Moeten ‘consultatiebureaus voor ouderen’ de preventieve rol van de huisarts overnemen?
Na een inleidend voorwoord zijn er zeven deskundigen aan het woord over hoe deze artsen de wijken in gaan om daar hun boodschap te brengen. De gedachte is dat er met meer preventie heel veel te verdienen is op gezondheidsgebied. Zij vinden dat er echt wat moet verbeteren bij de gemiddelde Nederlander qua preventie. De aanpak van al die 12000 huisartsen, de duizenden praktijkondersteuners en alle diëtisten, schiet te kort en zet te weinig zoden aan de dijk. ‘Als we hart-, vaat- en nierziekten thuis vroeg gaan opsporen, is er veel meer winst te behalen’.
‘Huisarts doet ook aan preventie’
Via Check@Home krijgen ouderen onderzoek en leefstijladvies, wordt eventueel met medicatie gestart en verder behandeld. Vervolgens gaat een oudere naar de reguliere zorg terug. Want ook in deze visie blijft de huisarts de regisseur en behoudt deze het zicht op de hele patiënt. Dat is de gedachte achter Check@Home. ‘De huisarts is heeft het echter vaak te druk en heeft geen tijd voor preventie’, denkt men. Tegelijkertijd is men zich niet bewust van het feit dat huisartsen zo druk zijn, omdat ze bezig zijn met primaire en secundaire preventie.
Als eerste is er een interview met de longarts Wanda de Kanter. Zij pleit voor een rookvrije generatie en voor preventieve opsporing van longkanker bij rokers. Haar frustratie is voelbaar. Geconfronteerd te worden met al die vrijwel onbehandelbare longkankerpatiënten, en dan de jeugd te zien roken. De Kanter gaat in op primaire en secundaire preventie: ‘De weg is: gooi de prijs van tabak structureel omhoog, elk jaar minstens 10 procent. En breng het aantal verkooppunten omlaag. Dus geen tabak meer bij de Primera, AH of benzinestations. Kom met een vergunningenstelsel waarbij er geen tabakszaken dicht bij scholen mogen staan en geen nieuwe verkooppunten naast de supermarkt. Zorg daarnaast voor een goede identiteitscontrole. Nu kunnen kinderen overal sigaretten kopen. De handhaving is slecht, minder dan 65 procent.’
Als tweede een interview met René Bernards, hoogleraar in het Nederlands Kanker Instituut. Hij vertelt hoe er steeds meer gezocht wordt naar de best mogelijke geneesmiddelencombinatie voor elke individuele kanker. Hij is een pionier op het gebied van genetische screeningstest voor borstkanker. Zijn interview is absoluut de moeite waard om te lezen. Hij vertelt veel over de laatste wetenschappelijke doorbraken om kanker te behandelen. Bernards verwacht meer hulp van de regering: ‘Roken wordt te laks aangepakt. Zelfs linkse partijen hebben weinig oog voor mensen met een lage sociaaleconomische status die vijf tot zeven jaar korter leven, vroeger gezondheidsproblemen krijgen en eerder doodgaan. Zorg dat zij een betere gezondheid krijgen. Dat gebeurt niet alleen door de btw op groente af te schaffen. Belangrijk, maar er is meer nodig, zoals preventie en vroegdiagnostiek. Daar kan ongenadig veel worden bereikt.’
Als derde het interview met Wiesje van der Flier, neuropsycholoog. Zij is de wetenschappelijk directeur van het Alzheimercentrum Amsterdam (Vumc) en bekleedt de Pasman-leerstoel. Haar verhaal over vroegdiagnostiek en health checks toont duidelijk de beperkingen van opsporingstechnieken aan, als er voor aandoeningen geen of weinig behandelopties zijn.
Het vierde interview is van Maartje Schermer, die als hoogleraar medische ethiek vindt dat men met preventieve vroegdiagnostiek kan voorkomen dat mensen ziek worden, ernstige symptomen krijgen en sterven. Ethisch gezien is dat een kwestie van weldoen en in die zin moreel wenselijk dat artsen de wijken ingaan. Tegelijk kleven er ook risico’s aan vroegdiagnostiek, zo schetst ze. ‘Neem darmkankerscreening. Er zijn mensen overleden aan de complicaties van een scopie of operatie, terwijl ze geeneens kanker bleken te hebben. Dus dood aan het onderzoek. Dat is zuur. Het idee dat screenen alleen maar goed doet en geen enkel kwaad, klopt niet. Er is een risico en soms zit dat letterlijk in de screeningsmethode. Een scopie is niet gevaarloos. Een röntgenfoto met straling of een ct-scan is niet zonder risico. Dat moet je tegen elkaar afwegen.’
In het vijfde interview is de cardioloog Folkert Asselbergs de meest uitgesproken voorstander om mensen thuis te onderzoeken. Zo kan men hart- , vaat- en nierziekten in een vroeg stadium opsporen en behandelen in een consultatiebureau voor ouderen. ‘Met het Check@Home-consortium willen we de bevolking thuis bereiken. Wij informeren mensen en onderwijzen ze over de aanwezigheid van ziekte en risicofactoren. Ons consortium is een samenwerkingsverband van de Dutch CardioVascular Alliance (DCVA), de Hartstichting, de Nierstichting, het Diabetes Fonds en verschillende private partijen. Er zijn ook huisartsen en vele onderzoekers van verschillende universitaire medische centra, universiteiten en regionale ziekenhuizen aangesloten.'
