Weinig verschillen tussen fysiopraktijken: Bedrijfsresultaat verbeterd, investeringsbereidheid gedaald

‘In de tweede KBIF komen slechts geringe verschillen tussen kleine en grote praktijken naar voren.’ (Foto: Shutterstock)
Praktijken met meerdere fysiotherapeuten hebben een hogere omzet, ondernemersloon en vaak meer stress, terwijl praktijken zonder personeel betere nettomarges laten zien. Dit blijkt uit de Kleinbedrijf Index Fysiotherapie , een initiatief van het Keurmerk Fysiotherapie en de Hogeschool Utrecht, waaraan veel Nederlandse praktijken deelnemen. In vergelijking met de vorige Kleinbedrijf Index Fysiotherapie (KBIF) blijken er geringe verschillen te zijn tussen kleine en grote praktijken.
Met de verwachte overgang naar integrale zorg in de Nederlandse gezondheidszorg, worden zorgondernemers zowel op vakinhoudelijk als bedrijfsmatig gebied uitgedaagd om te innoveren. Het is echter onduidelijk of zorgondernemers deze overgang binnen de huidige gereguleerde gezondheidszorgmarkt kunnen realiseren.
Bedrijfsmatige aspecten
De Kleinbedrijf Index richt zich op het verzamelen, analyseren en rapporteren van gegevens over eerstelijns fysiotherapiepraktijken vanuit het perspectief van zorgondernemers. Momenteel richt de beroepsgroep zich voornamelijk op het verzamelen van gegevens over patiënten, behandeleffecten en -kwaliteit, maar er is weinig aandacht voor bedrijfsmatige aspecten.
Het CBS verzamelt onvolledige gegevens, waarbij 60% van de eerstelijns fysiotherapiepraktijken ontbreekt vanwege het hebben van minder dan 5 medewerkers. De Kleinbedrijf Index Fysiotherapie wordt gesteund door het Koninklijk Nederlands Genootschap Fysiotherapie, de Werkgeversvereniging Fysiotherapie en het Innovatie Platform Fysiotherapie.
Weinig verschil kleine en grote praktijk
De Kleinbedrijf Index Fysiotherapie vergelijkt praktijkeigenaren, bij wie meerdere fysiotherapeuten actief zijn, met andere kleine ondernemers met personeel. Hoewel er geluiden zijn dat fysiotherapiepraktijken met meerdere therapeuten betere bedrijfsresultaten en kwaliteit behalen, tonen de indicatoren van de Kleinbedrijf Index een verrassend ander beeld: er zijn vrijwel geen verschillen tussen solopraktijken en praktijken met meerdere fysiotherapeuten. Significante verschillen zijn hogere omzet, ondernemersloon en stress bij praktijken met meerdere fysiotherapeuten, terwijl praktijken zonder personeel betere nettomarges laten zien.
In vergelijking met de vorige Kleinbedrijf Index vertoont de fysiotherapiesector verbeteringen. De nettomarge van de praktijken is gestegen, evenals de praktijkomzet ten opzichte van 2019 (pre-corona). Het percentage praktijken dat aangeeft voldoende middelen te hebben voor continuïteit is significant toegenomen van 74% naar 81%.
Ondanks het positieve beeld is het ondernemersvertrouwen van fysiotherapiepraktijken licht negatief. De verwachting om toekomstige rekeningen te kunnen betalen is gedaald, en 72% van de praktijken investeert minder dan 10% van hun omzet in innovatie. De verwachting van praktijkeigenaren om in de nabije toekomst in innovatie te investeren is aanzienlijk verslechterd en ronduit negatief.
Vergrijsde beroepsgroep
Uit de vorige Kleinbedrijf Index Fysiotherapie (juli 2023) bleek dat een flink deel van de eigenaren van de fysiopraktijken in de steekproef ouder waren dan ondernemers in andere sectoren van het midden- en kleinbedrijf. Liefst 40% van de fysiopraktijkhouders is tussen de 65 en 70 jaar, tegenover 21% in het mkb. Ook heeft 40% van de praktijkhouders burn-outklachten. Ook bleek dat de ondernemerslonen van beide groepen nagenoeg gelijk waren gebleven ten opzichte van pré-corona (2019), waarbij de omzetten van de fysiotherapie herstel lieten zien.
De omzet van fysiotherapeuten (87%) komt hoofdzakelijk voort uit contracten met zorgverzekeraars. 39% voldoet daarbij aan de hoogste eisen van een zorgverzekeraar. ‘De sector heeft zich hiermee veel te afhankelijk gemaakt van vergoedingen van verzekeraars’, stellen de onderzoekers. De helft van de fysiosector kent een nettomarge lager of gelijk aan 10% voor ondernemersloon, vergelijkbaar met andere mkb-sectoren. Meer dan de helft heeft een te lage solvabiliteit, zo bleek uit de vorige Kleinbedrijf Index Fysiotherapie.
Meer lezen:
- Hogeschool Utrecht, Kleinbedrijf Index Fysiotherapie kwartaal 2 2023 rapport
- MedischOndernemen, ‘Te hoge werkdruk en geen geld voor innovatie’, 5 juli 2023
Meer artikelen met dit thema
Eigenzinnige fysio-ondernemer Patrick ter Brugge: ‘Denk in kansen en niet in beperkingen’
27 mrt om 12:30 uur 6 minMondzorg-ondernemer Thomas Rietrae: ‘Verdere ketenvorming, maar ook menselijke maat in de zorg’
13 mrt om 15:00 uur 4 minFysiotherapeut Jeroen Boogmans: 'Er wordt veel behandeld, misschien wel te veel'
19 feb om 08:00 uur 4 minDe wachttijden bij fysiotherapiepraktijken blijven stijgen. Dit komt niet alleen door de vergrijzing, maar ook…
Tandartspraktijk Mondzorg Hoorn ‘met een plus’: tandheelkunde voor mensen met een ‘kleine beurs’
16 jan om 15:37 uur 4 minTandartsen Ineke Wagendrever en Marco Pachón hebben een bijzondere missie: mondzorg toegankelijk maken voor…
4e Klein Bedrijf Index Fysiotherapie: ‘54 procent van de praktijkhouders denkt aan stoppen – een schokkend aantal’
15 jan om 17:30 uur 6 minTandartspraktijk Maas en Waal: ‘Je kunt pas helpen als je goed kunt luisteren’
5 dec 2024 3 minEen ontspannen sfeer, persoonlijke aandacht en hoogwaardige zorg. Dat is waar tandartspraktijk Maas en Waal in…
Michel van Schaik (Rabobank) over de zorg en eerste lijn in 2040: ‘Bouw geen ziekenhuis of praktijk, maar een vitaliteitscampus’
19 nov 2024 8 minMichel van Schaik, directeur gezondheidszorg bij de Rabobank, blikt vooruit naar de zorg in 2040. Samen met…
Fysiotherapie voor een langdurig gezonde levensstijl: ‘De omslag van praktijk naar beweegplatform werkt als vliegwiel’
23 okt 2024 6 minHoe kunnen praktijken innoveren en groeien in de fysiotherapie? Jurian Donders vertelt over een totaaloplossing…
Reactie toevoegen