‘MOVES’ gaat verder als ‘MOVE ON’: ‘Fysiotherapeuten leren wat hun passies en competenties zijn’

MOVES staat voor ‘Marketing, Ondernemerschap en Vernieuwing en Samenwerking in de beweegzorg’. Het project is opgezet vanuit twee lectoraten van Hogeschool Utrecht: Marketing & Customer Experience en Innovatie van Beweegzorg. De deelnemers werken in een consortium, waarbij fysio- en oefentherapiepraktijken betrokken zijn, evenals de beroepsverenigingen KNGF en VvOCM, en de Stichting Keurmerk Fysiotherapie. 

MOVE ON

Het eerste MOVES-project krijgt nu een vervolg als ‘MOVE ON’, vertelt onderzoeker Eveline van der Herberg. ‘In de praktijk en wetenschappelijk gezien was MOVES nog niet klaar. Wat betreft de positionering en de marketingstrategie van fysiopraktijken hebben we de eerste stap gezet. In 2019 keken we naar welke thema’s leven in de wijk en waarom fysiotherapeuten zich zouden moeten profileren. We hebben een toolkit, een soort stappenplan, ontwikkeld waarmee een praktijk de eigen positionering kan maken of aanscherpen. In dit vervolg kijken we naar de implementatie van deze positioneringsstrategie.’

Tijd vrijmaken

De deelnemende fysiotherapiepraktijken laten nu successen zien, schetst Van der Herberg. ‘Het zijn zorgondernemers, drukke praktijkhouders die tijd moeten vrijmaken om te ondernemen. Daarbij gaat het vaak om het vinden van de juiste plek in de wijk. In Nederland zijn op dit moment zo’n 10.000 fysiopraktijken actief en dat betekent dat er in veel wijken wel tien praktijken zijn. Als een marketeer ernaar kijkt, zegt hij al snel: “Naar welke praktijk moet ik toe? Hoe vinden die praktijken mij?”’

Hoe kijken de fysiotherapeuten zelf naar hun markt?
Eveline van der Herberg: ‘Dat is toch beperkt. Fysiotherapeuten kijken heel goed naar hun eigen patiënten en doen vaak tevredenheidsmetingen. Ze weten dus wie er bij hun binnenkomt en wat zij vinden. Vaak kijken ze niet verder dan de vier muren van hun praktijk. Ze weten bijvoorbeeld niet wie er in de wijk woont. En welke partijen er verder in de wijk zijn, zoals wijkverpleegkundigen, collega-fysiotherapeuten, sociaal werkers. Dat zijn allemaal professionals die te maken hebben met mensen met beweegproblemen.’

‘In het vorige onderzoek hebben we dat al ruim in kaart gebracht, dat wil zeggen het plaatje van de wijk en het stakeholder-netwerk dat daar bestaat. Die stappen zitten ook in onze toolkit. Praktijken kunnen dat zelf op een rijtje zetten. Hierdoor kunnen ze beter hun markt in beeld krijgen dan ze nu doen.’

Welke bevindingen heeft MOVES de eerste anderhalf jaar opgeleverd?
‘We deden een imago-onderzoek om te kijken hoe de fysiotherapeuten nu in de markt staan. Daar is veel ruimte voor verbetering. Ook keken we naar de thema’s en de behoeften die er in de verschillende wijken leven. Daarover hebben we ook een inspiratieboekje uitgebracht met thema’s, zoals senioren, sportieve jongeren, een wijk breed aanbod. Elke fysiotherapeut kan daaruit zelf een onderbouwde keuze maken. Daarvoor hebben we een stappenplan gemaakt met vragen als: welke doelgroepen zie je in de wijk? Wat is je imago in de wijk? Waar zijn collega-fysiotherapeuten goed in?’

Hoe staat het met de bekendheid van fysiotherapeuten naar andere stakeholders toe? 
‘Veel praktijken kennen de andere stakeholders matig, zeker een partij als het sociaal werk. Veel fysiotherapeuten zien hen niet als een belanghebbende, terwijl zij veel beweegaanbod in huis hebben, zoals buurtsport, wandelgroepen, diabetesgroepen. Juist fysiotherapeuten zijn de professionals bij uitstek om bewegen te ondersteunen, zeker bij kwetsbare groepen. Dat kunnen ze beter dan de buurtsportcoach, die goed mensen bij elkaar kan brengen. Bij profilering is het daarom belangrijk dat je in de gaten houdt, op wie je je richt.’

