstijl. Daarnaast ondersteunen we praktijken ook om een gezonde organisatie te worden, met prettige arbeidsomstandigheden, werksfeer en goede rendementen. Praktijkhouders blijven eigenaar vanuit hun eigen praktijkvisie, maar wij proberen ze zoveel mogelijk te ontzorgen en te ondersteunen zodat hun praktijkvoering zo optimaal mogelijk kunnen doen.’
De coöperatie heeft voor die ondersteuning zowel een landelijk, regionaal als praktijkgericht aanbod. Zo is er jaarlijks in mei een landelijk Kasteeloverleg, waarin overheidsbeleid en zorginkoop door verzekeraars centraal staan. Regionaal behandelt de coöperatie met praktijken specifieke thema’s als rendement en werkplezier. Haanschoten: ‘Dan zit je ook meteen in discussies als: hoe moet dat nu met het tarief? En wat kun je daar zelf aan verbeteren? Hoe zit het met de rendementen die onder druk staan? Hoe heb je je praktijk georganiseerd en aan welke knoppen kun je zelf draaien? Daarover sparren we met elkaar.’
Praktijkanalyse en managementsysteem
Beginnende praktijken helpt Het Gezonde Net met een praktijkmanagementsysteem, waarmee de bedrijfsmatige kant van de praktijk structuur krijgt. Op praktijkniveau begint de ondersteuning met een praktijkanalyse. ‘Als wij voor de eerste keer bij een praktijk komen, maken we een soort praktijkfoto over de praktijkorganisatie, personeelsbeleid, financiën, contracten, team, omzet. Daarover gaan we dan een aantal keren per jaar in gesprek, op basis van de prioriteiten van de praktijk.’ Daarnaast fungeert de coöperatie ook als inkoopcollectief en subsidieadviseur. ‘Praktijken sparen dus geld uit doordat ze via ons inkopen. Voor subsidieaanvragen houden we de subsidiekalender in de gaten en dan maken wij een plannetje voor subsidies, bijvoorbeeld voor de invoering van digitale zorg tijdens covid.’
Op regionaal niveau stimuleert Het Gezonde Net kennisuitwisseling tussen praktijken. ‘Wij hebben recent onderzoek gedaan, waaruit blijkt dat de werkdruk vaak hoog is en de beloning relatief laag. Daarom hebben we een project Werkplezier opgezet, waarin we allerlei dingen bedenken om het werkplezier te verhogen. Ook kijken we proactief naar de invulling van de CAO en het omlaag brengen van de werkdruk. Zou je dan niet je agenda anders moeten gaan organiseren, zodat je meer rust krijgt en mensen minder werkdruk ervaren?
Zorg 1: betere financiering voor de fysiotherapie
Ook is Haanschoten sinds drie jaar directeur van Zorg 1, een landelijke coöperatie die zorgprogramma’s ontwikkelt om de waarde van zorg aan te tonen en de financiering daarvoor te regelen. Met zorgverzekeraars onderhandelt Zorg1 over inhoud van diagnosebehandelprogramma’s en ook toont het de waarde van zorg aan, door de outcome te meten. Sinds 1 januari is Zorg 1 gefuseerd met Fysiotopics, waardoor het netwerk landelijk liefst 5500 fysiotherapeuten vertegenwoordigt.
Haanschoten vertelt dat Zorg1 ‘bundelfinanciering’ met een aantal verzekeraars is overeengekomen, waarbij praktijken een vergoeding voor het hele behandeltraject krijgen. ‘Dat betekent voor je organisatie dat je niet meer elk half uur hoeft te behandelen. Dan gaat het veel meer over hoe efficiënt je een behandeltraject inregelt en wat je wil doen als therapie. De praktijken die we de afgelopen veertig jaar hebben ingericht, zijn productiebedrijven geworden, gericht op elk half uur behandelen. Door anders te gaan behandelen kun je tegelijk je werkdruk naar beneden krijgen, waardoor je ook iets aan het verloop aan therapeuten doet.’
Beter positioneren
Hoe kan de fysiotherapie zich beter positioneren? Volgens Haanschoten moet er ruimte blijven voor diversiteit in de sector. ‘Ik vind dat iedereen zijn plek binnen de zorgmarkt moet hebben, maar ik vind het geen discussie over goed, beter of best. Het is veel meer een discussie over welke rol en welke positie je in het zorgveld wilt innemen. Dat kan ook betekenen dat je gewoon je vak goed doet en daar in de basis een goede vergoeding voor krijgt.’ Als geheel is het profiel van de beroepsgroep de laatste decennia juist versterkt, vindt Haanschoten. ‘Tien jaar geleden spraken mensen nog over de fysiotherapeut als ‘de masseur’. Ik vind dat we vanuit ook door wetenschappelijk onderzoek al vele stappen verder zijn. Ook lokaal en regionaal staan fysiotherapeuten er steeds beter voor. Hier in Montfoort zitten we als fysiotherapeuten met huisartsen, gemeente en welzijnsorganisaties om tafel om welzijn en gezondheid neer te zetten.’
De positie van de fysiotherapie in de aanvullende verzekering staat toch onder druk? Haanschoten: ‘Ja, dat staat onder druk omdat de zorgkosten steeds verder omhoog lopen. Dat is ook de reden waarom het Zorginstituut en de NZA nu kijken welke andere financierings- en organisatiesystemen er nodig zijn om de zorg goed te kunnen houden. Ook in het Integraal Zorgakkoord staat bijvoorbeeld dat werkplezier een belangrijk thema is om door te ontwikkelen in de eerste lijn. Voor de fysiotherapie liggen daar grote kansen.’
Dit is een gedeeltelijke voorpublicatie van een artikel dat verschijnt in MedischOndernemen 1.
Meer informatie:
Links:
- Fysiopraktijk Anno Nu op 26 november: ‘Aanbieder of verzekeraar gedreven fysiotherapie? Wat heeft meer succes?’, 25 oktober 2022
- Innovatie Platform Fysiotherapie: Innoveren als voorwaarde voor fysio-organisaties, 23 juni 2021
- Rutger IJntema: ‘Innovatie in de fysiotherapie moet maatschappelijke vraagstukken helpen oplossen’, 28 november 2019
Ik verlang toch zo naar het moment dat onze NHG richtlijnen samen met de vertegenwoordigers van de fysiotherapie worden herzien! Zolang er nog een richtlijn voor huisartsen wordt uitgegeven (onlangs) waarin fysiotherapie bij oa rugklachten en schouderklachten als geldverspilling in de zorg wordt neergezet, lijkt me een structurele aanpak landelijk nog erg ver weg!
Ingediend door Nanny van den Braken (niet geregistreerde gebruiker) op do, 06/04/2023 - 18:34
Reactie toevoegen