Als zesde wordt de maag-darm-en leverarts Manon Spaander geïnterviewd. Zij vertelt dat 70% van de opgeroepen mensen meedoet aan het succesvolle bevolkingsonderzoek naar darmkanker. Zij heeft de twijfeltelefoon bedacht om al die mensen, die nog niet meedoen te informeren. Zij wil het ziekenhuis uit, de straat intrekken en tussen de mensen gaan staan, om hun vertrouwen te winnen. Zij denkt dat mensen met twijfel niet zo makkelijk naar de huisarts gaan, want ‘die loopt over van allerlei zaken.’ Tijdens een congres demonstreerde ze een ‘camerapil’ die haar eigen darmen filmde. ‘Voor mij is dit het zinnebeeld waar we in de toekomst naartoe gaan. Naar flexibeler diagnostiek waarvoor iemand niet meer in het ziekenhuis hoeft te zijn. Maar waarbij die persoon thuis, in de eigen stoel of achter het bureau een onderzoek krijgt naar wat er zich in de darmen afspeelt.’
Het laatste interview is met Marcel Levi, internist en hoofd van de Nederlandse Organisatie voor Wetenschappelijk Onderzoek. Hij is vooral geporteerd voor meer onderzoek naar screening en bevolkingsonderzoeken. Screening mag niet meer nadelen hebben dan mogelijke voordelen. Huisartsen zien dat overdiagnostiek en overbehandeling veel leed aan individuen kunnen veroorzaken. Zo is PSA-screening bij mannen om te kijken of ze prostaatkanker hebben niet effectief gebleken. Iemand wordt niet ouder als hij zijn Prostaat-Specifiek Antigeen-waarde weet.
‘Preventie steeds beter’
In 1983 deden wij als Stichting Eerste Lijn onderzoek in onze regio hoe we preventie konden verbeteren. Toen was de conclusie dat met goede preventie slechts weinig ziekten waren te voorkomen of vroeg waren op te sporen. Sindsdien zijn er echter een aantal duidelijke verbeteringen te noemen:
- het bevolkingsonderzoek naar occult bloedverlies in de faeces; een techniek die in 1983 ook al bestond is nu erg succesvol als bevolkingsonderzoek.
- de vaccinatie tegen HPV zorgt voor een daling van baarmoederhalskanker; de veranderingen van onze seksuele gewoonten hebben de verspreiding van het HPV-virus bevorderd, waardoor er veel meer pathologie ontstaat; door vaccinatie verdwijnt de ziekte bij gevaccineerden,
- de wereldwijde anti-tabakslobby heeft geleid tot veel minder longkanker en minder hart en vaatziekten; in 1983 had ik iedere maand wel een patiënt met longkanker,
- het bevolkingsonderzoek op borstkanker is een volledig ingeburgerd onderzoek, waarvan de techniek steeds beter is geoptimaliseerd; ook in de vorige eeuw was het er al,
- de jaarlijkse griepvaccinatie is een inmiddels bewezen effectieve techniek; nu ook uitgebreid met de pneumokokken-vaccinatie.
‘Ga het lab in’
Mogelijk vergeet ik een techniek, die erg succesvol is, zoals de voorlichting over huidkanker. Maar het gaat steeds over ‘technieken’, die toepasbaar zijn in bevolkingsonderzoek, zelfdiagnostiek of als een techniek in de huisartsenpraktijk. Het is niet nodig dat de artsen de wijken in komen om ze daar toe te passen. Huisartsen zijn beter geholpen met meer en betere technieken om ziekten vroegtijdig op te sporen. Laat dus de deskundigen in de laboratoria blijven en zoeken naar deze nieuwe technieken.
In het boek worden er veel technieken genoemd die een kans hebben om toepasbaar te worden. Ik denk dat VWS daar beter geld aan kan geven, dan aan het opzetten van consultatiebureaus voor ouderen in de wijken. Het voorkomen van een geval van kanker heeft veel meer gezondheidswinst dan dat we mensen, die al oud zijn, nog langer laten leven. Daarom pleit ik er voor om onze deskundigen hard in de laboratoria te laten werken, en zeker niet de wijken in te laten komen.
Bestelinformatie
Artsen de wijk in. Red levens, spoor ziekten eerder op.
Uitgeverij: Scriptum. Auteur: Willem Wansink. Prijs: € 12,50
Bij het thema van dit artikel betrokken organisaties
Meer artikelen met dit thema
Raad van Advies MedischOndernemen: ‘Deel kennis over innovaties, samenwerking en goede praktijkvoorbeelden’
3 mrt 2022 6 min‘Second opinion light’: verhoogt de kwaliteit van zorg en verlaagt de zorgkosten
2 mrt 2022 5 minTandarts Frank Hertog investeert in vernieuwing met de QuickSleeper: ‘Als je pijnloos wilt behandelen, moet je dat ook doen’
17 feb 2022 5 minTandarts Alexander Tolmeijer: ‘Blijf jezelf continu ontwikkelen, daar ben je nooit klaar mee’
25 jan 2022 5 min‘Het vak wordt steeds ingewikkelder. Dat maakt dat medewerkers niet gemakkelijk te vervangen zijn’, verklaart…
Reactie toevoegen