‘Met onze toolkit kun je de partijen in de wijk beter plaatsen en begrijpen. Zo besloot een van de deelnemende praktijken zich op de huisartsen in de wijk te gaan richten. Ze kozen ervoor om aan de huisartsen te vertellen wie ze zijn en op te treden als ‘regisseur van bewegen’ in de wijk.  Huisartsen bleken op dat moment nogal overstelpt te worden door alle vragen van patiënten. Gevolg van de samenwerking is nu dat de huisarts patiënten bij beweegproblemen standaard doorverwijst naar de fysiotherapeut.’

Wat zijn jullie bevindingen als je kijkt naar de deelnemende praktijken?
‘Er gebeurt heel veel. Als je je verdiept in je positionering leidt dat tot een heel proces. Praktijken leren dan waarin ze goed zijn, wat hun passies en competenties zijn. Soms is dat confronterend, maar maakt ze vaak ook trots. Dan kom je erachter met welke doelgroepen je graag werkt, zoals jongeren, allochtonen of senioren. We dagen praktijken uit te kijken waar hun passies liggen en waar de kansen in de wijk liggen. Het blijkt dat het werkplezier sterk wordt verhoogd als je die doelgroep binnenhaalt, die je het liefst binnen hebt.’

‘Zo is er een praktijk die besloot zich specifiek te gaan richten op jongvolwassenen die graag sporten. Ze vinden jongeren van 15 tot 35 jaar een interessante doelgroep, die aansluit bij hun expertise. Hun werkbelofte is dat ze de cliënt helpen een sterkere versie van zichzelf te worden. Dat hebben ze doorgevoerd op hun website en in de inrichting van hun praktijk. En dat is best dapper, omdat fysiotherapeuten vanuit hun beroepsethiek niemand willen uitsluiten. En dat doen ze natuurlijk ook niet.’

Welke resultaten zien jullie verder?
‘Wij zien dat praktijken tot nieuwe inzichten komen en zich durven te profileren. De capaciteit om dat goed te doen is er niet altijd. Dat kan te maken hebben met kennis, tijd of middelen. We weten vanuit de marketing al dat bedrijven vaak meer aandacht hebben dan voor de implementatie. Dat is in grote bedrijven al zo, en geldt zeker voor zorgondernemingen.’

‘We onderzoeken nu wat er voor een goede implementatie nodig is. We ontwikkelen bijvoorbeeld een diagnosetool, waarmee je als praktijk de implementatie handen en voeten kunt geven. Denk aan de praktijkwebsite, de samenwerking in de wijk, de medewerkersbetrokkenheid, leiderschap. Dat is wel een diagnose die de praktijk zelf moet leren maken. Er bestaan namelijk geen standaardoplossingen, die zowel gelden voor een kleine praktijk of voor een grote landelijke keten.’

Links:

• MOVES in de beweegzorg 
• MOVE ON: MOVES gaat door
• De MOVE IT Toolkit
• MedischOndernemen, MOVES-onderzoek: ‘Fysiotherapeuten kunnen hun kop veel meer boven het maaiveld uitsteken’, 26 juni 2019

Dag van de Praktijkhouder ‘Futureproof’ (24 juni)

Wilt u weten wat MOVE ON voor uw praktijk kan betekenen? Wilt u als  praktijkhouder uw markt beter leren kennen en weten wie uw samenwerkingspartners zijn? Kom naar de Dag van de Praktijkhouder (24 juni). 
Eveline van der Herberg (MOVES) geeft hierbij de workshop ‘Profileren in de wijk; je praktijk zien als merk’. Verder bijdragen van onder meer Marc Bruijnzeels (Jan van Es Instituut), Alexander Tolmeijer (Dentiva), Joost de Waard (Visser & Visser). Kijk op: Dag van de Praktijkhouder